In het najaar van het jaar 2000 is door de auteur van deze webpagina een boekje gemaakt, waarin alle straatnamen in Bodegraven en Nieuwerbrug worden beschreven. In 2024 is er een herdruk uitgegeven, met alle straten welke er in 2024 aanwezig zijn. (zie de afbeelding hiernaast).
Boekje bestellen
Het boekje is van formaat A5, full color, heeft 122 bladzijden en kost € 15,- (in Bodegraven), buiten Bodegraven komen daar verzendkosten bij.
Het boekje is niet in de boekhandel verkrijgbaar, maar is te bestellen door per e-mail contact op te nemen met de auteur. Dat kan door een mail te sturen naar mailadres:
Wat staat er in het boekje?
In het boekje wordt per wijkdeel een korste beschrijving gegeven, gevolgd door een beschrijving per straat. Er wordt stilgestaan bij de betekenis van de straatnaam, en bij zaken die speelden toen de gemeente een naam gaf aan de straat. Verder worden er in het boekje een aantal anecdotes beschreven, zoals
Wie weet de betekenis van de Spokersbrug in de Goudseweg?
Wie weet hoe belangrijk grasbermen waren voor de mensen van de Meije?
Hoe reageerde de wethouder op protesten van bewoners tegen de naam Schei(t)sloot?
Wat was de reactie van een bedrijf, toen het naambordje van de Duitslandweg werd verzet?
Deze, en andere lezenswaardigheden zijn door mij samengebracht in het boekje "straatnamen in Bodegraven en Nieuwerbrug".
Deze website Straatnamen in Bodegraven en Nieuwerbrug
De gegevens uit het boekje staan verder ook op deze website. Klik daarvoor op één van de links in het menu bovenaan de pagina.
Onder het kopje "Groepen" vindt u groepsgewijs een beschrijving van enkele straten, waarvan de ontwikkeling gelijktijdig plaatsvond, of welke om andere redenen bij elkaar horen.
Onder het kopje "Straten" vindt u een alfabetische lijst met alle straten in Bodegraven en Nieuwerbrug.
Onder het kopje "Tijdlijn" vindt u een weergave van de jaartallen waarin de straten zijn aangelegd.
Onder het kopje "Verhalen" vindt u enkele leuke of wetenswaardige dingen die met de straatnamen in Bodegraven of Nieuwerbrug te maken hebben.
Deze website is gemaakt door een geïnteresseerde burger van Bodegraven.
Er is geen enkel verband met de officiële pagina van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,
noch enig verband met de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Eventuele fouten zijn volledig voor rekening van de auteur van deze pagina. Alhoewel de
auteur er alles aan gedaan heeft om fouten te voorkomen, kan geen enkel recht worden
ontleend aan de op deze pagina getoonde informatie.
Tijdlijn
Op de kaart hieronder staan de straten die aanwezig waren in het gekozen jaar. Kies in de dropdownlist een jaartal en zie de ontwikkeling van de straten in Bodegraven door de jaren heen.
(selecteer jaartal)
(als jaartal geldt het jaartal waarin het raadsbesluit werd genomen. Dat kan soms afwijken van het jaar waarin de straat is aangelegd)
Groepen straten
De beschrijving van de straten in Bodegraven is in groepen opgedeeld. Bij de tenaamstelling werd
vaak een blokje straten gelijktijdig van een naam voorzien. Dat gold met name bij uitbreidingen
in de tijd toen Bodegraven Noord, de Dronenwijk of de Broekvelden werd gebouwd.
Selecteer hieronder een groep straten, en lees de ontwikkeling die speelde bij de tenaamstelling.
Bij het schrijven van het boekje over de straatnamen kwam ik diverse leuke dingen
tegen. Die wil ik u niet onthouden. Hieronder vindt u enkele van die onderwerpen.
Straatnamen ontstaan meestal niet vanzelf. Volgens het Besluit Bevolkings-
boekhouding (zeg maar, de wetgeving) is het niet verplicht om een straatnaam te
benoemen. Er wordt alleen gesproken van het feit, dat B&W dienen zorg te dragen,
dat de gebouwen worden genummerd. Je zou het hele dorp dus ook van nummer 1 tot
bijvoorbeeld 7000 kunnen nummeren. Vroeger gebeurde dat wel. Soms kreeg een wijk
een letter, en alle huizen in die wijk een volgnummer. Dan woonde je bijvoorbeeld
in wijk C, 712. Maar zo'n systeem is in de praktijk toch wel wat lastig. Bodegraven
heeft dit systeem nooit gekend; sinds 1893 worden de straten in Bodegraven met een
naam gekend.
Daarom wordt er meestal aan een straat een straatnaam toegekend. Heel vroeger
kregen de straten vanzelf wel een naam in het spraakgebruik, zonder dat er
officieel een naam aan werd toegekend. De oudste straten in Bodegraven hebben op
die manier hun naam gekregen. Dat gebeurde tot 1893. Vanaf dat jaar werden de
straten in Bodegraven door de gemeenteraad van een naam voorzien. In dat jaar
formaliseerde de gemeenteraad het gebruik van een aantal al bestaande straatnamen.
Het toekennen van straatnamen bij nieuwe straten gebeurt meestal pas in een vrij
laat stadium. Eerst wordt er een uitbreidingsplan gemaakt en besproken. Daarbij is
er alleen maar sprake van kadastrale gronden en bouwtekeningen waarop de straten
zijn aangegeven met nummers. Pas als er sprake lijkt te gaan komen van bewoning,
dan moet er een naam komen. Tegenwoordig gaat het naamgeven niet zomaar uit de
losse pols. Er is een commissie straatnamen, die eerst advies uitbrengt aan het
college van B&W (het dagelijks bestuur van de gemeente). Toen er nog geen commissie
was, kwam het eerste advies vaak vanuit een ambtelijke dienst van de gemeente. Na
dat eerste advies brengt het college van B&W dit in in de gemeenteraadsvergadering.
De gemeenteraad (de vertegenwoordigers van de bevolking) is dan uiteindelijk
verantwoordelijk voor de keuze van de straatnamen.
Om de bevolking meer bij de straatnamen te betrekken kan de raad eerst nog
advies inwinnen bij de bevolking, bijvoorbeeld via een oproep in de krant. In het
verleden is het in Bodegraven niet vaak voorgekomen. In 1957, 1966 en 1995 werd de
bevolking gevraagd namen in te dienen.
Wie wat gras in zijn tuin heeft staan, beschouwt het meestal maar als onkruid
en verwijdert het maar snel. Dat gras toch wel waarde kan hebben, dat bewijzen de
grasbermen in onze gemeente. Bepaalde grasbermen werden jaar na jaar onderhands,
of per openbare veiling. Zo werd de grasberm langs de Stationsweg jarenlang voor
de som van ƒ 4,-- verhuurd. Ook de grasberm langs de Buitenkerk onderging dat lot.
Een bepaalde grasberm heeft zelfs nog invloed gehad op de verkoop van grond aan de
gemeente. De Meije was tot het begin van deze eeuw eigendom van de aanwonenden,
iets wat bij heel veel straten in onze gemeente gebruikelijk was. Toen in 1906 het
onderhoud voor de aanwonenden toch wel wat bezwaarlijk werd, werd er onderhandeld
met de gemeente om de straat in eigendom te laten overgaan naar de gemeente. Het
onderhoud ervan zou dan uiteraard ook overgaan naar de gemeente. De gemeente was
wel bereid, 35 van de 50 eigenaars wilden ook meewerken, maar 11 weigerden. De
reden hiervan had vooral te maken met de grasbermen. Als het eigendom naar de
gemeente zou overgaan, dan zou men immers ook het recht verliezen om de
grasbermen te maaien. Pas toen er over de grasbermen afzonderlijke afspraken werden
gemaakt, was men bereid om het onderhoud aan de gemeente over te dragen.
"Bezint eer ge begint", zo luidt een bekend spreekwoord. Toch heeft de
gemeenteraad dit niet altijd gedaan, zoals blijkt uit het volgende verhaal. Toen
begin 1960 de wijk rond de Evertsenstraat werd ontworpen moesten er aan de nieuw
aan te leggen straten uiteraard namen worden gegeven. De situatie was urgent, want
er werd al gebouwd; de nieuwe bewoners zouden binnenkort gaan verhuizen, dus
opschieten maar. Er werd gekozen om aan te sluiten bij de naamgeving van andere
straten in de omgeving. Dat deze aansluiting niet helemaal juist was, kijk daarvoor
bij de algemene beschrijving van de zeehelden-straten. Maar de naam was snel
verzonnen, we noemen de straat en de korte zijstraat ervan de Van Speijkstraat.
Aldus gebeurde in de raadsvergadering van 19 maart 1960.
De bewoners kwamen al snel, de verhuiskaarten met de nieuwe straatnaam werden
verstuurd, en iedereen was gelukkig..... Toch niet, want het feit dat een straat
inclusief een doodlopend zijdeel van deze straat dezelfde naam had, bleek in de
praktijk voor sommigen toch wat ongelukkig te zijn en voor verwarring te zorgen.
En aldus kwam het college van B&W eind 1962 met het voorstel aan de gemeenteraad,
om het dwarsstuk van de nieuwe Van Speijkstraat met daarin 14 nieuwe woningen een
eigen naam te geven. Aldus geschiedde op 11 oktober 1962, toen de naam
Evertsenstraat aan het zijstuk werd gegeven.
En ieder was weer gelukkig..... Of toch niet? Binnen een week kwam er een
handtekeningenactie van 11 bewoners uit de straat, die deze wijziging maar niets
vonden. Het opnieuw moeten versturen van adreswijzigingen was voor hen een niet te
verteren zaak. Maar protest of geen protest, op 25 oktober besloot de gemeenteraad,
dat de wijziging gewoon doorgevoerd zou worden. Aldus geschiedde.
Toen bij aanleg van het gedeelte van Bodegraven Noord rond 1989 nieuwe straatnamen
moesten worden verzonnen, werd gekozen voor namen die te maken hebben met de
waterschapswereld. Eén van de straatnamen werd de Scheisloot.
Toen de straatnaam bekend werd, kwamen de nieuwe bewoners van deze straat er al
snel tegen in het geweer. Men vond de naam "spreektaalkundig" niet zo gelukkig
gekozen; de letter T zou er al snel tussen gedacht en gezegd kunnen worden, zo
beweerde men. Een brief van 4 maart 1989, ondertekend door 20 toekomstige bewoners,
moest de gemeenteraad op andere gedachten brengen. Er werd gevraagd om de naam te
veranderen, bijvoorbeeld in Vaarsloot, Schouwsloot, of één van de 13 andere namen
die de bewoners voorstelden. Maar de gemeenteraad reageerde als volgt:
"Tegen de vaststelling van de straatnaamgeving alsmede tegen een besluit
tot weigering van medewerking aan een straatnaamwijziging staat geen
administratiefrechtelijke weg open. Genoemde besluiten zijn van algemene
strekking en niet gericht op enig rechtsgevolg, een en ander als bedoeld
in de wet AROB, en komen om die reden ook niet voor AROB-beroep in
aanmerking"
aldus de gemeentelijke reactie. Daar moesten
de bewoners het maar mee doen, geen wijziging dus.
Toch stonden de bewoners niet alleen. Want raadslid Borsboom had er al voor
gewaarschuwd, dat het voor de hand zou liggen dat in de naam een T wordt
tussengevoegd. Wethouder Meijers reageerde hierop met de opmerking, dat de naam
Scheitsloot wellicht alleen door basisscholieren zal worden gebruikt; als iemand
op latere leeftijd een dergelijk grapje maakt, zo meende Meijers, dan wordt er toch
wel wat meewarig naar betrokkene gekeken
Wie heeft er gelijk gekregen? De bewoners of het college van B&W? Luistert u
zelf maar als u in de buurt bent.
Ambtelijke molens malen langzaam bij de Nassaustraat
Dat ambtelijke molens niet altijd even snel malen, dat bewijst wel de
straatnaamgeving van de Nassaustraat. In 1905 was er al iets dat op een straat leek,
althans, er stonden huizen. Drie jaar later wordt het pad ook nog bestraat.
De straat wordt in eerste instantie beschouwd als een verlengstuk van de
Willemstraat. Een eigen naam krijgt deze straat dus nog niet. Onofficieel wordt
de straat wel de Verlengde Willemstraat genoemd. Tijdens de raadsvergadering van
23 december 1925 stelt raadslid Hortensius bij de rondvraag dan de vraag "waarom
die uitloper westelijk van de Willemstraat nog geen eigen naam heeft". Het
college van B&W wordt uiteraard door deze vraag wat overvallen, en belooft erop
terug te zullen komen.
Dat dat erop terugkomen even geduurd heeft, dat mag geen naam hebben. Als
gevolg van alle kwesties rondom de nieuwe markt, waardoor zelfs een wethouder
moest aftreden, gebeurde dat niet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest voor de
Wilhelminastraat (de toenmalige koningin) op last van de Duitse bezetter een andere
naam worden verzonnen. Voor deze straat koos men noodgedwongen de naam Nassaustraat,
een naam die tenminste nog enige binding had met het koninklijk huis. Na de oorlog
is uiteraard de oude naam Wilhelminastraat weer teruggegeven aan de rechtmatige
straat.
Of men zich vervolgens in 1948 nog herinnerde dat het college van B&W zou
terugkomen op de in 1925 gestelde vraag over het benoemen van een in 1905
aangelegde straat, dat is niet bekend. Maar pas in dat jaar werd door de
gemeenteraad besloten om aan het afwijkende deel van de Willemstraat een
afzonderlijke naam te geven, de Nassaustraat. Spreken we hier nu van een trage
ambtelijke besluitvorming?
Wie over de weg naar Gouda rijdt, komt net buiten het dorp over een brug waaraan
een naambordje hangt. Op dat bordje staat de naam "Spokersbrug". Waar komt
deze naam toch vandaan?
Ongeveer een eeuw geleden was de situatie ter plaatse heel anders. De weg van
Bodegraven naar Gouda was toen een tolweg. Op de plaats waar deze weg het riviertje
de Oud Bodegrave passeerde was een tolwachtershuisje gesitueerd, waarin een
tolwachter woonde. En over deze tolwachter gaat het verhaal. Deze man schijnt een
wat zonderling figuur geweest te zijn, nogal op zichzelf. Hij woonde alleen in zijn
tolwachtershuisje. Toen deze man overleed, moest zijn lichaam uiteraard worden
begraven, iets dat bij armlastige mensen meestal gebeurde door de weeshuismeesters
uit het dorp. En dus trokken deze weeshuismeesters erop uit, zodra het bericht van
zijn overlijden bekend werd. Maar het was winter. En niet zomaar een winter, maar
een hele strenge, met veel sneeuw, ijs, kou en alles wat daarbij hoort. De
weeshuismeesters trokken met de wagen waarop de lijkkist moest worden gezet naar
buiten het dorp.
Maar ze waren wat later dan gepland, en het werd al donker. Het ophalen van het
lichaam was geen pretje. Want vergeet niet, dat er langs de weg nog geen
straatverlichting was, en dat het dus een hele onderneming was, zo midden in de
winter. De jongens van het weeshuis hadden echter ook een plannetje. Ze waren hun
weeshuismeesters nét voor; zij hadden minder moeite om bij het veraf gelegen
brugwachters-huisje te komen. Welke grap zij daar precies hebben uitgehaald, dat is
niet bekend. Maar dat ze iets met het door de vorst stijfgeworden lichaam hebben
gedaan, dat is zeker. Nadat de weeshuismeesters in het huisje naar binnen waren
gegaan, bibberend van de kou, met door de angst knikkende knieën, kwamen ze al heel
snel weer naar buiten. Wat ze precies hebben gezien, dat beschrijft de geschiedenis
niet, maar ze waren er allen van overtuigd, dat ze spoken hadden gezien. De
terugtocht, zonder lijk, was in werkelijkheid heel wat sneller dan de
weeshuismeesters zelf hebben ervaren.
De volgende dag, toen het al licht was, is het lijk alsnog opgehaald. Maar van
de plaats rondom het bruggetje werd vanaf die dag verteld dat het er spookte. Bij
het aanleggen van de nieuwe brug in 1936 is aan deze brug de naam Spokersbrug
gegeven.
Straatnamen bestaan eerst op papier. Als de eerste graafmachines gaan graven, en
als het er een beetje op begint te lijken dat er een echte straat komt, dan wordt aan
zo'n straat ook een naam gegeven. En als de naam van die straat dan bekend is, en de
eerste stenen worden gelegd, dan worden er ook meestal straatnaambordjes bij de
straat gezet, zodat ieder tenminste weet waar hij of zij zich bevindt. Aldus gebeurde
ook bij de Frankrijkweg
Een bedrijf dat zich binnenkort zou gaan vestigen aan één van de straten op het
nieuw aan te leggen bedrijventerrein had van de vestiging alleen nog maar tekeningen
op papier. De bouw begon al wat te vorderen, en men wilde van het bdrijf aan de
relaties een adreswijziging gaan sturen. Maar waar wordt je nieuwe bedrijf nou
gevestigd? Hoe heet die straat nou precies? Nou, het was geen probleem om dat te
weten te komen, want er stond immers al een straatnaambordje bij de ingang van de
straat. Even gekeken, en jawel hoor, het bordje gaf keurig de naam "Duitslandweg"
aan. En aldus werd het briefpapier gemaakt, drukwerk besteld, adreswijzigingen
verstuurd, enzovoort. Totdat.......
Ach wat jammer nou, dacht men bij gemeentewerken. Het straatnaambordje
"Duitslandweg" staat verkeerd. Het staat bij de "Frankrijkweg". De fout
was snel hersteld, het bordje werd weggehaald en op de goede plaats gezet, en bij de
Frankrijkweg werd een nieuw bordje neergezet met de echte naam.
Toen het desbetreffende bedrijf er achter kwam, was het helaas te laat. De
adreswijzigingen moesten opnieuw worden verstuurd, de relaties moesten opnieuw worden
ingelicht. Een boze brief naar de gemeente lokte van gemeentewege weliswaar een
excuusbrief uit, maar toch werd er naast dat excuus door de gemeente ook fijntjes op
gewezen, dat het normaal is, dat men voor het exacte adres even bij de gemeente om
inlichtingen vraagt, en zich niet zomaar naaer een losstaand bordje op een
bouwterrein richt.
Straatnamen ontstaan meestal niet vanzelf. Volgens het Besluit Bevolkings-
boekhouding (zeg maar, de wetgeving) is het niet verplicht om een straatnaam te
benoemen. Er wordt alleen gesproken van het feit, dat B&W dienen zorg te dragen,
dat de gebouwen worden genummerd. Je zou het hele dorp dus ook van nummer 1 tot
bijvoorbeeld 7000 kunnen nummeren. Vroeger gebeurde dat wel. Soms kreeg een wijk
een letter, en alle huizen in die wijk een volgnummer. Dan woonde je bijvoorbeeld
in wijk C, 712. Maar zo'n systeem is in de praktijk toch wel wat lastig. Bodegraven
heeft dit systeem nooit gekend; sinds 1893 worden de straten in Bodegraven met een
naam gekend.
Daarom wordt er meestal aan een straat een straatnaam toegekend. Heel vroeger
kregen de straten vanzelf wel een naam in het spraakgebruik, zonder dat er
officieel een naam aan werd toegekend. De oudste straten in Bodegraven hebben op
die manier hun naam gekregen. Dat gebeurde tot 1893. Vanaf dat jaar werden de
straten in Bodegraven door de gemeenteraad van een naam voorzien. In dat jaar
formaliseerde de gemeenteraad het gebruik van een aantal al bestaande straatnamen.
