De Nederlandse Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel, ook wel afgekort tot Werkspoor (later de officiële naam), is opgericht in 1827 door Paul van Vlissingen en Abraham van Heel met ondersteuning van koning Willem I. Het bedrijf was gevestigd aan de Oostenburg in Amsterdam als reparatiewerkplaats voor stoommachines voor de Amsterdamse Stoombootmaatschappij.

Het bedrijf groeide uit tot een grote machinefabriek; in 1850 werkten er al 1000 mensen. Tussen 1843 en 1846 werden er ook enkele stoomlocomotieven gebouwd. Na moeilijkheden maakte het bedrijf in 1891 een doorstart onder de genoemde naam.

Na de reorganisatie in 1891 begon men op kleine schaal met de bouw van spoorwagons, maar vanaf 1897 werden er ook locomotieven geproduceerd, waaronder ook enkele kleinere locomotieven voor de tramwegen.

In 1913 verhuisde de fabriek van spoorwegmaterieel naar Utrecht, waar men de productie voortzette. Na de Tweede Wereldoorlog was het bedrijf betrokken bij de reparatie van beschadigde locomotieven en ander spoorwegmaterieel van de NS. In 1954 ging het bedrijf samen met Stork onder de naam Verenigde Machinefabrieken Stork-Werkspoor. Door Werkspoor zijn diverse treinen geleverd aan de Nederlandse Spoorwegen, de laatste in 1982.