Het toekennen van straatnamen bij nieuwe straten gebeurt meestal pas in een vrij
laat stadium. Eerst wordt er een uitbreidingsplan gemaakt en besproken. Daarbij is
er alleen maar sprake van kadastrale gronden en bouwtekeningen waarop de straten
zijn aangegeven met nummers. Pas als er sprake lijkt te gaan komen van bewoning,
dan moet er een naam komen. Tegenwoordig gaat het naamgeven niet zomaar uit de
losse pols. Er is een commissie straatnamen, die eerst advies uitbrengt aan het
college van B&W (het dagelijks bestuur van de gemeente). Toen er nog geen commissie
was, kwam het eerste advies vaak vanuit een ambtelijke dienst van de gemeente. Na
dat eerste advies brengt het college van B&W dit in in de gemeenteraadsvergadering.
De gemeenteraad (de vertegenwoordigers van de bevolking) is dan uiteindelijk
verantwoordelijk voor de keuze van de straatnamen.
Om de bevolking meer bij de straatnamen te betrekken kan de raad eerst nog
advies inwinnen bij de bevolking, bijvoorbeeld via een oproep in de krant. In het
verleden is het in Bodegraven niet vaak voorgekomen. In 1957, 1966 en 1995 werd de
bevolking gevraagd namen in te dienen.
Raadsbesluiten
Hieronder een overzicht van de jaren waarin voor een bepaalde straat een
raadsbesluit is genomen.
Wilt u een opmerking kwijt over deze website?
Of heeft u nog een vraag over de straten in Bodegraven?
Neem gerust per mail contact op onder
De oudste straten
Aan de oudste straten van Bodegraven is nooit officieel een naam gegeven. Al van oude tijden
liepen de straten op de plaats waar ze nu lopen. Het spraakgebruik ging daarbij de bestuurlijke
naamgeving ruim vooruit. Een gemeentebestuur was er nog niet, maar iedereen wist toch wel welke
straat er bedoeld werd als een bepaalde naam werd genoemd. Toch zijn de oude straten op een
gegeven moment officieel van een naam voorzien. Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 17
februari 1893 besloot de gemeente om van verschillende straten in de bebouwde kom de naam zoals
die in het spraakgebruik was te formaliseren.
Markt, en dan met name de kaasmarkt, werd er in Bodegraven al gehouden vanaf het jaar 1882
(toen nog op het Marktplein voor de Dorpskerk). Maar in het begin van de 20e eeuw was de markt
al zo gegroeid, dat het terrein naast de kerk veel te klein werd. Na veel discussie in de
gemeenteraad, waarbij zelfs een wethouder zijn portefeuille ter beschikking stelde, werd
uiteindelijk besloten om een nieuw terrein te maken voor de kaasmarkt. Tegenwoordig is de
kaasmarkt niet meer zo belangrijk als in het begin van de 19e eeuw.
Een aantal zijstraten van de Kerkstraat en de Noordstraat wordt hier gezamenlijk behandeld.
Tussen de Kerkstraat en de Oude Rijn stonden diverse kaaspakhuizen. Een aantal hiervan werd
in de loop van de jaren afgebroken, en op de vrijgekomen grond werden weer huizen gebouwd.
Dat gebeurde ook met een aantal andere oude panden in de Kerkstraat en Buitenkerk. Aangezien
het aantal huizen op de vrijgekomen gronden te groot was om de huisnummering van de Kerkstraat
en Buitenkerk te volgen (bijvoorbeeld door het toekennen van een letter naast het huisnummer),
werd meestal overgegaan tot het geven van een nieuwe straatnaam. Hieronder worden ze
successievelijk behandeld. De datum waarop het raadsbesluit plaatsvond, staat per straat
vermeld.
De naam Meije is één van de oudste namen uit onze omgeving. Al in de tweede helft van de
tiende eeuw begon de ontginning van het middengebied van het Groene Hart. Deze ontginning vond
plaats vanaf de Oude Rijn, de Grecht en andere rivieren. Midden tussen deze rivieren bleef een
nog niet ontgonnen veengebied over, het zogenaamde Miland. Uiteraard moest regenwater uit dit
gebied toch ergens naartoe stromen, en zo ontstond een veenriviertje. Naar de benaming van het
Miland kreeg dit riviertje in het spraakgebruik de naam de Meije.
In de jaren '30 was er zoals bekend grote werkloosheid in Nederland. Bodegraven maakte daarop
geen uitzondering. Door de gemeente werd daarom een werkgelegenheidsproject gezocht en gevonden
in het graven van een fraaie vijver, vergezeld gaand met het dempen van diverse sloten. Op het
ontgonnen terrein konden huizen worden gebouwd en er werden een aantal straten aangelegd. Een
aantal van deze straten is in een later stadium uitgebreid of van naam veranderd. Vanwege het
overzicht worden deze nieuw toegekende namen ook in dit hoofdstuk behandeld. Twee andere straten
in dit gebied met namen van burgemeesters worden in een later hoofdstuk behandeld.
In het begin van de jaren 50 begon Bodegraven behoorlijk uit te breiden. Ten noorden van de al
bestaande Nieuwe Markt zou een hele woonwijk worden aangelegd. Begin maart 1954 nam het college
van B&W het initiatief om voor de geprojecteerde straten een naam te verzinnen. In verband met
de de proeftuin van zaadhandel Turkenburg, die jarenlang op dit terrein was gelegen, werd
voorgesteld om het nieuwe uitbreidingsplan de naam Tuinwijk te geven. Na een flinke discussie
kregen diverse straten in de raadsvergadering van 29 oktober 1954 hun naam.
Een paar jaar later, tijdens de raadsvergadering van 14 juni 1957 werd nog een aantal andere
straten aan de noordwestkant van het plan van een naam voorzien. Om voor dit deel van de wijk
straatnamen te verzinnen nam de gemeente wel een heel modern besluit. Niet alleen de
gemeenteraad mocht meedenken over de straatnamen, maar ook de bevolking kon zijn zegje doen.
In een advertentie in de locale krant werd in april 1957 gevraagd om namen voor de nieuwe wijk
in te dienen.
Het is in Bodegraven gebruikelijk om burgemeesters die ons dorp hebben gediend te vereren met
een straatnaam. Het gaat daarbij om de volgende burgemeesters (de jaren geven aan wanneer zij
burgemeester waren in Bodegraven):
Burg. Van de Velde (1880-1883)
Burg. Le Coultre (1895-1924)
Burg. Van Dobben de Bruyn (1924-1938, 1945-1946)
Burg. Vonk (1939-1944)
Burg. Croles (1946-1973)
Burg. Kremer (1974-1981)
Burg. Kok (1981-1987)
Een andere burgemeester, burgemeester Brunt, waar in Nieuwerbrug een straat naar is vernoemd,
wordt behandeld in het hoofdstuk van dat dorp.
In de jaren '50 werd aan een aantal straten de naam gegeven van een zeeheld. Dat gebeurde
tijdens verschillende raadsvergaderingen. Omwille van de duidelijkheid worden deze straten
in dit hoofdstuk bij elkaar genomen.
In de naoorlogse jaren '50 was er flinke uitbreiding van Bodegraven. Het betrof ruwweg het
gebied ten westen en ten noorden van het zwembad. De gemeente plaatste een advertentie in
plaatselijke kranten met een oproep aan de bevolking om namen in te dienen voor de nieuwe
straten. Hierop kwamen twee reacties binnen. De gemeenteraad nam uiteindelijk een besluit op
28 juni 1957. Naast de naamgeving van de hieronder genoemde straten besloot de raad ook om de
Oranjelaan, de Sportlaan en de van Dobben de Bruynstraat door te trekken in het gebied waar we
hier over praten. Voor een beschrijving van die straten, zie hoofdstuk Vijverwijk.
In 1966 werd het uitbreidingsplan Bodegraven IV actueel. Oostelijk van de Tuinwijk met
straatnamen onder andere gewijd aan de zeehelden werd een aantal straten gebouwd. B&W stelde
aan de raad voor om aan te sluiten bij de historische namen, voor een deel betrekking hebbend
op het Bodegraafse rampjaar 1672. Eerst was er nog sprake van, dat er andere zeehelden zoals
van Gent, Kortenaer, Helfrich of Jan van Galen voor de straatnamen gekozen zouden worden.
Maar dat was slechts een gedachtenkronkel. De gemeenteraad besloot de hieronder genoemde
straten de desbetreffende naam te geven.
Eind jaren '80 werd de nieuwe wijk Bodegraven Noord in ontwikkeling genomen. Binnen de lijn van
de noordelijke rondweg werden woningen gebouwd, en hiervoor moesten straatnamen worden bedacht.
Diverse suggesties passeerden de revue. Er werd gesuggereerd om molennamen te gebruiken, maar
dat werd afgewezen. Deze namen zou men eventueel kunnen gebruiken bij een uitbreidingen rond
de Overtocht, waar immers molen De Arkduif staat. Ook werden namen van boerderijen genoemd, dit
in verband met het feit dat de voormalige boerderij De Horst en de monumentale boerderij Heining
en Dam binnen het plangebied stonden. Tenslotte werd, naast de naam van de twee boerderijen,
gekozen voor termen uit de wereld van de waterschappen. Dit werd bij raadsbesluit van 24
januari 1989 vastgesteld. Dat één van de vastgestelde namen nog een aardige nasleep zou krijgen,
dat leest u in het ingelaste kader.
De naam van de wijk werd tevens in 1989 vastgesteld, en wel met de naam plan "Heining en Dam",
dit naar de aanwezigheid van de boerderij met deze naam. Dat een officieel vastgestelde naam nog
weleens ondergesneeuwd raakt moge wel blijken uit de raadsnotulen van 20 november 1997. Men was
de naamgeving van de wijk kennelijk vergeten, want tijdens deze vergadering werd de naam opnieuw
officieel vastgesteld. Gelukkig maar dat dezelfde naam werd gekozen; het scheelt wat verwarring.
In dit hoofdstuk worden een aantal straten behandeld, zowel binnen als buiten de bebouwde kom,
allen in de richting van Zwammerdam. Laten we daarbij vooral niet vergeten, dat dit gedeelte pas
op 1 februari 1964 tot de gemeente Bodegraven is gaan horen. Tot die datum lag de grens met
Zwammerdam in het riviertje de Oude Bodegrave, dus ongeveer waar de Oud Bodegraafseweg lag.
Toen deze straten in 1964 aan het grondgebied van Bodegraven werden toegevoegd konden de
oorspronkelijke namen gehandhaafd blijven; er was geen overlapping met straatnamen welke al
eerder in Bodegraven voorkwamen.
Het bedrijventerrein Rijnhoek is gelegen tussen de Dammekant en de spoorlijn richting Zwammerdam.
Dit bedrijventerrein wordt in het eind van het eerste decennium van de 21e eeuw in ontwikkeling
gebracht. Inmiddels zijn enkele straatnamen toegekend die alle iets met de scheepvaart te maken
hebben.
Op 15 oktober 1878 werd de spoorlijn Woerden-Alphen-Leiden in gebruik genomen. Aangezien Woerden
al beschikte over een station aan de spoorlijn Utrecht-Den Haag, gelegen ten zuiden van de Rijn,
werd met de nieuwe spoorlijn hierop aangesloten. De nieuwe spoorlijn liep dus aan de zuidkant van
de Oude Rijn langs Bodegraven. In Bodegraven werd een station aangelegd. Ten noorden van de
spoorlijn werden in de buurt van het station twee grote putten gegraven, waaruit zand gewonnen
werd voor de aanleg van de spoorlijn. De grote put lag nog lang in de weg. Pas in de jaren '20
werd de put gedempt, en kon de Stationsweg worden doorgetrokken tot aan de Oud Bodegraafseweg.
Ondanks het feit, dat er tussen de eerste en de laatste van de hierna genoemde straten een
groot aantal jaren is gelegen, worden de volgende straten bij elkaar genoemd. Het betreft
allemaal uitbreidingen in het gebied tussen de Oude Rijn en de spoorlijn.
In de gemeenteraadsvergadering van 12 augustus 1899 werd een ingekomen brief besproken. Een
brief met voor Bodegraven verstrekkende gevolgen. J.H.Eshuis, architect te 's Gravenhage,
stelde voor om het terrein tussen de Wilhelminastraat en de spoorlijn te gaan bebouwen en om
er straten aan te leggen. Eshuis vraagt daarbij een subsidie van f 10.000, iets dat voor de
zuinige gemeenteraad absoluut onbespreekbaar is. Ook een subsidieverzoek voor de helft van
het bedrag wordt meteen naar de prullenbak verwezen. Een jaar later dient Eshuis een nieuw
plan in, ditmaal veel goedkoper voor de gemeente. Hij wil op de door hem aan te kopen grond
woningen bouwen, en deze verkopen. Van de winst wil hij straten aanleggen, zelfs voorzien van
toen moderne gasverlichting en riolering. Deze straten zal hij dan kostenloos aan de gemeente
overdragen. Ditmaal wil de gemeenteraad het voorstel inwilligen, en wordt het plan op 24 maart
1900 goedgekeurd.
Halverwege de jaren '90 werden er op het stuk grond tussen de spoorlijn en de Oude Rijn huizen
gebouwd en straten aangelegd. Om aan deze straten een naam te geven werd een prijsvraag
uitgeschreven. De jury, die de inzendingen moest beoordelen bestond uit twee toekomstige
bewoners (mevr. Kamp en dhr. Dijk), architect Ben Kraan en wethouder Meijers. In augustus
1995 werden de inzendingen beoordeeld. Vervolgens werd gekozen om namen te geven van zaken
die te maken hebben met de boerderij. Tijdens de raadsvergadering van 28 september 1995 werd
dit officieel vastgesteld.
De naam van de wijk luidde inmiddels in de spreektaal de wijk "Zuidzijde", dit naar de straat
die evenwijdig aan de wijk loopt. Toch is dit niet de officiële naam. Deze werd tijdens de
raadsvergadering van 20 november 1997 vastgesteld op Beijenveld, genoemd naar één van de
toenmalige grondeigenaren van het gebied.
Gezien de ligging van de Oude Rijn was het vroeger gemakkelijk om in oostelijke of westelijke
richting te reizen. De verbinding met Gouda ging echter over land, en dat was veel moeilijker.
De Oud Bodegraafseweg vormde een deel van deze verbinding. Naast huisnummer 111 van deze weg
is nog een ander deel van de verbinding met Gouda te zien. Er ligt een smal strookje land in
de richting van Reeuwijk, dat tot 1830 de weg naar Gouda vormde.
In 1830 werd er een maatschappij opgericht, met als doel onder andere de aanleg van een vaarweg
en een straatweg van Gouda naar Bodegraven. Er was zelfs nog sprake van om een sluis te maken
in de dijk bij de Oude Rijn, maar dat is er nooit van gekomen. Vanaf Reeuwijk langs de
Spokersbrug (zie het kader voor een anecdote) tot aan de Oude Rijn werd een nieuwe vaart
gegraven, en werd een weg aangelegd, waar tol mocht worden geheven.
De ligging van de huizenblokken, en daarmee de loop van de straten in de Dronenwijk was al
vroegtijdig bekend. De wijk zou gaan bestaan uit een centraal middendeel, waaromheen 8
rechthoekige bouwblokken met woningen. Over het centrale deel was men het al snel eens, hier
zou de naam Dronen in tot uitdrukking moeten komen. Toen er over de naamgeving van de
resterende straten werd gepraat, kwam men op meer dan 60 namen. Denk maar eens aan de korte
straatjes die nu Ambachtshof of Gravenstein heten. Het korte tussenstukje is eigenlijk een
aparte straat. Maar zoveel straatnamen zou toch wel wat teveel van het goede zijn, zo vond
men. Daarom werd voorgesteld om ieder van de 8 wijkdelen een eigen naam te geven. Het centrum
van de Dronenwijk zou De Dronen kunnen heten, voor de omliggende wijkdelen werden namen
gezocht in de historisch locale sfeer. Op 7 december 1961 kwam de gemeenteraad er niet
helemaal uit. Maar in de volgende vergadering van 4 januari 1962 werden de straten in de
Dronenwijk van een naam voorzien.
De naam Dronen is een veldnaam, die in 1495 al wordt gebruikt. Waar de naam vandaan komt is
niet helemaal bekend, waarschijnlijk is het een verbastering van Dornen of Thorenen, wat in de
Romeinse tijd te maken had met de stugheid of puinigheid van de bodem. Een andere verklaring is,
dat de naam afkomstig is van het Germaanse "Droning", wat vrouw betekent. Zie bij Vromade voor de
betekenis van het land van de vrouw.
Tegenwoordig kennen we in het gemeentebestuur een burgemeester, enkele wethouders en een aantal
gemeenteraadsleden. Dat is niet altijd zo geweest. Alhoewel de bestuurlijke organisatie in de
huidige vorm pas vanaf de invoering van de grondwet in 1848 stamt, hebben we de huidige indeling
in een benoemde burgemeester en democratisch gekozen raadsleden te danken aan Napoleon. Hij was
het, die in 1798 een regeling hieromtrent liet ingaan, overigens naar Frans voorbeeld.
In de jaren vóór 1798 was er sprake van een andere organisatie. Er waren baljuwschappen en
ambachten, waarbij deze laatste de onderste bestuurlijke laag vormden. Verder was er het
hoogheemraadschap, dat het bestuur uitoefende over zaken betreffende het beheer van het water.
Naar de hierna genoemde historische bestuursvormen werd bij raadsbesluit van 4 januari 1962 een
aantal straten in de Dronenwijk genoemd.
Het meest zuidelijk gedeelte van de Dronenwijk was als groene afsluiting van een verder bebouwd
gebied gedacht. Aan deze kant kwamen dus enkele straten met namen met een natuurkarakter. Toen
het distributiecentrum van groothandel Schuitema begin jaren '90 verhuisde naar Woerden, moest
dit terrein opnieuw worden ingevuld. Na een grote brand, waarna het complex vrijwel geheel
moest worden gesloopt, werd al snel gedacht aan woningbouw op het terrein. Door een
projectontwikkelaar werd een plan voor 102 woningen gemaakt, dat werd uitgevoerd. Op het
terrein werden twee nieuwe straten aangelegd, waaraan, voortgaande op de naamgeving van
bomen, ook soortgelijke namen werden gegeven.
Toen het bouwen in de Dronenwijk ten einde liep, zou er begin jaren '70 flink gebouwd gaan
worden aan de andere kant van de Goudse Vaart. In eerste instantie werd aangesloten bij de
historische namen die ook in de Dronenwijk waren gegeven. Een deel van het gebied zou namen
krijgen die horen bij de historie van de Zuidzijderpolder, namelijk de grafelijkheden die
betrokken waren bij het verlenen van de rechten in de tijd van de ontginning van deze polder.
Tijdens dezelfde raadsvergadering van 4 augustus 1970 als waarin de grafelijkheden werden
genoemd, werd tevens een aanvang gemaakt met benoemen van vogelnamen. Een goede motivatie
voor het kiezen van vogelnamen is in de raadsstukken niet te vinden. Men noemt het in één
adem met de andere historische namen. Wat wél expliciet wordt genoemd is het weglaten van de
toevoegingen -straat of -weg, dit conform de toenmalige opvattingen. Of het voorvoegsel "de"
ervoor moet, dat laat het raadsbesluit in het midden. Het lidwoord wordt tussen haakjes
vermeld in het besluit, dus (de) leeuwerik, (de) lijster, (de) merel. Later wordt evenwel de
naam zonder lidwoord gebruikt.
Naast de straten met grafelijkheden en vogels werd tijdens de raadsvergadering van 4 augustus
1970 ook een aantal hoofdstraten van een naam voorzien. De eerste plannen waren wat anders dan
wat nu realiteit is. Vanaf de Goudseweg af waren er over de Goudse Vaart enkele ontsluitingswegen
gedacht. Aan deze wegen zouden, in navolging van de staatnamen in de Dronenwijk, ook historische
namen worden gegeven. Bij de Cortenhoeve is dat inderdaad het geval, maar bij de Boesemsingel en
Broekveldselaan is de realiteit anders dan was gepland. De naamgeving van de straten had nogal
wat voeten in de aarde. In eerste instantie werd er over gepraat in de raadsvergadering van 14
mei 1970. Maar omdat tijdens de vergadering bleek dat er nog teveel onduidelijkheid was over
het toekomstig verloop van de straten, werd het besluit nog even uitgesteld tot 4 augustus 1970,
toen de genoemde straten hun naam kregen.
De laatste paar jaar van de jaren '70 werd de wijk achter de Bourgondische laan bebouwd,
zijnde fase 1 van Zuid III. Aansluiting bij de namen van de dichter naar het centrum gelegen
straten met historische namen zou wat bezwaarlijk worden; het aantal mogelijkheden werd zo
zachtjesaan te beperkt. Diverse mogelijkheden passeerden de revue. Naast diverse kaassoorten
en andere namen uit de boerderijwereld werden al snel namen van weideplanten voorgesteld.
Tijdens de raadsvergadering werd door J.A.Karssen voorgesteld om gebruik te maken van
Bodegraafse familienamen die betrekking hebben op het weiland en de polder. Hij noemde
diverse namen, zoals Groenendijck, Binnendijck, Uytenbogaard, Op 't Land, Pijnacker,
Broekhuysen en Velthuysen. Maar tijdens de raadsvergadering werd dit voorstel door raadslid
C.Hamoen (met een grote genealogische kennis) direct naar het rijk der fabelen verwezen.
Slechts de namen Groenendijk en Op 't Land zijn namen die van oudsher in onze omgeving
voorkomen, de andere namen zjn oorspronkelijk afkomstig uit de Betuwe, de Meern en zelfs
uit Overijssel. Na een flinke discussie in de raadsvergadering werden vervolgens de namen
van de hieronder genoemde weideplanten toegekend.
In 1973 werd weer aan een aantal straten in een deel van de wijk Broekvelden een naam
gegeven. Men koos, in navolging van de eerder gedane keuze opnieuw voor vogelnamen.
Tijdens de raadsvergadering van 21 maart 1978 werden weer namen vastgesteld voor straten,
dit maal voor fase 2 van uitbreidingsplan Zuid III. Er werden 6 vogelnamen gekozen,
aansluitend bij de namen van fase 1. Welke naam aan welke straat van het uitbreidingsplan
gegeven moest worden, dat vermeldt het raadsbesluit niet. De afdeling gemeentewerken (die
verantwoordelijk is voor de aanleg van de straten) was vrij om de door de gemeenteraad toegekende
namen aan de nieuwe straten toe te delen. Een maand na het raadsbesluit kwam gemeentewerken
erachter, dat er eigenlijk maar 5 namen nodig waren. De straatnaam Koekoek die op de
raadsvergadering ook was toegekend is daarbij komen te vervallen.
Nadat een grote hoeveelheid vogelnamen waren toegekend, vond men het nu weleens tijd worden om
wat andere namen te gaan gebruiken. Zo halverwege 1979 werd het actueel om voor fase 3 van de
Broekvelden namen te gaan verzinnen. Diverse suggesties kwamen ter tafel. Zo werd aan molennamen
gedacht, aan gemeenten uit de regio, aan de kaaswereld en aan rivieren uit de omgeving.
Uiteindelijk koos men voor namen die te maken hebben met de plattelandswegen of landscheidingen
in het landschap van onze omgeving. De gekozen namen berusten overigens voor een groot deel op
fantasie, het zijn niet echte benamingen zoals deze in het woordenboek of in de geschiedenis zijn
te vinden. In 1979 werd het raadsbesluit voor 5 straten genomen, in 1981 (bij fase 4) volgden nog
5 namen.
Eind 1983 was er weer woningbouw gepland voor fase 5 en direct daarop aansluitend ook voor
fase 6 van de Broekvelden. Besloten werd beide delen gelijktijdig van straatnamen te voorzien.
In eerste instantie waren er 9 namen nodig. Een aantal mogelijkheden passeerden de revue, zoals
vogels (maar daarvan waren er al zoveel in Bodegraven), molennamen, boerderijnamen en ook
vissen. Met name vissen, die in deze streek in onze sloten en plassen voorkomen, kregen de
voorkeur. Uiteindelijk werden door de gemeenteraad in 1983 de negen hieronder genoemde namen
van witvissen gekozen.
Al bouwende bleek in 1987 echter, dat er nog een naam te weinig was gekozen. De gemeenteraad
koos uiteindelijk de naam Snoekbaars. Dat bij deze naamgeving niet gedacht is aan de andere
8 vissen moge blijken uit het feit, dat de eerste 8 vissen alle witvissen zijn, terwijl de
snoekbaars een roofvis is.
Terwijl er in het achterste gedeelte van de Broekvelden al driftig werd gebouwd, bleef er
middenin nog een stukje grond over, dat pas vanaf 1986 als fase 7 van de Broekvelden zou worden
bebouwd. Al tijdens de raadsvergadering van 1983 (bij de naamgeving van fase 5) was door de raad
al de wens uitgesproken om ook namen van grassen toe te kennen. De gemeenteraad kwam in 1986
haar eerder gedane uitspraak na, en besloot aan de drie straten van fase 7 de namen te geven
van grassoorten die alle in het weidegebied rond Bodegraven voorkomen
In de laatste decade van de 20e eeuw werden plannen gemaakt om ten oosten van de rondweg
Broekveldselaan een geheel nieuwe woonwijk aan te leggen. Deze wijk is gelegen in het
weidegebeid, vandaar dat al snel de naam "Weideveld" in gebruik kwam. In de eerste jaren van
de 21e eeuw werd het gebied van de weilanden opgespoten met zand, dat enige jaren moest
inklinken. Toen een begin gemaakt zou worden met de bouw van huizen, bleek de kredietcrisis
voor moeilijkheden te zorgen. Het was niet mogelijk om voldoende huizen te verkopen, iets
dat nodig was om te beinnen met de bouw. Gelukkig werd er door de gemeente en de
woningbouwstichting een oplossing gevonden, zodat rond 2010 kon worden begonnen met de
bouw van huizen. Voor de naamgeving van de straten van de diverse fasen van Weideveld werd
aangesloten bij de naam van de wijk (Weideveld), en werden namen gekozen van weidebloemen.
Fase 1
De bouw werd begonnen in de hoek die gevormd wordt door de Broekveldselaan en de spoorlijn.
De bouw vorderde in het begin erg traag a.g.v. de crisistijd rond 2008. Maar gaandeweg werd
verdergebouwd, eerst in het gebied tussen de ontsluitingsweg Akkermunt en de spoorlijn.
Fase 2
Vanaf halverwege de tweede decade van de 21e eeuw raakte het gebied van fase 1 volgebouwd
en werd verder gegaan met de bouw in het gebied tussen Akkermunt, Weideveldselaan en
Broekveldselaan. In 2024 wordt nog steeds gebouwd in dit gebied.
Het bedrijventerrein van Bodegraven wordt in dit boek weliswaar als één geheel behandeld,
maar dat wil niet zeggen dat de namen ook tijdens één raadsvergadering zijn toegekend.
Het begon op 14 mei en ging verder in de uitgestelde raadsvergadering van 4 augustus 1970,
toen het meest westelijke deel van het bedrijventerrein van een naam werd voorzien. Gekozen
werd voor namen die te maken hebben met de Europese samenwerking te weten Benelux en Europa
voor het landsgebied, Marshall en Shumann voor personen die zich verdienstelijk hebben
ingezet voor Europa, en Henri Dunant; deze laatste naam werd voorgedragen door het bestuur
van het Rode Kruis.
Bij fase II van het bedrijventerrein werd aangesloten bij de eerste gedachte, en werden 6
namen van Europese landen gegeven. Hierbij moge worden vermeld, dat er ook sprake was van
andere namen van Europese personen, zoals De Gaulle, Mansholt, Churchill, Montgomery,
Spaak en Roosevelt. De namen voor fase II werden bij raadsbesluit van 21 maart 1978
toegekend.
Toen in 1993 het bedrijventerrein De Groote Wetering zou worden ontwikkeld, werd weer
aangesloten bij de eerder gevolgde gedachte van Europese eenwording. De EEG was inmiddels
uitgebreid met een aantal landen, dus het was gemakkelijk om ook andere landen te vernoemen.
Verder werden de twee steden (Terrasson en Tolna) vernoemd, waarmee Bodegraven een
vriendschapsband heeft. De namen voor dit deel van het industrieterrein werden door de
gemeenteraad op 22 april 1993 toegekend.
Tijdens de ontginningen in de dertiende eeuw waren stukjes land aangelegd, die loodrecht op
de Rijn stonden. Bij de aanleg van de spoorlijn in 1878 werden al deze stukjes land ongeveer
halverwege overdwars doorsneden. In het begin was dat geen probleem, maar tegen het eind van
de twintigste eeuw, met het sneller wordende treinverkeer werd het oversteken van de spoorlijn
te gevaarlijk. Halverwege de jaren '90 werd er in het kader van het landinrichtingsplan
Driebruggen een grondige herverdeling van de kavels grond uitgevoerd, zodat de vele
onbewaakte overwegen konden verdwijnen. Bij deze herverdeling werden ook enkele nieuwe
boerderijen gebouwd, en werden er enkele nieuwe wegen aangelegd in het gebied tussen de
Oude Rijn en de spoorlijn.
Het dorp Nieuwerbrug behoort nog maar kort tot het grondgebied van de gemeente Bodegraven.
Op 1 februari 1964 is bij een gemeentelijke herindeling het dorp in zijn geheel aan Bodegraven
toegevoegd. Toch is het dorp Nieuwerbrug nooit een eigen gemeente geweest. Tot 1964 liepen
de gemeentegrenzen dwars door het dorp. Het westelijk gedeelte hoorde vanouds al toe aan de
gemeente Bodegraven. Het gebied langs de provinciale weg richting Woerden hoorde toe aan de
gemeente Rietveld, terwijl het zuidelijk deel van het dorp tot de gemeente Barwoutswaarder
(gelegen onder Woerden) en Waarder behoorde.
Omdat het veel verwarring kan geven als er in één gemeente twee straten zijn met dezelfde
naam, moest er bij de herindeling van 1964 een aantal straten van naam worden veranderd.
Het betrof daarbij de volgende straten:
Stationsweg - wordt Graaf Florisweg
Oranjestraat - wordt Graaf Lodewijkstraat
Nassaustraat - wordt Graaf Adolfstraat
Nieuwstraat - wordt Johan Willem Frisostraat
Rijksstraatweg - wordt De Bree
De nieuwe straatnamen werden gekozen tijdens een raadsvergadering van 3 september 1964,
toch al weer een half jaar na de gemeentelijke herindeling.
Een Aak is een groot en meestal stevenloos vaartuig met een platte
bodem voor gebruik op de binnenwateren en grote rivieren. De kenmerken
zijn een platte bodem die voor en achter omhoog is gebogen. Een
moderne uitvoering in wat gewijzigde vorm is de Rijnaak. Een aak
is ontstaan als gesleept rivierschip, bedoeld voor grote
hoeveelheden vracht. Door de lange smalle vorm en het brede
roer kon het met de stroom mee afzakken en stroomopwaarts
worden gesleept.
Achter Nieuwstraat
Raadsbesluit: 26 maart 1930
In 1910 vraagt een bewoner van de Nieuwstraat om op een terrein achter zijn
woning 7 nieuwe woningen te mogen bouwen. Na enige discussie in de gemeenteraad
wordt het verzoek uiteindelijk toegestaan. Lange tijd heeft deze straat geen
naam. Als bijnaam werd de straat wel het Duivelseiland genoemd. Pas in 1930
wordt door de gemeenteraad de naam Achter Nieuwstraat toegekend.
Over de straatverlichting van deze straat is nogal het één en ander te doen
geweest. In 1930, en later weer in 1936 vroegen de bewoners van de Achter
Nieuwstraat om het plaatsen van een straatlantaarn door de gemeente. De
gemeente vond dat zoiets toch wel erg veel geld zou kosten, wel fl 20,-, en
dat was teveel. De straat werd immers zijdelings verlicht door een lantaarn
in de Le Coultrestraat, dus nodig was het niet.
Adolfstraat, Graaf
Raadsbesluit: 28 juni 1962, 3 september 1964
Adolf van Nassau, broer van Lodewijk van Nassau en van Willem de Zwijger.
Hij leefde van 1540 tot 1568. Samen met zijn broer Lodewijk (zie bij Graaf
Lodewijkstraat) was hij betrokken bij de slag bij Heiligerlee, waarbij Adolf
tijdens de verdediging te ver in de vijandelijke linies kwam, en het leven
liet.
Tot 1964 (gemeentelijke herindeling) had de straat de naam Nassaustraat.
Deze naam werd door de toenmalige gemeente Barwoutswaarder (waarin deze
straat was gelegen) in 1962 toegekend bij de uitvoering van het
uitbreidingsplan Nieuwerbrug. De naam Nassau werd daarbij gekozen naar
aanleiding van de naam van het koninklijk huis. Een verzoek van een raadslid
om in 1962 aan te sluiten bij burgemeestersnamen van Nieuwerbrug (vergelijk
de burg. Bruntstraat) haalde geen meerderheid in de raad. In 1964, bij de
herindeling moest de straatnaam veranderen, omdat er in het dorp Bodegraven
ook een Nassaustraat was. Gekozen werd voor de naam van graaf Adolf.
Akelei
Raadsbesluit: ca.2017
Akelei is een geslacht van kruidachtige, winterharde, vaste planten uit de ranonkelfamilie. Er zijn ongeveer 120 soorten. De soorten hebben drielobbige bladeren en opvallende bloemen in diverse kleuren. De meeste soorten bloeien grofweg van half april tot half juli.
Akkermunt
Raadsbesluit: ca.2010
Akkermunt is een vaste plant uit de familie van de lipbloemen. De plant groeit op een vochtige tot natte grond op bouwland, waterkant en graslanden. De plant wordt 15 tot 45 cm hoog en heeft een vierkante holle stengel. De behaarde bladeren zijn tot 6 cm groot. De akkermunt is familie van de pepermunt.
Albrechtstraat, Graaf
Raadsbesluit: 9 december 1975
Graaf Albrecht van Beieren leefde van 1336 tot 1404. In 1358 werd hij
ruwaard (regent) van Holland, omdat zijn broer Willem V krankzinnig was.
Na diens dood in 1389 werd hij graaf van Holland. Hij trouwde in 1353 met
Margaretha van Silezië, en in 1394 met Margaretha van Cleve.
In het uitbreidingsplan Dubbele Wiericke was één rondweg en drie aftakkende
zijwegen gepland. Een eerste suggestie was, om aansluitend aan andere
straatnamen in Nieuwerbrug nu ook namen van Hollandse graven toe te kennen.
Omdat er in Holland verschillende graven zijn geweest met de naam Dirk, was
een eerste simpel (maar toch wel serieus) voorstel, om de hoofdstraat te
noemen Graaf Dirk I straat, en de drie zijstraten de Graaf Dirk II straat
t/m Graaf Dirk IV straat. Gelukkig is men verstandig geweest en heeft men
4 verschillende namen gekozen. Dat daarbij de emancipatie ook toesloeg
blijkt wel uit de wens om niet alleen mannelijke graven te vernoemen, maar
ook vrouwelijke personen.
Alver
Raadsbesluit: 13 december 1983
Een alver (Latijn: Alburnus alburnus) is een onopvallende vis met tamelijk
grote schubben. Hij wordt zo'n 15 tot 20 cm lang. Het is een vrij algemene
vis, in die zin, dat de vis in bijna ieder water op het Europeese vasteland
voorkomt. Alvers leven vaak in scholen, die dicht aan de oppervlakte zwemmen.
De kleur van de rug is grijsgroen met een blauwige glans, de zijkant is
zilverachtig en de buik is wit van kleur. Hij kan zo'n 5 tot 6 jaar oud
worden.
Ambachtshof
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Het ambacht was de onderste bestuurslaag in de hiërarchie van Staten (de
hoogste bestuurslaag) tot wat we nu de gemeenteljike bestuurslaag noemen. Het
ambacht omvatte het rechtsgebied van een dorp. Hoofd van een ambacht was de
schout. In het ambacht werd ook recht gesproken, voor zover het eenvoudige
overtredingen betrof.
Appelgaard
Raadsbesluit: 20 november 1997
Benaming van een boomgaard waar appelbomen worden geteelt. De boomgaarden in
onze omgeving waren meestal kleinschalig. Het fruit werd alleen voor eigen
gebruik en eventueel kleinschalige verkoop geteeld. De belangrijkste
middelen van bestaan waren immers tot de zestiende eeuw de landbouw, en
vanaf die tijd de weidegrond met de bijbehorende kaasmakerij.
De Baan
Raadsbesluit: n.v.t.
Een kort zijstraatje aan het begin van de Noorstraat heeft lange tijd de
bijnaam De Baan gehad. Deze naam is echter nooit officieel toegekend,
ondanks dat in de raadsvergadering van 1 maart 1954 een voorstel hiertoe
is gedaan. De huisnummering van dit straatje loopt mee met die van de
Noordstraat. De naam verwijst naar de lijnbaan, die tot in de jaren '30 van
de 19e eeuw hier gevestigd was.
Baas en Domburgstraat
Raadsbesluit: ca.2019
Vanaf de dertiger jaren tot het jaar 2002 was er op het terrein ten westen van de
Oud-Bodegraafseweg een slachterij gevestigd. Deze slachterij was van de firma
Baas en Domburg. Nadat deze slachterij gesloten werd en de gebouwen in 2004 waren
weggehaald, lag het terrein lange tijd braak.
Ook nadat rond 1990 de Doortocht werd aangelegd met daaraan bedrijfsgebouwen, bleef het
terrein tussen deze Doortocht en de spoorlijn onbebouwd. De huizencrisis rond het jaar
2008 zorgde ervoor dat deze situatie ongewijzigd bleef.
Rond 2015 kwam de wens dit gebied te bebouwen toch weer naar voren. Rond 2019 ontstonden
de eerste huizen, de bouw liep door tot in 2020.
Bavolaan, Dirk
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Dirk Bavenszoon, in Bodegraven beter bekend als Dirk Bavo, was de laatste
graaf van het graafschap Bodelo (zie ook bij Bodelolaan). In het jaar 1010
werd Dirk Bavo graaf. Hij was leenman van de Utrechtse Bisschop. Nu was deze
bisschop in oorlog met de graven van Holland. Toen Holland een tol invoerde
bij de stad Dordrecht, gaf de bisschop aan zijn leenman opdracht om tegen
Holland oorlog te gaan voeren. In het begin lukte dat Dirk Bavo aardig.
Maar toen graaf Dirk III van Holland met een groot leger naar het graafschap
Bodelo kwam, hield Dirk Bavo het niet meer vol. Hij sneuvelde in de strijd
op 10 augustus 1016. Als laatste graafschap werd nu ook Bodelograve bij het
graafschap Holland gevoegd.
Beatrixstraat, prinses
Raadsbesluit: 22 september 1952
Beatrix (geboren 31 januari 1938) is de oudste dochter van koninging Juliana
en Prins Bernhard. In 1966 trouwde zij met Claus von Amsberg (geb. 1926).
Beatrix en Claus kregen drie kinderen: Willem Alexander (geb. 1967, nu
koning der Nederlanden), Johan Friso (geb. 1968) en Constantijn (geb. 1969).
In 1980 volgde Beatrix haar moeder Juliana op als koningin der Nederlanden.
Als eerbetoon aan haar moeder bleef de viering van koninginnedag lange tijd
op 30 april plaatsvinden.
De straatnaam van de Prinses Beatrixstraat werd in 1952 toegekend. De naam
werd gekozen om aan te sluiten bij andere straatnamen in de omgeving, die
ook betrekking hebben op de leden van het koninklijk huis. Het korte stukje
evenwijdig aan de spoorlijn heeft van 1952 tot 1954 nog de naam Prinses
Beatrixstraat gehad. In 1954 werd dat gedeelte Spoorlaan genoemd (zie
aldaar)
Beemdgras
Raadsbesluit: 28 november 1986
Beemdgras (Latijn: Poa) is eigenlijk een familienaam van grassoorten,
waaronder het straatgras, knolbeemdgras, schaduwgras, veldbeemdgras en
diverse andere beemdgrassoorten behoren. Het is een gras dat voorkomt in
weilanden, maar ook wordt gebruikt voor gazons. Het groeit in bosjes en
vermeerdert zich onder de grond. Dat vermeerderen gaat weliswaar gemakkelijk,
maar duurt toch enkele jaren. Voor weilanden die maar kort voor beweiding
worden gebruikt is het dus niet zo geschikt. Als gevolg van de ondergrondse
uitlopers is het echter goed geschikt om er met graszoden een gazon van te
maken. Het is een grassoort die goed tegen droogte kan.
Beiershof
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De naam Beieren kwam in de Nederlandse geschiedenis doordat Margaretha,
dochter van de Hollandse graaf Willem III trouwde met keizer Lodewijk van
Beieren. Toen in 1345 over de opvolging van graaf Willem III moest worden
beslist, ging dat niet zonder slag of stoot. De vraag was of een zoon van
Willem, ook Willem geheten, hem moest opvolgen of de genoemde Margaretha.
Deze laatste regeerde van 1345 tot 1354, tot de macht toch bij graaf
Willem IV kwam. De twisten in deze tijd staan ook wel bekend als de Hoekse
en Kabeljauwse twisten. Een andere (wellicht meer bekende) erfgename uit
het geslacht was Jacoba van Beieren. Zij moest als gravin van Holland,
Zeeland en Henegouwen in 1428 haar macht afstaan aan hertog Filips van
Bourgondië.
Bekenespad
Raadsbesluit: 31 oktober 1955
Halverwege de jaren '50 werden enkele straten aangelegd in Nieuwerbrug.
Eén van deze straten werd genoemd naar het 120 ha grote deel van de polder
Barwoutswaarder met de naam Bekenes, ook wel Bakenes genoemd. Er was ook
nog sprake van om het pad de naam Zwartepad te noemen, omdat het in de
volksmond ook wel zó werd aangeduid. Dit voorstel haalde het niet, net
zomin als een voorstel om het geen pad maar straat te noemen.
Beneluxweg
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
In 1830 was het koninkrijk der Nederlanden uiteengevallen en hadden
Luxemburg en België zich afgescheiden. Maar halverwege de twintigste
eeuw groeiden de landen toch weer naar elkaar toe, en werd er al
samengewerkt. Kort na de oorlog werd deze samenwerking geformaliseerd
in een op 1 januari 1948 in werking tredend verdrag. Hierbij kwam de
Benelux tot stand. Het verdrag was al tijdens de Tweede Wereldoorlog
gesloten. Het doel was om te komen tot afschaffing van de invoerrechten
en andere douanerechten tussen de drie landen. In de naam komen de drie
beginlettergrepen van BElgië, NEderland en LUXemburg tot uiting. De
Benelux hoorde bij de zes landen die in 1957 samen de EEG oprichtten.
Bernhardstraat, prins
Raadsbesluit: 26 januari 1949
Bernhard von Lippe-Bisterfeld (geboren 29 juni 1911) trouwde in 1937 met
Juliana, toen nog prinses, later koningin. Bernhard was van Duitse afkomst,
maar werd kort voor zijn huwelijk tot Nederlander genaturaliseerd. Dat hij
niet zijn (Nationaal Socialistisch) vaderland trouw bleef, maar het
Nederlandse volk diende kwam sterk tot uiting in het feit dat hij in de
Tweede Wereldoorlog aan geallieerde kant meevocht tegen het fascisme van
zijn vaderland. Zijn houding in de oorlog heeft bij veel Nederlanders een
positief effect gehad. Bernhard en Juliana kregen 4 kinderen (Beatrix,
Irene, Margriet en Marijke).
Bij het toekennen van de straatnaam werd in 1949 eerst de naam Karel
Doormanstraat voorgesteld. Maar omdat de omliggende straten ook namen
van het koninklijk huis dragen, werd dit door de gemeenteraad gewijzigd
in Prins Bernhardstraat. Het korte stukje evenwijdig aan de spoorlijn
tussen de Prins Bernhardstraat en de Prinsenstraat heeft van 1949 tot
1954 nog de naam Prins Bernhardstraat gehad. In 1954 werd dat gedeelte
Spoorlaan genoemd (zie aldaar).
Beursstraat
Raadsbesluit: 26 maart 1930
In verband met de Nieuwe Markt, die in 1925 werd aangelegd, was het
noodzakelijk om een gebouw neer te zetten ter ondersteuning van de handel.
In 1927 wordt er dan ook een stuk grond verkocht, waarop dit zogenaamde
beursgebouw verrees. Als er dan enkele jaren later huizen worden gebouwd
op het tot dan toe braakliggende terrein, wordt in 1930 besloten hieraan
de naam Beursstraat te geven. Het beursgebouw is in 1968 gesloopt.
Beukenhof
Raadsbesluit: 27 februari 1997
De beuk (Latijn: Fagus sylvatica) is een boom die vele mensen wel zullen
kennen. Een beuk is vooral een hoge boom, wel tot 30 meter hoog, waarbij
er dan tot de helft van deze hoogte alleen een stam is, zonder zijtakken.
De kroon is sterk vertakt. De eivormige bladeren zitten in rijen aan de
takken, aan de onderkant zijdeachtig behaard. In het najaar worden de
beukenbladeren roodbruin en zorgen dan voor mooie herfstkleuren in het
bos. De beuk is vooral bekend door de beukennootjes die in het najaar
veel op de grond gevonden worden. Het roodachtige hout van de beukenboom
wordt veel gebruikt voor meubels. Het beukenhout is vooral te herkennen
aan de kleine donkere streepjes.
Binnenweg
Raadsbesluit: 27 mei 1966
In 1966, bij de invulling van het bedrijventerrein in de Dronenwijk
bleek, dat er nog een straat extra nodig was, naast de in 1961 benoemde
straten. Ingegeven door de naam Binnendijk, een historische dijk die de
scheiding vormde tussen de polders Zuidzijde en Reeuwijk, ongeveer gelegen
op dezelfde plaats als de nieuwe straat, koos men voor de naam Binnenweg.
Bleek, de
Raadsbesluit: 20 november 1997
Tegenwoordig kennen we geen huishouden meer zonder wasmachine, wasdroger en
dergelijke. Maar vroeger moest de was met de hand worden gedaan. Ook
waspoeders met bleekmiddelen waren onbekend. Vooral voor de witte was
zou dat een probleem zijn. Door het gebruik en de kwaliteit van de stof
zou het witgoed namelijk snel gaan verbleken. Om het witgoed toch wit te
laten blijven werd het daarom op een droge dag neergelegd op een speciaal
grasveld, de bleek, om de zon zijn blekende werking te laten doen.
Boterbloem
Raadsbesluit: 11 februari 2010
De boterbloem (Ranunculus) is een bekende meerjarige weideplant met gele bloemen. Het is deel van de Ranonkelfamilie. Ze groeit met name op stikstofrijke, vochtige gronden, zoals weilanden. De boterbloem is giftig (ook voor het vee), maar omdat ze nogal stinken, laat het vee de boterbloem ongemoeid in het weiland.
Bodelolaan
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Voordat de Bodelolaan zijn uiteindelijke naam kreeg, zijn er nogal wat andere
namen de revue gepasseerd. In eerste instantie werden namen voorgesteld zoals
Oranjestraat, Verlengde Oranjestraat of Oranjestraat Oost. Daarnaast kwam B&W
ook met een voorstel voor de naam Rhijnluststraat. Rhijnlust was een
voormalige buitenplaats met monumentaal buitenhuis, gelegen op het punt
waar de huidige Bodelolaan op de Noordstraat uitkomt. Ook dit voorstel kon
in de ogen van de gemeenteraad geen genade vinden. De aankoop van de
voormalige buitenplaats Rhijnlust ging immers gepaard met gerechtelijke
procedures, reden om deze naam voortaan maar te boycotten. Met een voorstel
van raadslid Van Doorn om de naam Bodelostraat of Bodelolaan te noemen ging
de gemeenteraad uiteindelijk akkoord.
Maar wie of wat was Bodelo nou eigenlijk? Bodelo is de oudste vermelding
van een graafschap, dat in onze omgeving heeft gelegen. Op een kaart uit
839 worden 12 graafschappen genoemd, waaronder Bodelograve. In die tijd
was het graafschap Bodelo belangrijker dan het graafschap Holland; bij
dat laatste moest zelfs vermeld worden, dat het was gelegen in de omgeving
van Bodelo, een teken dat Bodelo bekender was dan Holland. Ook later, als
in het jaar 1010 Dirk Bavo graaf is, is er nog steeds sprake van een
graafschap Bodelo, ook wel Bodeloden Grave (zie bij Dirk Bavolaan).
Boerderijweg
Raadsbesluit: 26 januari 1995
Vanaf het bedrijfsterrein De Groote Wetering werd in het kader van de
landinrichting halverwege de jaren '90 een nieuwe weg aangelegd, evenwijdig
aan de Rijn, spoorlijn en snelweg naar enkele nieuw gebouwde boerderijen.
Naar aanleiding van deze nieuwe boerderijen kreeg de weg de naam
Boerderijweg.
Bodelohof
Raadsbesluit: okt. 2007
Halverwege het eerste decennium van de 21e eeuw werd het bedrijf Andrelon
opgeheven. Op het bedrijventerrein werd nieuwbouw gepleegd. Eén van de
nieuw ontstane straaten op het terrein loopt evenwijdig aan de Bodelolaan.
Omdat doornummering van de huisnummers in de reeks van de Bodelolaan niet
mogelijk was, heeft de gemeente gekozen de naam Bodelohof toe te kennen
aan deze nieuwe straat. Voor de betekenis van de naam Bodelo, zie
Bodelolaan.
Boomgaard
Raadsbesluit: 20 november 1997
De Rijnstreek rondom Bodegraven is niet een typisch fruitboomgebied zoals
de Betuwe. Toch waren er boeren die naast het melkvee ook fruitbomen plantten.
Gezien de schaalgrootte werd dit fruit in onze omgeving alleen gekweekt voor
eigen gebruik. De boomgaard stond meestal op een afgescheiden perceel grond
naast of vlak achter de boerderij.
Boesemsingel
Raadsbesluit: 4 augustus 1970, 27 november 1984
Het grootste gedeelte van de nieuwe wijk was gelegen in de polder Zuidzijde,
die vroeger was verbonden met de Boezempolder, in oude schrijfwijze ook
Boesempolder. De Boesemsingel was in eerste instantie gepland vanaf de
Goudseweg. De kruising van de Goudsevaart en Emmakade is er echter nooit
van gekomen. De naam Boesem (of in de tegenwoordige schrijfwijze Boezem)
heeft betrekking op boezemwater, een stelsel van watergangen dat gebruikt
wordt voor waterberging, meestal hoger gelegen dan het polderpeil, maar
lager dan het peil van het water waar uiteindelijk de afvoer
plaatsvindt.
Toen in 1984 het appartementencomplex op de hoek van de Boesemsingel werd
gebouwd, kwam men in moeilijkheden met de huisnummering op de Grutto. De
nummering van de al bestaande huizen van de Grutto ten zuiden van de
Boesemsingel begon immers met nummer 1. Verdergaande nummering bij het
nieuwe complex was dus niet mogelijk. Om deze reden besloot de raad op
27 november om het noordelijke gedeelte van de Grutto te hernoemen in
Boesemsingel. Van deze laatste straat was er immers geen probleem met
de nummering, omdat er sprake was van hogere huisnummers, waaraan
aansluitend kon worden genummerd.
Boterbloem
Raadsbesluit: ca.2010
De Boterbloem is een bloem uit de familie van de waterranonkel.
Er komen meerdere kleuren voor, veelal geel en soms wit, of
een combinatie van deze twee kleuren. De boterbloem komt voor
op weilanden. Ze zijn giftig voor de dieren. Maar als gevolg
van hun onaangename smaak laat het vee ze vanzelf staan.
Alleen in gevallen waar boterbloemen worden meegenomen in
gemaaid gras, of op velden waar verder weinig gras staat,
dan kan het een gevaar vormen voor het vee.
Botter
Raadsbesluit: ca.2007
Een Botter is een oud Nederlands type vissersvaartuig met een plat
vlak (bodem) en aan de bovenkant naar binnen vallend boeisel.
Een botter werd gebruikt voor de visvangst op de Zuiderzee, maar
ook wel op de Noordzee. Het type is ontstaan in de tweede helft
van de 18e eeuw.
Bourgondischelaan
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Vanaf omstreeks 1400 ontwikkelde zich een nieuwe machtsfactor in Europa:
Bourgondië. Zij eist haar plaats op tussen het Franse koninkrijk en het
Duitse rijk. Het eigenlijke Bourgondië was en is gelegen in het noorden
van Frankrijk. De Bourgondiërs kwamen echter ook in de Nederlanden aan de
macht, omdat Filips van Bourgondië (Filips de Stoute), door zijn huwelijk,
het graafschap Vlaanderen verwierf. Later werden ook Holland, Zeeland en
Henegouwen verkregen, toen Jacoba van Beieren in 1428 haar gebied moest
afstaan aan hertog Filips van Bourgondië. De macht van de Bourgondiërs
bleef tot 1477 groot, toen Maria aan de Staten Generaal het zogenaamde
"Groot Privilege" moest verlenen, dat haar gezag aanzienlijk beknotte.
In het rijtje van 4 historische namen heeft alleen de Bourgondischelaan
de uitgang 'laan'. Dit is geen toeval. Naast drie hofjes was de
Bourgondischelaan in eerste instantie gedacht als afsluiting van de wijk
Broekvelden, waarbij deze straat als ontsluitingsweg verder zou lopen
over de spoorlijn en de Oude Rijn heen naar de Noordzijde. Een vroege
vorm van een derde Rijnbrug dus.
Bouwsteeg
Raadsbesluit: ??
De Bouwsteeg wordt weliswaar behandeld in het rijtje van zijstraten van
de Kerkstraat, maar is in tegenstelling tot de andere zijstraten van oude
datum. Al in 1670 wordt de straat genoemd. Van oudsher bestond deze steeg
als ontsluiting vanuit de Kerkstraat naar de achter de huizen gelegen
landbouwgronden, later weidegebieden. De naam landbouw en landbouwer kwam
op deze manier terug in de naam. De steeg kreeg op grond van deze functie
in de volksmond zijn naam. Of deze naam later ook officieel is toegekend
is niet bekend.
Brasem
Raadsbesluit: 13 december 1983
De brasem (Latijn: Abramis brama) is een vis die soms weleens wordt verward
met de Kolblei. Aan de kleur is de brasem echter goed te herkennen. De
brasem is bovenop de rug donkerblauw tot zwart. Meer naar de buik toe
gaat dat over via grijs naar witgeel op de buik. Een kenmerk waaraan men
de brasem goed kan herkennen is de uitstulpende mond, waarmee hij zijn
voedsel van de bodem af kan scheppen. De brasem wordt 35 tot 45 cm lang.
Doordat de brasem met zijn mond over de bodem naar voedsel zoekt en zo
een modderbodem omwoelt, heeft de brasem een negatief effect op de
helderheid van het water.
Bree, de
Raadsbesluit: 3 september 1964
De naam Bree is een oostnederlandse oude benaming voor akker (Bride, Brida).
Het duidt op ontginning door Oostnederlandse arbeiders. De naam is vanouds
toegekend aan de polder de Bree, gelegen ten noorden van de weg tussen
Nieuwerbrug en Woerden. De straat tussen Nieuwerbrug en Woerden heette al
heel lang officieus Rijksstraatweg. Op 26 augustus 1955 werd deze naam
door de toenmalige gemeente Rietveld geformaliseerd. Bij de gemeentelijke
herindeling in 1964 werd de weg verdeeld tussen de gemeente Woerden en de
gemeente Bodegraven. In Woerden werd het wegvak Rietveld genoemd. Na een
eerste gedachte om het Bodegraafse gedeelte ook zo te noemen, of om de
straat de Breestraat te noemen, werd uiteindelijk aangesloten bij de naam
van de polder waarin deze straat is gelegen.
Broekveldselaan
Raadsbesluit: 4 augustus 1970, 13 maart 1973
De naam broekvelden betekent "natte, drassige gebieden". Gebieden werden
drassig, omdat er onvoldoende afwateringsmogelijkheden waren. In de tijd
toen er nog geen molens waren, gebeurde de afwatering via natuurlijke weg,
via de Oud Bodegrave of direct naar de Oude Rijn. Net ten zuiden van
Bodegraven ontstond zo een drassig gebied, de latere polder Broekvelden
en Vettenbroek, waarin thans het recreatiegebied De Reeuwijkse Hout is
gelegen.
Over het geven van de naam Broekvelden aan een straat is nogal wat te doen
geweest. Al in 1961 wordt de naam genoemd in de Dronenwijk. Later werd dat
de Statenlaan. In 1970 zien we de naam verschijnen in de wijk ten oosten
van de Goudseweg. Naast de naam voor de gehele wijk, krijgt de rondweg om
de in 1970 geplande wijk dezelfde naam. De straat Broekvelden loopt dan
vanaf de Goudseweg eerst in oostelijke richting en verder met een bocht
in noordelijke richting via wat nu de Grutto, Goudplevier en Indoorweg
heet tot bij de Cortenhoeve. Al in 1973 is er sprake van uitbreiding van
de wijk Broekvelden. Men acht het dan beter, om de nieuwe rondweg, om de
hele wijk heen, de naam Broekveldselaan te geven. Het stuk in noord-zuid
richting krijgt dan een andere naam. De derde Rijnbrug die in 1997 in het
verlengde van de Broekveldselaan komt te liggen krijgt dan de van deze
straatnaam afgeleide naam Broekvelderbrug.
Brugstraat
Raadsbesluit: 27 februari 1893
Al in het jaar 1360 was er in Bodegraven sprake van een brug over, en een
sluis in de Oude Rijn. De straat in het verlengde van deze brug kreeg
uiteraard in het spraakgebruik de naam Brugstraat. In 1893 werd deze naam
officieel gemaakt.
Bruntstraat, Burg.
Raadsbesluit: 29 december 1939
Pieter Jonker Brunt was steenfabrikant in Rietveld (gelegen tussen
Nieuwerbrug en Woerden). Van 1909 tot 1919 maakte hij deel uit van
de gemeenteraad in Rietveld, waarvan de laatste twee jaren als wethouder.
Vanaf 1919 tot eind 1939 was hij burgemeester van Barwoutswaarder, Waarder
en Rietveld. Hij was overigens niet alleen actief in de gemeentepolitiek.
Van 1908 tot 1935 was hij lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland
voor de CHU. In 1933 werd hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje
Nassau. Op 7 september 1953 overleed hij. De naam Burgemeester Bruntstraat
is als eerbetoon aan burgemeester Brunt tijdens de laatste raadsvergadering,
die hij voorzat, toegekend aan de straat.
Bruggemeesterstraat
Raadsbesluit: 3 september 1964
Al in de eerste helft van de 16e eeuw was er in Nieuwerbrug sprake van een
brug. Het betrof een vaste, stenen brug. Deze werd en wordt beheerd door een
college van bruggemeesters (let op de letter R in het woord). De brug was
echter te smal, zowel voor de scheepvaart als voor het wegverkeer (karren).
Op 26 mei 1651 kreeg het college van Bruggemeesters toestemming van de
staten van Holland om een nieuwe brug te maken. Alle bewoners moesten
meebetalen. In verband met het onderhoud mocht tol worden geheven; ieder
die niet in Nieuwerbrug woont moest toen, en ook nu nog, tol betalen.
De straat, zowel aan de noordkant als aan de zuidkant van de brug heette
vroeger officieel Weijland (ja, inderdaad, een verlenging van de straat die
langs de noordkant van de Oude Rijn loopt, met een bocht verder in zuidelijke
richting). In het spraakgebruik werd de straat meestal Brugstraat genoemd.
Toen bij de gemeentelijke herindeling ook de rest van Nieuwerbrug bij de
gemeente Bodegraven werd gevoegd, moesten diverse straten van naam worden
veranderd. De naam Brugstraat kon niet, omdat deze naam ook in het dorp
Bodegraven voorkomt. Uit diverse voorgestelde namen, zoals Dorpsstraat
en Dorpsweg koos de gemeenteraad uiteindelijk voor de door B&W voorgestelde
naam Bruggemeesterstraat.
Buitenkerk
Raadsbesluit: ??
Het verlengde van de Kerkstraat buiten het dorp had van oudsher de naam
Buitenkerk. Bij huisnummer 61 lag ook de hoeve met de naam Buitenkerk.
Welke naam eerder bestond, die van de boerderij of die van de straat is
niet bekend. Het stukje tussen de Kerkstraat en Buitenkerk heeft ook nog
officieus de naam Westeind gehad. En het laatste stuk, tegen Zwammerdam
aan, had aan het begin van deze eeuw in de volksmond de naam Schoordijk.
Cortenhoeve
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De naam Cortenhoeve is één van de zeer oude namen in ons dorp. De naam is
reeds ontstaan tijdens de eerste ontginningen van de moerassen, in de
dertiende eeuw. Deze ontginningen vonden plaats vanaf begaanbare wegen
of dijken. Aan de ene kant was dat de Oude Rijn, aan de andere kant het
riviertje de Oude Bodegrave. In het westelijk deel raakten de ontginningen
elkaar, maar meer naar het oosten, onder de gemeente Lange Ruige Weide,
waar de Oude Bodegraven wat naar het zuiden afbuigt, bleef een stuk grond
over. Hierop werden ook boerderijen gebouwd, maar rond deze boerderijen
(Hoeve) kon slechts een stuk grond met een korte (Cort) lengte worden
ontgonnen; in oude schrijfwijde dus een Cortenhoeve.
Crolesbrug, burg.
Raadsbesluit: n.v.t.
Jelle Jelles Croles werd geboren op 9 november 1908 in Leeuwarden. Op 16
april 1946 volgde hij burgemeester van Dobben de Bruyn op in Bodegraven
(of beter gezegd, hij volgde burg. Vonk op die in 1944 onder tragische
omstandigheden om het leven was gebracht). Mr.J.J.Croles was burgemeester
tot 1 december 1973. Hij was betrokken bij de groei van Bodegraven naar
een grote forensenplaats. Hij heeft zich ook ingezet voor de aanleg van
een omleidingskanaal om Bodegraven heen (een plan dat uiteindelijk niet
is doorgegaan) en voor plannen om de Rijn voor grotere schepen geschikt
te maken. In 1967, toen deze plannen even in de ijskast stonden, werd een
nieuwe noordelijke ringweg om het dorp aangelegd en moest er over de Oude
Rijn een brug komen. Gezien de eventuele plannen voor grotere schepen van
1000 ton is er meteen maar een grote brug gebouwd, zodanig, dat deze in
de toekomst voor deze schepen geschikt zou zijn. De brug is op 19 december
1972 voor verkeer in gebruik genomen en in januari 1973 definitief
opgeleverd. Gezien de inzet van burgemeester Croles werd de nieuwe brug
vernoemd naar hem. Jelle Croles is overleden in 1991 in Nijkerk.
Crolesplein, burg.
Raadsbesluit: 9 juni 2000
In het voorjaar van 2000 werd het kruispunt van de Burg.Kremerweg met het
Oranjeplantsoen vervangen door een rotonde. Omdat de brug, in het verlengde
van de Burg. Kremerweg al jarenlang de naam Burg. Crolesbrug had, werd
aansluitend aan deze naamgeving de nieuwe rotonde Burg. Crolesplein genoemd.
Dammekade
Raadsbesluit: 24 november 1966
De naam Dammekade is pas in 1966 gegeven aan de weg die liep langs de
gelijknamige kade van de Binnenpolder of Dampolder. Deze kade lag tot
1964 op het grondgebied van Zwammerdam. De Dammekade loopt vanaf de
Warmoeskade naar het Voshol. Na de gemeentelijke herindeling in 1964 is
er bij de naamgeving ook nog gedacht aan Wonnedwarsweg of Wonneweg (naar
de erlangs lopende Wonnewetering), maar omdat de kade waarlangs de weg
liep al veel langer de naam Dammekade had, is toch bij deze oude naam
aangesloten. Damme is daarbij een deel van het woord Zwammerdam.
Dammekant
Raadsbesluit: 3 september 1964
Het dorp Zwammerdam heeft in het spraakgebruik de naam Damme. De straat er
naar toe werd van oudsher Dammekant genoemd, alhoewel deze straat officieel
Rijksstraatweg heette. Dammekant is afgeleid van kant, richting van Zwammerdam,
gezien vanuit Bodegraven. Bij de gemeentelijke herindeling van 1964 kwam de
straat in de gemeente Bodegraven te liggen. Aangezien er in die tijd in
Nieuwerbrug ook een Rijksstraatweg was gelegen (de latere straat De Bree),
moest er een nieuwe naam komen. Het gemeentebestuur koos daarbij de naam
Dammekant omdat deze naam al in de praktijk werd gebruikt. Andere namen die
ter sprake kwamen waren Zwammerdamse straatweg of Dammebuurt.
Deel, de
Raadsbesluit: 20 november 1997
In de stallen van een boerderij is naast stallingsruimte voor het vee en
bergruimte voor het voer ook ruimte nodig om te werken. Bij de
veeteeltboerderijen, zoals rondom Bodegraven, is ruimte nodig om het vee
te voeren. In tegenstelling tot de Friese boerderij, waar het vee met de
kop naar de muur staat, wordt het vee bij ons opgesteld met de kop naar
een centrale ruimte. Centraal in de stal was een werkruimte, de deel, ook
wel voerdeel genoemd. De deel werd alleen gebruikt om het vee te voeren,
ze werd niet voor de melkbereiding gebruikt. In verband met de hygiène
is daarvoor een aparte ruimte nodig, die meestal gevonden werd tussen het
woonhuis en de stal.
Denemarkenweg
Raadsbesluit: 13 april 1993
Het koninkrijk Denemarken is het zuidelijkste van de Scandinavische landen.
Een land met vele eilanden, waarbij ook de hoofdstad Kopenhagen op het meest
oostelijke eiland is gelegen. Tot Denemarken behoren overigens ook de Faeröer
eilanden en het veel noordeljker gelegen Groenland. De belangrijkste bron van
bestaan is landbouw en veeteelt, met daarnaast ook visvangst en industrie.
Denemarken trad pas in 1973 toe tot de EEG. Voor wat betref de invoering van
de Europese munt speelt Denemarken geen vooraanstaande rol; bij de invoering
op 1 januari 1999 van deze munt bleef Denemarken nog afzijdig; ook in
september 2000 stemden de Denen tegen invoering van de Euro.
Dobben de Bruynstraat, burg.van
Raadsbesluit: 30 mei 1934, 26 oktober 1938, 28 juni 1957
Mr. Cornelis Simon van Dobben de Bruyn (geboren 28 oktober 1873 in Bodegraven),
meester in de rechten, was eerst burgemeester van Hazerswoude. Na 17 jaar
burgemeesterschap stapte hij over naar de tweede kamer der Staten-Generaal,
waar hij vanaf 1917 tot 1924 kamerlid voor de ARP was. Vervolgens werd van
Dobben de Bruyn op 18 oktober 1924 benoemd tot burgemeester van Bodegraven.
Hij bleef hier tot 1 november 1938, toen hij werd opgevolgd door Gerrit Vonk.
Van 1945 tot 1946 was hij weer waarnemend burgemeester. Van Dobben de Bruyn
leidde het dorp in de tijd waarbij de Nieuwe (kaas)Markt werd aangelegd,
een moeilijke tijd waarin de werkloosheid ook in Bodegraven toesloeg. Van
Dobben de Bruyn overleed op 10 januari 1947 in Gouda.
In 1934 werd het eerste gedeelte van de straat aangelegd rondom een nieuw
gegraven vijver. De gemeenteraad gaf aan deze straat de naam "Vijver".
Vijf jaar later, bij het afscheid van burgemeester van Dobben de Bruyn op
26 oktober 1938 werd met algemene stemmen de straatnaam Vijver gewijzigd
in Van Dobben de Bruynstraat. In 1957 werd ook aan het verlengde van de
straat in westelijke richting dezelfde naam toegekend. De straat liep toen
met een bocht verder naar de Buitenkerk. Van dat laatste stuk is in 1997
de naam veranderd in Burg. van de Veldestraat.
Doormastraat, Karel
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Karel Willem Frederik Marie Doorman (geboren te Utrecht op 23 april 1889)
was zeeofficier. In zijn jonge jaren diende hij verschillende jaren in
Nederlands Indië. In 1937 vertrok hij opnieuw naar Indië, waar hij in 1940
tot schout-bij-nacht werd bevorderd. Daarbij voerde hij het bevel over het
vlooteskader in Nederlands Indië. In 1942, na het uitbreken van de oorlog
met Japan werd Karel Doorman bevelvoerder over een gecombineerde vloot van
Engeland, Nederland en Australië. In deze functie nam hij op 27 februari
1942 deel aan de slag in de Javazee. Zijn commando "All ships follow me"
wordt vaak weergegeven als "Ik val aan: volg mij". Op die dag werd vrijwel
de gehele vloot door de Japanners vernietigd. Ook Karel Doorman sneuvelde
daarbij.
Doortocht
Raadsbesluit: 19 januari 1988
De naam Doortocht is afgeleid van de naam Overtocht (zie aldaar). Omdat
de straat een verkorting (ofwel een doorsteek) in de weg betekende voor
het verkeer vanaf de Overtocht naar de spoorwegovergang in de Oud
Bodegraafseweg, werd de naam Doortocht gekozen.
Dotterbloem
Raadsbesluit: ca.2013
De dotterbloem is een vaste plant uit de ranonkelfamilie. De plant ontleent zijn naam aan het Duitse woord "Dotter" en het verwante middelnederlandse "Doder", wat dooier betekent. Dat is dan een verwijzing naar de gele kleur van de plant. De plant komt veel voor langs de rand van sloten en in vochtige weilanden. De bloeiperiode is van maart tot april met soms nog een tweede bloeiperiode in augustus en september. De bloemen zijn ongeveer 4 cm groot.
Dronenhoek
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Voor de naam Dronen, zie de inleiding van dit hoofdstuk.
Aan de noordkant van de Dronenwijk werd een gebied gepland met een
kleinschalig bedrijfsterrein. In eerste instantie werd dit ontsloten door
het verlengde van de Dronenweg. Deze Dronenweg liep aan de noordzijde vanaf
de Oud Bodegraafseweg verder met een U-bocht weer terug naar de Oud
Bodegraafseweg (waar nu het Jacob Vreekenplein is gelegen). Alhoewel
deze weg (voor bouwverkeer) nog geen naam had, werd deze in de volksmond
al Dronenweg genoemd. In 1965, toen naamgeving actueel werd, vond men
echter de naamgeving Dronenweg niet zo goed; deze weg was immers al zo
lang. Gedacht werd (behalve aan de naam Dronenhoek) ook nog aan namen
zoals de Buitenweg (in relatie met de Binnenweg), of aan namen van
geleerden (Edison, James Watt, Einstein, Lorentz, Marshall). Omdat de weg
gelegen was in een driehoek tussen rijksweg, spoorlijn en Oud Bodegraafseweg,
werd gekozen voor de naam Dronenhoek. De U-vorm van de weg is niet lang zo
gebleven. Toen in 1967 het bedrijfsterrein invulling kreeg en de fabriek
van Eminent (later opslagterrein van Blokker) zich er vestigde, werd het
verloop van de straat veranderd in de doodlopende weg zoals we die nu
kennen. Het meest oostelijk gelegen gedeelte kreeg enkele jaren later de
naam Jacob Vreekenplein (zie aldaar).
Dronenplein
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Voor de naam Dronen, zie de inleiding van dit hoofdstuk.
Het centraal in de wijk gelegen plein met de aangrenzende straat kreeg in
1962 de naam Dronenplein. Aan dit plein en straat is, naast een aantal huizen,
ook een aantal utiliteitsgebouwen gevestigd, zoals een gymnastiekzaal en
enkele scholen en kerken. Het eigenlijke plein is in gebruik als parkeerterrein.
Naar de ernaast gelegen Salvatorkerk wordt dit plein in het spraakgebruik ook
wel het Salvatorplein genoemd.
Dronenpark
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Voor de naam Dronen, zie de inleiding van dit hoofdstuk.
Het Dronenpark is het gedeelte van de Dronenwijk, dat net ten zuiden van
het Dronenplein en de Dronensingel is gelegen. Het betreft een gedeelte van
de Dronenwijk buiten de 8 wijkdelen die met woningen bebouwd zouden gaan
worden. Aan de binnenkant van het Dronenpark werd ruimte gelaten voor
utiliteitsbouw zoals scholen en kerken, de buitenrand van het Dronenpark
was onderdeel van enkele van de 8 wijkdelen met huizen.
Dronensingel
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Voor de naam Dronen, zie de inleiding van dit hoofdstuk.
De Dronensingel is de straat die door de gehele Dronenwijk loopt, vanaf de
Goudseweg tot de Oud Bodegraafseweg. Het betreft de straat die is gelegen
naast de watergang die door de hele wijk heen loopt, vandaar de toevoeging
-singel. Het gedeelte dat nu de naam Rijngaarde heeft, had van 1962 tot
1987 ook de naam Dronensingel.
Dronenweg
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Voor de naam Dronen, zie de inleiding van dit hoofdstuk.
De Dronenweg verbindt de Oud Bodegraafseweg met de Dronensingel, en loopt
langs de buitenkant van de Dronenwijk. De toevoeging -weg werd gekozen
vanwege het feit dat de Dronenweg een ontsluitingsweg is vanaf de landelijke
gelegen Oud Bodegraafseweg.
Duitslandweg
Raadsbesluit: 21 maart 1978
Duitsland is centraal in Europa gelegen, aan de oostgrens van Nederland.
Met een oppervlakte van meer dan 356.000 vierkante kilometer is het het
grootste land van Midden-Europa. Helaas heeft het land dat zoals bekend in
het verleden herhaaldelijk tot uiting gebracht door ook andere landen te
willen overheersen. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland in twee delen
gesplitst, de Bondsrepubliek met een op het westen georiënteerde economie,
en de DDR met een op Rusland gericht staatsbestel. In 1990 zijn beide delen
weer herenigd. De bondsrepubliek Duitsland hoorde bij de zes landen die in
1957 betrokken waren bij de oprichting van de EEG.
Dunantweg, Henri
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Jean Henri Dunant leefde van 1828 tot 1910. Hij was bevorderaar van de
verdragen van Genève waarin het oorlogsrecht wordt beschreven. Na de Krimoorlog,
waarbij hij aanwezig was, schreef hij het boek "Herinneringen aan Solferino",
waarin de verschikkelijke toestanden op het slagveld aldaar werden beschreven,
en wat de aandacht van de hele wereld richtte op de afschuwelijke
oorlogstoestanden. Na deze oorlog richtte hij het Internationale Rode Kruis
op. In 1901 kreeg hij voor zijn werk de Nobelprijs voor de vrede.
Deze straatnaam was voorgedragen door het bestuur van het Rode Kruis voor
naamgeving.
Eendrachtsweg
Raadsbesluit: 29 oktober 1954, 27 mei 1966
De naam Eendracht is uiteraard geen zeeheld. Toch hoort deze straat wel in dit
rijtje wel thuis. De naam heeft een dubbele betekenis. Ten eerste was het de
naam van het schip waarop Michiel de Ruyter voer. Ten tweede had het ook
betrekking op de verzoening tussen Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp (zie
bij de beschrijving van beide straatnamen). In 1954 werd door de gemeenteraad
besloten om de naam Eendrachtsweg toe te kennen. Twaalf jaar later kreeg ook
het verlengde van de Eendrachtsweg tussen de Karel Doormanstraat en de
Stadhouderslaan de naam Eendrachtsweg.
Eiber
Raadsbesluit: 13 maart 1973
De naam eiber is een andere naam voor ooievaar (Latijn: Ciconia ciconia).
Een ooievaar is zeer bekend als het gaat om het spraakgebruik, zoals bij
geboorten. Maar in het echt is de ooievaar sinds de jaren '50 in ons land
een zeldzaamheid geworden. Een ooievaar is een grote vogel (tot één meter
lang) met zwarte en witte veren en een rode snavel en poten. Hij voelt zich
vooral thuis in moerasstreken, en nestelt dan graag hoog op gebouwen,
bijvoorbeeld op een speciaal opgesteld wagenwiel op een hoge paal of
schoorsteen. Met zijn snavel maakt hij een klepperend geluid. Hij draagt
met ere de naam trekvogel; in de winter trekken de ooievaars helemaal
vanuit ons land naar het zuiden van Afrika, hemelsbreed zo'n 10.000
kilometer.
Ekster
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De ekster (Latijn: Pica pica) is een vogel die velen wel zullen kennen. Een
vogel met twee kleuren, zwart en een klein beetje wit. Met name de lange
staart maakt hem herkenbaar. Met een lengte van zo'n 45 cm is hij ook niet
zo klein. De ekster is familie van de kraai. Hij bewoont open terrein met
enkele bomen. Maar ook in het dorp of de stad is hij wel te vinden. Zijn
roep is niet bepaald fraai te noemen. Met zijn rauwe kreet hoor je hem al
van verre. Zijn gedrag is ook niet altijd even fraai, als hij eieren en
soms zelfs weleens jonge vogeltjes uit andere nesten rooft.
Elzenhof
Raadsbesluit: 16 april 1969
Alhoewel de els (Latijn: Alnus glutinosa) een echte boom is, toont hij toch
wel meer als een struik. Dat komt door het feit dat de els vaak met meerdere
stammen uit de wortel omhoog schiet. De stam loopt tot bovenaan door, soms tot
25 meter hoog. De takken zitten dan horizontaal aan deze stam.Het blad is in
het voorjaar nogal kleverig. Het is een boom die goed vocht verdraagt, reden
dat hij vaak te zien is bij stromend water en diepe grond, zoals in uiterwaarden,
moerassen en langs sloten. De els wordt in onze omgeving ook vaak aangeplant
langs wegbermen.
Emmakade
Raadsbesluit: 17 februari 1893, 10 maart 1893
Adelheid Emma van Waldeck-Pyrmont (geboren 1858) was de tweede vrouw van
koning Willem III; zij trouwden in 1879. Het leeftijdsverschil van Emma
en Willem (geboren 1817) bedroeg maar liefst 41 jaar. Emma overleefde haar
man dan ook met 44 jaren toen zij in 1934 stierf. Emma en Willem kregen
samen één dochter (Wilhelmina). Na de dood van Willem III werd Emma
regentes, omdat hun dochter Wilhelmina nog maar 10 jaar oud was, en dus te
jong om het land te regeren. Deze situatie duurde tot 1898 toen Wilhelmina
meerderjarig werd en dus oud genoeg moest zijn om het Koninkrijk der
Nederlanden te regeren.
In 1893 kreeg de straat aan de oostkant van de Goudsevaart de naam Van
Tolkade (zie daarvoor bij de Van Tolstraat). Maar een maand later kwam het
gemeentebestuur al op de genomen beslissing terug. Door de wijziging van de
Wilhelminastraat was een naam nodig voor het meest westelijk gelegen gedeelte
van deze straat. Hiervoor werd de naam Van Tolstraat gekozen. Wat een maand
lang de naam Van Tolkade had gehad, kreeg nu de naam Emmakade.
Endelkade
Raadsbesluit: 26 januari 1995
De nieuw aangelegde weg tussen de Dubbele Wiericke en de Weiweg loopt
evenwijdig aan de kade die van oudsher al de naam Endelkade heeft. Een
logisch gevolg was dus ook, dat aan de nieuwe weg de naam Endelkade gegeven
zou worden. Endel is een oud woord voor eind. Het was de kade aan het einde
van de polder Langeweide.
Engelandweg
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De naam Engeland geeft vaak reden tot onduidelijkheid. Eigenlijk is de naam
verkeerd, want we bedoelen meestal het Verenigd Koninkrijk, dat bestaat uit
de landsdelen Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland. Het klimaat kent
veel neerslag; in Schotland soms wel meer dan 1500 mm per jaar, dat is meer
dan dubbel zoveel als in Nederland. Engeland kende al vroeg veel industrie,
een gevolg van de beschikbaarheid van zowel steenkool als ijzererts. De
bevolking van Engeland is bekend om zijn flegmatieke houding. Engeland trad
in 1973 toe tot de EEG, iets waar een groot deel van de Britten nog steeds
moeite mee heeft. Dat blijkt trouwens ook wel bij de invoering van de
europese munt, de Euro, waar het Verenigd Koninkrijk voorlopig buiten zal
blijven.
Erasmushof
Raadsbesluit: 20 augustus 1991
Desiderius Erasmus leefde van 1469 tot 1536. Als één der grootste geleerden
van zijn tijd wordt hij ook wel de "Prins der Humanisten" genoemd. Hij leefde
in de Renaissancetijd, een periode van grote wijzigingen, gekarakteriseerd
door de herziening van de meeste denkbeelden en de terugkeer tot de oude,
meest Griekse, bronnen. Zijn bekendste werk heet "De Lof der Zotheid",
waarin hij de spot drijft met de leidende klasse en de kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleders.
Op de plaats waar nu de Erasmushof is gelegen, stond vroeger de openbare
lagere school, toen nog gelegen aan de Kerkstraat. Naar de naam van deze
school, de Erasmusschool, werd in 1991 de naam Erasmushof toegekend aan de
nieuw aangelegde straat.
Ereprijs
Raadsbesluit: ca.2013
De Ereprijs is een heel geslacht met in Nederland wel 23 verschillende wilde soorten. Wereldwijd tellen we zelfs wel meer dan 500 soorten in dee plantengroep. De kleur van de bloemen is meestal blauw met een witachtige zweem.
Europaweg
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Naast de Benelux ontstond er na de Tweede Wereldoorlog een streven tot
samenwerking. Met name gold dit op het gebied van de kolen- en staalindustrieën.
Door de onderlinge concurrentie uit te schakelen en samen te werken werd
getracht de kans op een nieuwe oorlog te verminderen. In 1951 werd door zes
Europese landen (Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, West-Duitsland en
Italië) een verdrag getekend, dat moest leiden tot de oprichting van de
EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal). Later kwamen daar ook de
EEG (Europese Economische Gemeenschap) en Euratom (Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie) bij. Het EEG-verdrag trad officieel in werking op 1
januari 1958. Al deze op Europa gerichte organen gingen in 1967 op in een
te stichten Europese Gemeenschap (EG). De EEG is later nog uitgebreid met
andere landen, zodat het aantal landen van de eerste zes nu uitgebreid is
tot 15 landen. Op dit moment (2000) wordt er gewerkt aan een Europese munt,
en zijn er nog andere landen die willen toetreden tot de EG.
Evertsenstraat, Jan
Raadsbesluit: 29 maart 1960, 26 oktober 1962
De naam Evertsen hoort thuis bij een heel geslacht van vlootvoogden.
Stamvader was Evert Hendrikszoon, afkomstig uit Zoutelande in Zeeland. Hij
was vlootvoogd in Vlissingen tussen 1572 en 1601. Naar zijn voornaam Evert
werd een aantal van zijn kinderen en kleinkinderen genoemd. Jan Evertsen
was er één van. Hij is geboren in 1600 in Vlissingen, werd in 1622 kapitein
en in 1628 Schout bij nacht. Hij nam deel aan diverse zeeslagen, waaronder
diverse in de eerste Engels-Nederlandse oorlog (1652-1654). In 1664 werd
Johan benoemd tot luitenant-admiraal, maar na een rampzalige zeeslag in de
tweede Engels-Nederlandse oorlog (1665-1667) bij Lowestoft werd hem
plichtsverzuim verweten, waarna hij tijdelijk aan land moest dienen.
Op 66-jarige leeftijd echter kon hij toch weer terugkeren aan boord van een
schip als onderofficier. In de Tweedaagse Zeeslag in 1666 sneuvelde Johan
aan boord van dat schip.
De straat die nu de naam Jan Evertsenstraat heet, heeft in het begin een
andere naam gehad. In 1960, toen de straat samen met de Van Speijkstraat
werd aangelegd kregen beide delen de naam Van Speijkstraat. Twee jaar
later bedacht de gemeenteraad zich, en vond zij, dat het doodlopend stuk
toch een andere naam moest krijgen. Dit werd in 1962, ondanks protesten
van de bewoners, doorgevoerd.
Florisweg, Graaf
Raadsbesluit: 3 september 1964
Floris V wiens bijnaam "Der Keerlen God" was, leefde van 1254 tot 1296.
Al vanaf 1256 was hij graaf van Holland, uiteraard alleen in naam; een oom,
Floris de Voogd, heeft namens hem de eerste jaren het graafschap bestuurd.
Hij slaagde er in Friesland onder zijn macht te brengen. In 1296 werd hij
gevangen gezet op het Muiderslot, en uiteindelijk vermoord.
Tot 1964 (gemeentelijke herindeling) had de straat de naam Stationsweg.
Deze naam werd door de toenmalige gemeente Waarder (waarin deze straat was
gelegen) al veel eerder toegekend. Van 1878 tot 1934 kende Nieuwerbrug een
echt station (nou ja, meer een kleine halte) met de naam Waarder. De straat
liep vanaf de Dubbele Wiericke in de richting van dat station en kreeg dus
de naam Stationsweg. In 1964, bij de herindeling moest de straatnaam
veranderen, omdat er ook in het dorp Bodegraven al een Stationsweg bestond.
Franciscushof
Raadsbesluit:
Franciscus, die leefde van 1181 tot 1226, was een zoon van een rijke koopman
in Assisi. Eerst zou hij zijn vader opvolgen in de handel. Maar na een
ernstige ziekte in het jaar 1205, waarbij hij in een droom de roep van God
zag om Hem te dienen, koos hij ervoor om voor de zieken te gaan zorgen.
Daarbij deed hij afstand van alle rechten op de erfenis van zijn vader.
Een aantal jaren later werd hij rondtrekkend prediker, waarbij hij nadruk
legde op de eenvoud en de armoede. Hij schreef daarbij een gedetailleerde
leefregel die ieder die hem navolgde ook zou moeten naleven. Franciscus
was zelf niet van plan om een orde te stichten, maar naarmate steeds meer
mensen hem navolgden ontstond er vanzelf een kloosterorde, die tot op de
dag van vandaag bestaat.
In Bodegraven was er lange tijd een pensionaat van de Franciscanessen,
gelegen aan de Overtocht. De huidige Zustertuin is nog een restant van
de tuin die bij het pensionaat hoorde. Toen het gebouw in de jaren '70
was gesloopt, werden er 45 premie-huurwoningen gebouwd. Hieraan werd in
1986 een nieuwe straatnaam toegekend, de Franciscushof.
Fluitekruid
Raadsbesluit: 15 september 1977
Fluitekruid (Latijn: Anthriscus silvestris) hoort tot de familie van de
schermbloemen en is verwant aan het geslacht van de kervel. De bloemen
zijn wit of rozerood met losse stampers en groeien in groepen bij elkaar.
Het bloeit in mei tot augustus, en kan daarbij wel tot anderhalve meter
hoog worden. Het fluitekruid groeit in weiden, in de berm, langs dijken
en rivieren, en dan graag in de schaduw van vruchtbomen. Fluitekruid hoort
tot de meest voorkomende schermbloemen van Midden-Europa, en wordt
voornamelijk door vliegen en kevers bestoven.
Frankrijkweg
Raadsbesluit: 21 maart 1978
Frankrijk is voor Nederland vakantieland nummer één. Dat is ook niet zo
gek, want het land heeft een rijke variëteit aan landschappen. Maar naast
het toerisme heeft Frankrijk ook veel andere zaken te bieden. De economie
is na de Tweede Wereldoorlog, mede door de Marshallhulp uit Amerika in
een versnelling gekomen, waardoor het land van een overwegend agrarische
economie nu een veel meer gemengde economie kent. Toch is de landbouw nog
steed belangrijk met de verbouw van granen en aardappelen. Ook de wijnbouw
is over de hele wereld beroemd. De sterk op Frankrijk gerichte houding
van vele Fransen komt vooral tot uiting in een poging tot verfransing van
de wereldtaal en een onafhankelijke opstelling in vele Europese zaken.
Frankrijk is sinds de oprichting van de EEG in 1957 lid van de EEG.
Gentiaan
Raadsbesluit: ca.2013
Gentiaan is een verzamelnaam voor planten uit de gentiaanfamilie, waaronder ca. 400 soorten vallen. In de Alpen komt de soort veel voor, maar in Nederland is het een beschermde bloem omdat ze
hier nogal zeldzaam is. In Nederland komen alleen de klokjesgentiaan en de kruisbladgentiaan voor. In Oostenrijk staat de gentiaan afgebeeld op het muntje van 1 eurocent.
Gloeiende Spijker
Raadsbesluit: 10 oktober 1955
Ten oosten van het dorp Nieuwerbrug heeft aan de noordkant van de Rijn
lange tijd een molen gestaan, waarschijnlijk een korenmolen. De molen zal
wel van hout zijn geweest, en op een bepaalde dag in 1865 vloog deze in
brand. De restanten van de molen bleven nog lange tijd nagloeien, waarbij
het geheel als een spijker zo recht midden in het landschap stond. De
bijnaam "gloeiende spijker" bleef lange tijd in de volksmond bekend. Het
café dat er nu staat is ernaar genoemd. In 1955 besloot de gemeenteraad
van Rietveld deze naam officieel te maken. Na de gemeentelijke herindeling
van 1964 behield de straat haar naam.
Goebelstraat, Hendrik
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Hendrik Goebel (geboren 26 september 1844 in Aarlanderveen) heeft zeer veel
voor het dorp betekend. Hij was kaashandelaar en medeoprichter van de kaasmarkt.
Goebel heeft ook veel gedaan voor de bekendmaking van de Bodegraafse kaasmarkt
in het buitenland. Hij legde kontakten met vele Duitse kaashandelaren en zorgde
ook dat de kaasexport, en met name die naar Duitsland, een grote vlucht nam.
Goudsbloem
Raadsbesluit: ca.2013
De goudsbloem is een plant die behoort tot de composietenfamilie. De soort wordt in siertuinen gebruikt. Daarnaast is het ook de naam van een geslacht van planten waartoe tot twintig verschillende eenjarige of groenblijvende kruiden behoren. De kleur van de bloemen varieert van lichtgeel tot diep oranje.
Goudseweg
Raadsbesluit: 17 februari 1893, 30 augustus 1924, 3 september 1964
In 1893 besloot het gemeentebestuur om de tolweg richting Gouda officieel
de naam Goudsestraatweg te geven, een naam die deze straat al in de volksmond
had sinds de stichting ervan. Toen op 30 augustus 1924 burgemeester Le Coultre
afscheid nam werd door de gemeenteraad besloten om het gedeelte van de
Goudsestraatweg tussen de Wilhelminastraat en de spoorlijn te vernoemen naar de
burgemeester (zie verder bij Burg.Le Coultrestraat). Op 3 september 1964 werd
de in de praktijk al gebruikte kortere naam Goudseweg officieel toegekend. In
1990 is nog een kort stukje van de weg dat tot die tijd bij de gemeente Reeuwijk
hoorde aan de weg toegevoegd, het kreeg uiteraard dezelfde naam.
Goudplevier
Raadsbesluit: 9 december 1975
In de familie van de steltlopers zijn diverse soorten plevieren te vinden.
Naast de bontbekplevier, kleine plevier, strandplevier, zilverplevier is er
de goudplevier (Latijn: Pluvialis apricaria). Deze laatste komt het meest
voor in streken zoals rondom Bodegraven, namelijk in moerassen en daarnaast
op moerassige heidegebieden. In de zomer is de goudplevier meestal in
noordelijker landen te vinden, in de winter is hij ook in Nederland te zien.
De goudplevier is iets groter dan de Lijster (ca. 30 cm).
De straatnaam goudplevier is anders, dan door B&W in eerste instantie was
voorgesteld. Zij noemden in eerste instatie de naam plevier, dus de
soortnaam van de vogel in plaats van de specifieke vogel.
Gravenhof, 's
Raadsbesluit: 12 januari 1988
In 1987 werden er aan de Hoge Rijndijk 21 nieuwe woningen gebouwd. Dit
gebeurde op de plaats waar voorheen een boerderij stond waarvan Westeneng
eigenaar was. In eerste instantie werd gedacht aan voortzetting van de
naam Westeneng als straatnaam van de nieuw aan te leggen straat. Maar het
college van B&W stelde uiteindelijk toch een andere naam voor, zoals het
vernoemen van de voormalige burgemeester Kok. Ook deze naam strandde.
Aansluitend bij de in Nieuwerbrug al bestaande namen van Hollandse graven
werd vervolgens de naam 's Gravenhof voorgesteld, welke uiteindelijk door
de gemeenteraad werd goedgekeurd.
Griekenlandweg
Raadsbesluit: 13 april 1993
De republiek Griekenland is het meest oostelijk gelegen deel van de EEG.
Het landschap wordt voornamelijk bepaald door gebergten, op vele plaatsen
omgeven door de zee. Deze zee dringt op vele plaatsen erg diep het land
binnen, zodat iedere Griek zonder te liegen kan zeggen, dat hij minder
dan 100 km van de zee af woont. De economie van Griekenland is pas in de
tweede helft van deze eeuw goed op gang gekomen. Tot die tijd leefde het
land voornamelijk van de weinige landbouw die er was. Een groot deel van
de bevolking woont in steden zoals Athene en Thessaloniki. In 1981 werd
Griekenland lid van de EEG.
Grondel
Raadsbesluit: 13 december 1983
Een grondel (Latijn: Cyprinus Gobio) wordt ook wel grundje genoemd. Het
verkleinwoord is niet zo gek, want deze vis wordt maar zo'n 20 cm lang.
De bovenkant is blauwachtig groen, de zijkanten blauw met zwarte spikkels.
Hij komt voor in rivieren en meren in heel Europa tot in Zuid-Scandinavië.
Hij voelt zich vooral op zijn plaats in die wateren waar de grond bedekt is
met grind of zand en waar een paar struiken of stenen in het water aanwezig
zijn. Hij eet weke plantendelen, wormen en het vlees van dode, rottende
dieren.
Groene Ree
Raadsbesluit: 18 september 1979
Ree betekent Scheidingssloot. Het woord is afkomstig uit het Oudfrans,
Raie of Roie. Bij de ontginningen van het veenlandschap werden sloten
gegraven die loodrecht op een hoofdwatergang stonden, zoals de rivieren
de Oude Rijn of de Oude Bodegraven. De groene ree is dan het gebied
liggend bij zo'n scheidingssloot. Vergelijk de naam ook met de naam van
de plaats Reeuwijk.
Gruttoplein
Raadsbesluit: ? (ca. 2000)
Rond het jaar 2000 werd de kruising van de Broekveldselaan met de Grutto
vervangen door een rotonde. Even later bleek er op de rotonde een naambordje
te zijn aangebracht met de tekst "Gruttoplein". Of de gemeenteraad er een
besluit over heeft genomen is mij niet bekend; er heeft geen publicatie in
de krant gestaan. De naam is uiteraard gekozen in relatie met de
aansluitende straat "Grutto".
Grutto
Raadsbesluit: 13 maart 1973, 27 november 1984
De grutto (Latijn: Limosa limosa) valt met zijn lange snavel direct op. Ook
de lange poten kan men goed zien, omdat de grutto deze tijdens de vlucht
lang achter zijn staart laat uitsteken. De kleur van de grutto is bruin in
de hals, wit met bruine spikkels op de buik, een donkere rug en een bijna
zwarte staart. De grutto is een typisch Nederlandse vogel; zo'n 80 procent
van alle grutto's in Europa broedt in Nederland. Hij zoekt met zijn lange
snavel en zijn goede ogen wormen uit het weidegebied om te eten.Het aantal
grutto's is de laatste jaren sterk achteruit gegaan. De straat bestaat al
langer. Vanaf 1970 had de straat de naam Broekveldselaan. In 1984 besloot
de raad om het meest noordelijke stukje te hernoemen in Boesemsingel (zie
aldaar).
Gravenstein
Raadsbesluit: 4 januari 1962
De graaf kan worden beschouwd al één van de oudste bestuursambten die in
Holland voorkwamen. Reeds voor de 10e eeuw waren er onder andere in Holland
graven, die de macht uitoefenden. Deze macht strekte zich uit over een
groter gebied dan wat we nu een gemeente noemen, maar hun macht bleef echter
beperkt tot een bepaalde regio, dus niet over heel Holland. Vóór het jaar
1016 was Bodegraven ook een graafschap (zie daarvoor de Bodelolaan en de
Dirk Bavolaan).
Groene Zoom
Raadsbesluit: 4 januari 1964
Het meest zuidelijk gedeelte van de Dronenwijk was als groene afsluiting van
een verder bebouwd gebied gedacht. De straat aan de zuidkant van de wijk,
waarlangs de sportvelden waren gepland, kreeg daarbij de naam Groene Zoom.
Zoom betekent rand, de rand van het dorp dus.
Heemraadslaan
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Het plaatselijk waterschapsbestuur bestond uit een polderschout (die meestal
ook schout van het ambacht was) met twee of meer heemraden (ook wel
kroosheemraden genoemd). Zij vormden het laagste bestuurscollege op
waterschapsgebied. Een hoger liggend orgaan was het hoogheemraadschap,
in Bodegraven waren dat het Groot-Waterschap van Woerden en het
Hoogheemraadschap van Leiden. Deze colleges werden bestuurd door een
dijkgraaf en een aantal hoogheemraden.
Henegouwerhof
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Eén van de graafschappen die ontstonden bij het uit elkaar vallen van het
grote rijk van Karel de Grote was het graafschap Henegouwen. Het was
gelegen in de zuidelijke Nederlanden in wat we nu België noemen. Het kwam
in 1051 als gevolg van een huwelijk van de Vlaamse graaf Boudewijn VI bij
Vlaanderen, en met enkele tussenpozen is het lang bij Vlaanderen gebleven.
In 1300 trouwt Jan I van Henegouwen met Aleid, een tante van onze Hollandse
graaf Floris V, zodat er ook een band ontstaat met ons graafschap Holland.
In 1428 ontviel het graafschap aan Holland, toen Jacoba van Beieren het
moest afstaan aan het machtige Bourgondië.
Heining en Damlaan
Raadsbesluit: 24 januari 1989
De boerderij Heining en Dam is nog te vinden aan de Noordzijde. De boerderij
is ten opzichte van andere oude boerderijen niet zo heel oud (uit de 18e
eeuw), maar het is een fraai voorbeeld van hoe een boerderij er ook al in
de 16e en 17e eeuw uitzag. De naam ervan is een samenvoeging van Heining
(hekwerk dat de boerderij van de weg afsloot) en de naam Dam (de dam in de
sloot langs de weg, waarover het terrein betreden kan worden).
De boerderij Heining en Dam is in 1992 door de eigenaar volledig
gerestaureerd. Omdat de restauratie van de boerderij zo fraai werd
uitgevoerd, is de eigenaar hiervoor onderscheiden met de Hugo
Kotensteinprijs.
Heinstraat, Piet
Raadsbesluit: 29 maart 1960
"Zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de zilvervloot", zo luidt het
liedje over Piet Hein. Eén van de bekendste daden van Piet wordt op deze
manier bezongen. Pieter Pieterszoon Heyn (de naam wordt zowel met een Y als
met een I geschreven) werd geboren in 1577 te Delfshaven (Rotterdam). Hij
voer eerst in dienst van de OostIndische Compagnie, om in 1623 als
vice-admiraal in dienst te treden bij de WestIndische compagnie. In 1626
werd hij naar het Caraïbisch gebied gezonden om daar een Spaanse
zilvervloot te veroveren. Deze overwinning lukte niet, maar twee jaar later
mocht hij zijn poging herhalen, dit maal met goed resultaat; hij maakte 12
miljoen gulden buit, in die tijd een enorm bedrag. In 1629 werd hij
aangesteld als luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland aan het
hoofd van de zeemacht. Tijdens een strijd tegen kapers uit Oostende
sneuvelde Piet Hein in 1629.
Hendrikstraat, prins
Raadsbesluit: 12 augustus 1901
Heinrich van Mecklenburg-Schwerin (geboren 1876), in Nederland Hendrik
genoemd, was de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Duitser van geboorte,
maar na zijn huwelijk met Wilhelmina tot Nederlander genaturaliseerd.
Hendrik en Wilhelmina trouwden in 1901. Zij kregen in 1909 één dochter,
de latere koningin Juliana. Prins Hendrik overleed in 1934 op de leeftijd
van 58 jaar.
Hoefblad
Raadsbesluit: ca.2017
Hoefblad (Petasites) is een geslacht uit de familie Asteraceae. De botanische naam Petasites is afgeleid van het Oudgriekse woord 'petasos' dat een herdershoed aanduidt. De gesteelde bladeren zijn groot en verschijnen pas nadat de bloemen verschijnen. Het zijn meest robuuste planten met dikke ondergrondse rizomen. De bladeren van het groot hoefblad kunnen tot 1 meter groot worden.
Hoefslag
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Het aandeel waarvoor een inwoner van een polder (een ingeland) in het
onderhoud van een dijk of weg wordt aangeslagen voor het onderhoud ervan.
Dit aandeel werd berekend aan de hand van de oppervlakte land, die iemand
in bezit had.
Hofstede
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Een oude benaming voor een boerderij, bestaande uit een woongedeelte en
een bedrijfsgedeelte. De boerderijen in onze omgeving stonden meestal
langs de rivieren (de Oude Rijn, de Meije en de Oude Bodegrave), van
waaruit in de dertiende eeuw de verkaveling plaatsvond.
Hoge Rijndijk
Raadsbesluit: 31 oktober 1955
Als gevolg van ontginningen ging de veengrond in onze omgeving inklinken,
en kwam het land lager te liggen dan het waterpeil in de rivier. Zo laag,
dat het nodig was om een dijk om de rivier te leggen. Dit gebeurde
uiteraard aan beide zijden van de Rijn, zowel aan de noordkant als aan de
zuidkant. Bij hoge waterstand in de rivier gebeurde het weleens dat de
dijken overstroomden. Omdat rivierwater altijd eerst over de dijk stroomt
aan die kant waar de dijk het laagst is, zorgde ieder polderbestuur ervoor,
dat de eigen dijk net iets hoger was dan de dijk aan de andere kant. De
benaming Hoge Rijndijk, of ook wel Hoge Zijde is op deze wijze ontstaan.
De dijk waar we hier over praten was hoger dan de dijk aan de noordkant
van de Oude Rijn. Overigens wordt benaming Hoge Zijde niet overal aan
dezelfde kant gebruikt. In Bodegraven en Hazerswoude wordt aan de noordkant
ook wel gesproken van "hoge zijde", terwijl dat in Alphen aan den Rijn weer
net als in Nieuwerbrug de zuidelijke kant betreft. De naam is lange tijd
officieus geweest. Pas in 1955 besloot de gemeenteraad van het toenmalige
Barwoutswaarder de naam te formaliseren.
Hooijerdijk
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Hooi, gedroogd gras wordt gebruikt als voedsel voor het vee in wintertijd.
Een Hooidijk was een verhoging in het landschap waar gras voor hooibouw
groeide. De naam berust, zoals andere namen in de polderstraatnamen, voor
een groot deel op fantasie.
Hollandshof
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Het graafschap Holland is één van de oudste in de Nederlanden. Nadat het
Karolingische rijk (van Karel de Grote, overleed in 814) was verzwakt, en
Nederland was geteisterd door invallen van de Noormannen, ontstonden rond
het jaar 1000 kleine half-onafhankelijke vorstendommetjes. De titel "Graaf
van Holland" komt voor het eerst voor ten tijde van graaf Dirk V,
halverwege de elfde eeuw. Dat het ontstaan van het graafschap Holland niet
zomaar zonder slag of stoot verliep, vermeld de geschiedenis ook wel. Zo
sneuvelt Willen II, koning van Duitsland en graaf van Holland in 1253 bij
zijn strijd tegen de Friezen. Meer bekend is de moord op graaf Floris V
("der keerlen God") door de edelen bij het Muiderslot in 1296.
Hoogendoornlaan, J.C.
Raadsbesluit: 1966
Jan Cornelis Hoogendoorn werd in 1901 geboren. Hij was boomkweker in Boskoop.
Hoogendoorn werd benoemd tot voorzitter van de ruilverkavelingscommissie,
waar hij belangeloos enorm veel tijd aan heeft besteed. Als gevolg van de
ruilverkaveling was er in 1966 een nieuwe weg ontstaan waaraan boerderijen
werden gebouwd. In de volksmond werd deze weg de "Boerderijweg" genoemd.
Het college van Alphen aan den Rijn (waar de weg onder viel) stelde voor
deze naam ook officieel vast te stellen. Het raadslid P.C.van Vliet vroeg
eerst nog aan de burgemeester of het mogelijk was een weg te vernoemen naar
een nog levend persoon. Gezien de kwaliteiten van Hoogendoorn stelde hij
voor de weg naar hem te noemen. Dit voorstel werd met één stem tegen
aangenomen. Het gedeelte van de weg dat in Bodegraven is gelegen, kreeg
dezelfde naam als het Alphense deel. De heer Hoogendoorn overleed in
1970.
Hoornblad
Raadsbesluit: 15 september 1977, 13 december 1983
Hoornblad (Latijn: Ceratophyllum) is eigenlijk een familienaam. In deze
familie komen in Nederland het gedoornde hoornblad en het ongedoornde
hoornblad voor. Beide soorten lijken sterk op elkaar. Alhoewel het hoornblad
wel bloeit, heeft ze slechts onopvallende bloemen. Het hoornblad is veel
meer te herkennen aan de bladeren die vanuit één plaats op een stengel
uiteenwaaieren. De plant is een waterplant; hij groeit in het water en heeft
geen wortels die in de aarde steken. Het is één van de plantensoorten die
onder water zuurstof vormt.
Hondsdraf
Raadsbesluit: ca.2022
Hondsdraf (Glechoma hederacea) is een kruipende, geurende plant die behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De plant komt in het wild zeer algemeen voor en wordt ook wel als bodembedekker aangeplant. De plant wordt 15-60 cm groot.
Horstlaan
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Een Horst is een plaatselijke verhoging in het landschap, vaak ontstaan door
een zandrug van een oude rivierbedding. De naam komt vaker voor in Nederland,
denk maar aan de plaats Horst in midden Limburg. Vroeger stond er in de
Noordstraat op nummer 82A (ongeveer op de plaats waar nu de Horstlaan ligt)
een boerderij met deze naam. De boerderij is in 1978 gesloopt bij de aanleg
van de nieuwbouwwijk.
Houtwerf
Raadsbesluit: 21 juni 2005
In 2005 kreeg Nieuwerbrug er een nieuwe straat bij. Op de voormalige locatie
van timmerbedrijf Verweij Houttechniek werden 33 appartementen gebouwd. De
nieuwe straatnaam op deze plek kreeg toen de naam "Houtwerf". Volgens de
commissie straatnaamgeving een naam, die goed aansluit bij de voormalige
bestemming van het terrein.
Ierlandweg
Raadsbesluit: 21 maart 1978
Ierland is een land, dat bekend staat om zijn natuurlijke schoonheid. Het
land is heuvelachtig met aan de kust prachtige bergruggen, die vaak tot de
zee doorlopen en daar een steile klifkust vormen. Eigenlijk is de naam
Ierland niet juist voor de republiek. De naam Ierland heeft namelijk
betrekking op het hele eiland, inclusief het noordelijk gedeelte dat als
Ulster deel uitmaakt van Groot-Brittannië. De splitsing in een noordelijk
deel en een zuidelijk deel stamt pas uit 1921 na vele jaren van strijd
tussen het protestantse noorden en het Rooms-Katholieke zuiden. Met een
oppervlakte van 70.000 km2 is het aantal inwoners van de Ierse republiek
met zo'n 4 miljoen erg klein. Daarvan wonen de meeste in de steden Dublin,
Cork en enkele kleinere steden. Ierland trad in 1973 toe tot de EEG. Met de
Europese munt die in Europa in 1999 is ingevoerd doet men nog niet mee.
Indoorweg
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Nadat de Broekveldselaan van loop was veranderd (zie aldaar) bleek, dat er
nog een naam nodig was voor het straatgedeelte tussen de Roerdomp en de
Cortenhoeve. Gezien de aanleg van de sporthal, waar indoor-sport beoefend
zou gaan worden, werd gekozen voor de naam Indoorweg.
Ingelanden
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Gezamenlijke eigenaars van een stuk land, dat door een dijk wordt omsloten,
dus van een waterschap of een polder. De ingelanden moesten vroeger samen,
naar rato van de hoeveelheid grond die men bezat, het onderhoud van deze
dijk betalen. De ingelanden die eigenaar waren van een bepaald minimum
oppervlakte waren stemgerechtigd in het polderbestuur, dit in tegenstelling
tot de pachters.
Irenestraat
Raadsbesluit: 28 juni 1957
Irene (geboren 5 augustus 1939) was de tweede dochter van koningin Juliana
en prins Bernhard. Ze trouwde in 1964 met Carlos Hugo de Bourbon-Parma
(geb. 1930). Gezien het feit dat Carlos het Rooms-Katholieke geloof aanhing
en dit een punt van discussie was, deed Irene afstand van de rechten als
tweede in de lijn van troonopvolging. Irene en Carlos kregen vier kinderen:
Carlos (geb. 1970), Jaime (geb. 1972), Margarita (geb. 1972) en Carolina
(geb. 1974). In 1981 liep het huwelijk van Irene en Carlos uit op een
scheiding.
Italiëweg
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De republiek Italië steekt als een enorm schiereiland uit, middenin de
Middelandse Zee. Ruim een derde deel van de oppervlakte wordt ingenomen
door gebergte. In de economische ontwikkeling is er een duidelijk verschil
te zien tussen het sterk geïndustrialiseerde noorden en het veel armere
zuiden. De geschiedenis van het land gaat heel ver terug. Reeds voor het
begin van onze jaartelling was Rome een wereldstad, en reikte het Romeinse
Rijk van Nederland tot Egypte en Mesopothamië. De vestiging van de zetel
van de Rooms-Katholieke kerk in Rome heeft ook veel invloed gehad op de
geschiedenis van Italië. Na een fascistische periode onder Benito Mussolini
koos het Italiaanse volk in 1946 voor een republiek. Italië trad in 1957
(bij de oprichting) toe tot de EEG.
Jaagpad
Raadsbesluit: ??
In 1661 werd door de steden Leiden, Woerden en Utrecht besloten om een
directe openbaar vervoer verbinding aan te leggen. Dit gebeurde in de vorm
van een trekschuit. Deze schuit werd voortgetrokken door een paard, dat
over een pad aan de kant van het water liep. Over het hele traject tussen
Leiden en Utrecht werd daarom een zogenaamd Jaagpad aangelegd. Tussen
Bodegraven en Nieuwerbrug werd het pad aangelegd door Woerden. Het kwam
te liggen aan de zuidkant van de rivier. Het gedeelte binnen de bebouwde
kom werd in 1925 veranderd van naam en kreeg de naam Rijnkade. Het deel
buiten de kom bleef de oorspronkelijke naam houden. Tegenwoordig is het
jaagpad in gebruik als toeristisch fietspad.
Jacobastraat, Gravin
Raadsbesluit: 9 december 1975
Jacoba van Beieren, geboren in 1401, overleden 1436 op het slot Teylingen
bij Sassenheim. Ze was de laatste telg uit het Beierse huis, dat in 1356
het Henegouwse had opgevolgd. Ondanks dat ze fel tegen haar tegenstanders
ten strijde trok, moest zij in 1428 haar macht afstaan aan hertog Filips
van Bourgondië. Ook haar vier huwelijken brachten Jacoba geen geluk. Voor
de perikelen rond het uitbreidingsplan Dubbele Wiericke, zie bij Graaf
Albrechtstraat.
Johan Willem Frisostraat
Raadsbesluit: 14 juni 1956, 3 september 1964
Johan Willem Friso (1687-1711) was nog maar 15 jaar, toen zijn vader,
stadhouder Willem III overleed. Omdat de meerderheid van de gewesten hem
nog te jong vond, begon zo het tweede stadhouderloze tijdperk in Nederland.
Maar 5 jaar later werd hij al stadhouder van Friesland (dus niet van Holland).
In 1704 werd hij benoemd in het Nederlandse leger. Hij verdronk in het
Hollands Diep bij Moerdijk, waar hij door angst bevangen in een storm op
een andere boot wilde overstappen. Zijn zoon, die een maand later werd
geboren, zou de latere stadhouder Willem IV worden.
Tot 1964 heette deze straat de Nieuwstraat. In 1956 gaf de gemeenteraad van
Barwoutswaarder aan de eerste nieuwe straat in het uitbreidingsplan deze
naam. In 1964, bij de gemeentelijke herindeling moest de straatnaam
veranderen, omdat er ook in het dorp Bodegraven al een Nieuwstraat
bestond.
André de Jongstraat
Raadsbesluit: ca.2006
Jarenlang was er op een terrein naast de Noordstraat de fabriek van
Andrelon gevestigd, een fabriek waar shampoo's werden gemaakt. Deze fabriek
was opgericht door André de Jong, die in de beginjaren een kapperszaakje
had in Bodegraven. Eind jaren '90 is de fabriek van Andrelon gesloten, de
vrijkomende ruimte is in het eerste decade van de 21e eeuw als project
"Bodelo" voor woningbouw bestemd. De nieuw aan te leggen straat op het
voormalige terrein van de shampoofabriek is genoemd naar de oprichter van
deze vestiging.
Julianastraat
Raadsbesluit: 7 september 1909
Juliana (geboren 30 april 1909) is de enige dochter van Koningin Wilhelmina
en Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Zij trouwde in 1937 met Bernhard
von Lippe-Biesterfeld (geb. 1911). Het huwelijk met een Duitse prins bleek
geen probleem te zijn, met name dank zij de zeer pro Nederlandse opstelling
van de jonge prins Bernhard. Tussen 1938 en 1947 kregen zij vier kinderen:
Beatrix (geb. 1938), Irene (geb. 1939), Margriet (geb. 1943) en Marijke
(geb. 1947, die zich na 1964 Christina liet noemen). Juliana volgde in 1948
Wilhelmina op als koningin der Nederlanden. In 1980 trad ze af ten gunste
van haar dochter Beatrix. Juliana woont sinds haar huwelijk op paleis
Soestdijk.
In 1909 geeft de gemeenteraad aan de straat de naam Julianastraat. In maart
1942 wordt de straatnaam veranderd in Juliana van Stolbergstraat (de moeder van
Willem de Zwijger). Dit, omdat op last van de Duitse bezetters geen straat
genoemd mocht worden naar een levend lid van het koninklijk huis. Na de oorlog
is dit uiteraard weer teruggedraaid.
Kapberg
Raadsbesluit: 20 november 1997
Van oudsher bestond de boerderij in ons weidegebied uit één ruimte waarin
alle functies waren ondergebracht. Vooraan was het woonhuis gevestigd, meer
naar achteren de stalruimte voor het vee. Boven de stal was een bergruimte
voor het voer. Maar er was echter meer ruimte nodig. Vandaar dat in onze
streken al vroeg het hooi werd opgeslagen in een aparte hooiberg, buiten
het boerderijgebouw. Om het hooi te beschermen tegen weersinvloeden
(regenwater) werd een kap over deze hooiberg gebouwd. Deze werd ondersteund
door vier of zes staanders, waarlangs deze kap omhoog en omlaag getrokken
kon worden. In sommige gevallen heeft de kapberg nog een gemetselde
verhoogde vloer, waaronder extra bergruimte gevonden kon worden.
Karperlaan
Raadsbesluit: 13 december 1983
Een karper (Latijn: Cyprinus carpio) is een vis met een rond lichaam en een
opvallend lange rugvin. Vier baardharen bij de bek vallen tevens op. Met een
donkere rug vallen de goudgele flanken en de lichtgele buik des te meer op.
Een karper kan best wel groot worden. Na drie jaar is hij al 35 cm en na 15
jaar al 60 cm bij een gewicht van 4 kg. Een volwassen karper kan wel 80 cm
worden en 10 kg aan de haak is voor een visser niet eens zo'n heel grote
uitzondering. Een karper zwemt meestal in uitgestrekte plassen, maar in
het paaiseizoen gaan ze ook naar kleinere slootjes. In de winter trekken
ze zich terug in diepere delen van de plassen.
Kavelpad
Raadsbesluit: 24 januari 1989
In het weidegebied zoals rond Bodegraven, staan de meeste boerderijen van
oudsher langs de weg of rivier van waaruit de verkaveling heeft plaatsgehad
(de Oude Rijn en de Oude Bodegrave). De kavels grond stonden loodrecht op de
rivier, ze bestonden meestal uit stukken grond van 60 bij 1250 meter. Om
toch met paard en wagen, en tegenwoordig met de trekker, het achterste
gedeelte van een kavel te kunnen bereiken, werd er een pad aangelegd, soms
verhard met steenslag of tegenwoordig met betonnen platen.
Kerkenpad
Raadsbesluit: 20 november 1997
Nadat in de jaren negentig door de Gereformeerde Gemeente in de Dronenwijk
een nieuw kerkgebouw was gesticht, werd vanaf het parkeerterrein naast de
gymzaal (het Dronenplein) een voetpad aangelegd naar dit kerkgebouw. Mede
gezien het gebruik van het voetpad op zondag, wanneer de kerkgangers vanaf
het parkeerterrein naar de kerk kunnen lopen, werd er de naam Kerkenpad
(in de nieuwe spelling met N) aan gegeven.
Kerkstraat
Raadsbesluit: 17 februari 1893, 10 maart 1893
De Kerkstraat mag wel als één van de oudste straten van Bodegraven worden
beschouwd. Al vanaf ongeveer het jaar 1000 schijnt er op de plaats van de
huidige Dorpskerk een kerkje gestaan te hebben. Deze kerk brandde in 1217
af en werd vervangen door een nieuwe, Romaanse kerk, waarvan nog enkele
funderingsresten bewaard zijn gebleven. De kerk werd genoemd naar Sint
Gallus, de heilige die rond het jaar 800 onze streken heeft bekeerd. In
de 14e en 15e eeuw werd de kerk vergroot, waarbij tevens de toren aan de
kerk werd gebouwd. De straat tussen de brug (en de kerk en ook nog verderop
naar het westen) werd naar de kerk vernoemd.
Het gedeelte ten westen van de Dorpskerk werd door de gemeenteraad in 1893
Schoolstraat genoemd, naar de openbare lagere school aldaar. Deze naam heeft
de straat slechts één maand gehad. Bij de volgende raadsvergadering op 10
maart 1893, werd aan dit gedeelte toch ook maar de naam Kerkstraat
gegeven.
Kerkweg
Raadsbesluit: ??
Wie een plattegrond van Midden Holland bekijkt, ziet dat het riviertje de
Meije vanaf de Meijepolder naar het westen loopt, naar de richting van
Zwammerdam. De polder met bijbehorende boerderijen behoorde echter vanouds
tot het grondgebied van Bodegraven. Voor de bewoners was het dus een grote
omweg om via dat laatste stukje van de Meije in Bodegraven te komen voor
bijvoorbeeld inkopen, en voor kerkbezoek. Met name dat laatste heeft in de
loop van de jaren in het spraakgebruik de naam gegeven aan deze weg. De
weg, die tot rond 1900 eigendom was van de gezamenlijke bewoners, werd
als inkorting van de omweg gebruikt. Eerst als zandweg, vanaf 1901 ook
als weg met een bestrating.
Kievitsheuvel
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Wie in het weidegebied een vogel met een hele lange kuif op zijn kopje
ziet, die heeft als snel met de Kievit (Latijn: Vanellus vanellus) te
doen. Hij is tevens herkenbaar aan zijn roep en zijn gewaagde duikvluchten,
vooral in het voorjaar. De kievit bewoont vochtige graslanden, waarin ze al
vroeg in het voorjaar eieren legt. In Friesland is vanouds de sport bekend
om het eerste kievitsei te zoeken.
De naam Kievitsheuvel is afkomstig van twee historische boerderijen, die
beide deze naam droegen. Ze lagen aan beide oevers van de Enkele Wiericke,
de grens tussen Utrecht en Holland. Beide huizen waren in de tweede helft
van de 18e eeuw centra van smokkel tussen de twee gewesten.
Kikkerlaan
Raadsbesluit: n.v.t.
Een steeg aan de zijkant van de Kerkstraat (evenwijdig aan het huidige
Pastorieplein, maar dan iets in oostelijke richting) had lange tijd de
bijnaam Kikkerlaan. Er is nooit officieel een naam gegeven aan deze steeg.
De resten van de Kikkerlaan zijn nu nog te vinden in de poort naar het
Voorplein naast de winkel van Burggraaf.
Klaproos
Raadsbesluit: ca.2010
Een klaproos is een rode bloem uit het geslacht Papaver. De bloem bloeit vooral op droge, zanderige grond, die kort geleden is omgewoeld. Daarom zien we de klaproos veel in de berm van een weg. Door de vuurrode kleur en de grootte van de bloem zie je een klaproos al van verre staan. In de Eerste Wereldoorlog groeiden klaprozen uitbundig op de slagvelden in Vlaanderen, juist op vers gedolven graven. In Engeland is de klaproos om die reden het symbool voor deze oorlog.
Klaversteijn
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Klaver is een plantensoort met kleine blaadjes, die goed groeit in
weidegrond zoals in onze omgeving.
Kleienburg
Raadsbesluit: 18 september 1979
Deze naam lijkt een fantasienaam. Of hiermee wordt bedoeld een locale
hoeveelheid klei in de grond waarop een weg lag, zoals vroeger in onze
omgeving, is niet bekend.
Klipperaak
Raadsbesluit: ca.2007
Een Klipperaak is een bijzondere vorm van een aak. Het is een
riviervrachtschip met een klippersteven (een scherpe boeg),
het middenschip van een aak (platte bodem) en het ronde achterschip
van een tjalk (een rond achterschip met aanhangend roer). Daarom
heeft een Klipperaak geen stuurwiel maar een helmhout waarmee
het roer wordt bediend. Doordat het achterschip wat ronder is, was er
meer leefruimte voor de schipper. Een Klipperaak werd gebouwd
tussen 1890 en 1930.
Kolblei
Raadsbesluit: 13 december 1983
De naam kolblei (Latijn: Cyprinus blicca) is maar één van de vele namen
waaronder deze vis voorkomt. Hij wordt ook wel kolbliek, koloog, kolfoog,
platter of kortweg blei genoemd. Hij lijkt erg op de brasem, maar de
streep aan de zijkant is recht. Ook is de bek wat stomper, de schubben
wat groter en is de staart hoger en korter. Hij is ook korter dan de
brasem, zo'n 35 cm. De kleur is zilverachtig tot olijfgroen op de rug,
meer naar de buik overgaand naar goudgeel en wit. Hij leeft in zoet water
net als de brasem. Het is een planten- en wiereter. In de winter eet een
blei niets.
Koetshuis
Raadsbesluit: 20 november 1997
Naast een boerderij staande aparte schuur waarin de rijtuigen van de boer
werden opgeslagen. Meestal betrof het hier de luxe rijtuigen waarmee naar
de stad en de kerk werd gereden. Het ging dus niet om de voertuigen waarmee
over het land werd gereden.
Kokplein, burg.
Raadsbesluit: 20 november 1997
Eind 1981 ging burgemeester Kremer met pensioen. Hij werd opgevolgd door Jan
Kok, geboren op 21 juni 1925 in Blokzijl. Ook Jan Kok had, voordat hij in
Bodegraven burgemeester was, al elders deze functie uitgeoefend. Zo was hij
van 1963 tot 1971 burgemeester en gemeentesecretaris van Est en Opijnen
(een kleine gemeente in Gelderland), en van 1971 tot 1981 burgemeester van
Reeuwijk. Op 16 november 1981 werd hij benoemd tot burgemeester van
Bodegraven. Deze functie oefende hij uit tot 1987. Hij overleed in 1993.
In 1997 werd (bij de opening van de Broekvelderbrug) besloten de nieuw
aangelegde rotonde die de aansluiting vormt van de Noordzijde met de
Broekveldselaan te vernoemen naar burgemeester Kok.
Korenbloem
Raadsbesluit: 2011
De korenbloem, ook wel wilde korenbloem genoemd, is een 30-60 cm hoge eenjarige plant uit de composietenfamilie. Hij komt van nature voor in Nederland, maar staat wel op de rode lijst van planten. De naam heeft verband met de traditionele groeiplaats van de bloem, namelijk op korenakkers tussen het graan. Als gevolg van de eenzijdige plantcultuur komt de bloem niet meer voor tussen het koren, maar wel in bermen van binnenwegen en langs sloten. Vanwege het natuurlijk maaibeleid in de bermen neemt het aantal weer wat toe.
De straat die nu Korenbloem heet, heeft eerst nog een andere naam gehad. In 2010 werd aan deze straat de naam Weegbree toegekend. Maar toen op 1 jan 2011 de gemeente Bodegraven en de gemeente Reeuwijk werden samengevoegd, ontstond er een probleem. In Reeuwijk was er namelijk ook een straat met de naam Weegbree. Omdat de straat in Bodegraven nog maar amper bewoond was, werd de naam in 2011 veranderd in Korenbloem.
Kort Land
Raadsbesluit: 18 september 1979
De naam Kort Land (twee woorden) is, net als Cortenhoeve, ontstaan uit de
ontginningsgeschiedenis van het veenlandschap. Lag de Cortenhoeve ten zuiden
van de Oude Rijn, het Kort Land lag daarentegen ten noorden ervan. Het was
een deel van de Noordzijderpolder, in de buurt van de Hornpolder (richting
Zwammerdam).
Koninginneweg
Raadsbesluit: 28 juni 1957, 27 mei 1966
De Koninginneweg is in verschillende fasen aangelegd. Eerst werd het
westelijk gedeelte aangelegd, tussen het Westeinde en de Tuinstraat.
Omdat in eerste instantie diverse straten in deze buurt genoemd zouden
worden naar een lid van het koningshuis, werd voor deze lange oost-west
verlopende straat gekozen voor de algemene naam Koninginneweg. Omdat de weg
de afsluiting vormde van het dorp met het weidegebied, zijn er ook nog
andere namen ter sprake geweest. Namen als Weidekant, Weidestraat, en ook
Noordeinde (in navolging van het Westeinde) werden genoemd. In de
Koninginneweg is nog een pleintje gelegen, ongeveer naast het zwembad.
In eerste instantie zou dit pleintje een aparte naam krijgen. De naam
Margrietplein werd genoemd. Uiteindelijk is het Margrietplein er niet
gekomen, en heeft het pleintje ook de naam Koninginneweg gekregen.
Negen jaar later werden er ook ten oosten van de Tuinstraat nieuwe woningen
gebouwd. De Koninginneweg werd daarbij doorgetrokken. Ondanks opmerkingen
in de gemeenteraad, dat de straat wel erg lang zou worden, werd er toch
voor gekozen om het verlengde van de Koninginneweg dezelfde naam te geven.
Koningsmarck
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Koningsmarck, een Zweed van geboorte, was de opperbevelhebber in het
huurlingenleger van Willem III, de stadhouder die in 1672 betrokken was bij
de belegering van Holland (en de vernietiging van Bodegraven) door de
Franse troepen. Koningsmarck bleef als verdediger in onze buurt achter,
toen Willem III elders verbleef. Tijdens de overval door de Franse troepen
tussen Kerst en Oudjaar 1672, trok hij terug richting Alphen aan den Rijn.
Door de staten van Holland werd hij weer teruggestuurd, maar dat was, zo
blijkt uit de geschiedenis, tevergeefs. Bodegraven werd volledig door de
Franse troepen verwoest. Koningsmarck overleed in 1673. Gezegd wordt dat
hij sneuvelde in de strijd bij Bonn, maar er wordt ook beweerd, dat hij
zelfmoord pleegde omdat hij de schande van de smadelijke vlucht naar
Alphen niet kon dragen.
Koningstraat
Raadsbesluit: 13 juni 1917
In 1916, een paar jaar later dan de jaren waarin de andere straten van
het plan Eshuis zijn aangelegd, wordt weer een nieuwe straat in dit
gebied gepland. De gemeente verkoopt de grond aan een exploitatiemaatschappij,
die er huizen laat bouwen. In 1917 wordt het actueel om de straat van een
naam te voorzien. B&W hebben geen voorstel. Eerst is er sprake van
Verhoekstraat, naar de dichter en schilder P.Verhoek die in 1633 in
Bodegraven is geboren. Een ander voorstel om de straat Koningstraat te noemen
wordt echter met meerderheid van stemmen tijdens de raadsvergadering
aangenomen.
Koolmees
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De koolmees (Latijn: Parus major) is goed te herkennen. Hij heeft een
zwart kopje met witte wangen, een gele onderkant met een duidelijke zwarte
streep die van voor tot achter over de buik loopt. Hij leeft in bossen,
struiken en tuinen, en nestelt in een holle boom of een spleet in de muur,
of in een speciaal opgehangen mezenkastje. Hij lust graag wormen of zaden.
Bij het verorberen daarvan voert hij soms halsbrekende toeren uit; al etend
ondersteboven hangend aan een tak is voor de koolmees helemaal niet
bijzonder. In de winter komt hij ook graag het door mensen opgehangen
voer opeten. Met een lengte van 14 cm is het een tamelijk kleine vogel.
Een koolmees is deels een standvogel, maar in de winter komen ook
koolmezen uit meer noordelijk gelegen landen bij ons overwinteren.
Kopeind
Raadsbesluit: 24 januari 1989
De kavels grond die bij de ontginning van het land in onze streek
ontstonden waren langwerpig. Op het voorste stuk, bij de rivier of weg
van waaruit de ontginning plaatsvond, werden meestal de boerderijen gebouwd,
in lintbebouwing langs deze rivier. Het voorste gedeelte, waar deze
boerderijen dus stonden, werd dan het Kopeind genoemd.
Korte Nieuwstraat
Raadsbesluit: 26 maart 1930
Bij de bouw van de Nieuwstraat moesten uiteraard zand en andere
bouwmaterialen worden aangevoerd. De enige mogelijkheid in die tijd was
vervoer per schip. Om de transportweg vanaf de Oude Rijn naar het
bouwterrein aan de Nieuwstraat zo kort mogelijk te laten zijn, werd er
een loswal aan de Rijn gemaakt, en werd er een doorsteek gemaakt vanaf
de Rijn naar het nieuwe bouwterrein. Dit straatje bleef eerst nog zonder
naam. Lange tijd werd het straatje "het overpad voor de Nieuwstraat" of
ook wel Verlengde Nieuwstraat genoemd. Pas in 1930 kreeg het de naam
Korte Nieuwstraat. Een verzoek van een raadslid om de straat
Mecklenburgstraat te noemen (naar Prins Hendrik, de echtgenoot van
koningin Wilhelmina) werd daarbij afgewezen.
Korte Waarder
Raadsbesluit: ??
De Korte Waarder is genoemd naar de hier gelegen polder naast de Hof
van Waarder. Het was een polder (net als de Cortenhoeve en Kort Land) die
bestond uit enkele reststukken grond. De lengte van de landerijen was
dus korter dan de standaard ontginningsgrootte van 1250 meter. Tot 1964
lag deze straat in de gemeente Waarder. Pas na de gemeentelijke herindeling
kwam de straat bij de gemeente Bodegraven, die de straatnaam handhaafde.
Kremerweg, burg.
Raadsbesluit: 15 sept 1977, 7 februari 1986
Nicolaas Petrus Kremer (geboren 22 oktober 1916 in Apeldoorn) was
burgemeester in Bodegraven van 16 januari 1974 tot 1 november 1981.
Voordat Kremer in Bodegraven burgemeester was, bezette hij, na een
carrière bij de politie, het burgemeestersambt vanaf 1960 in Abbenbroek.
Kremer overleed op 10 januari 1983 in Deventer. Na zijn overlijden is de
Ringweg Noord, zoals deze straat vanaf 15 september 1977 heette, hernoemd
in Burgemeester Kremerweg. Op 7 februari 1986 is de naam onthuld door zijn
vrouw. Ondanks het feit dat het een lange straat is, hoefden maar weinig
mensen een adreswijziging te versturen. Aan de Kremerweg staat maar één
huis (een boerderij).
Kremerplein, burg.
Raadsbesluit: 9 juni 2000
In het jaar 2000 werd het kruispunt van de Willem de Zwijgerlaan met
de Burg.Kremerweg vervangen door een rotonde. Door wethouder Borsboom
en gedeputeerde Houtman werd het plein, dat deze rotonde vormt op 9 juni
2000 tot Burg.Kremerplein gedoopt. Voor een beschrijving van Burgemeester
Kremer, zie de Burgemeester Kremerweg.
Krooslaan
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Kroos is de naam van verschillende soorten van kleine, meestal schijfvormige
plantjes. De bekendste is het eendenkroos (plantengeslacht Lemma). Het groeit
met korte worteltjes aan de oppervlakte van stilstaand water, zoals de
veensloten in het ZuidHollands landschap.
Kwikstaart
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De kwikstaart (Latijn: Motacilla alba) doet zijn naam eer aan. De staart is
hetgeen het eerste opvalt. Van de kwikstaarten zijn er diverse soorten. Zo
is er de gele kwikstaart, de grote gele kwikstaart en de witte kwikstaart.
Deze laatste is grijs (op de rug), zwart en wit, heeft zoals gezegd een
lange staart en een spitse snavel. Hij rent snel over de grond, staat even
stil en beweegt daarbij zijn staart schokkerig van boven naar beneden, om
vervolgens weer verder te rennen. Hij zit vooral aan de waterkant, maar komt
ook wel bij de huizen. Het is een trekvogel en is ongeveer 17 cm lang
(ongeveer net zo lang als een huismus).
1672 laan
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Het jaar 1672 hoort bij iedere Bodegraver algemeen bekend te zijn. In
dat jaar waren de Franse troepen die Nederland belegerden in Woerden
gelegen. Zij probeerden Holland in te nemen, maar door de Nederlandse
troepen was de Hollandse waterlinie gecreëerd; grote stukken land rondom
Holland waren onder water gezet. Zo ook de polders ten noorden en ten
oosten van Bodegraven. Maar omdat het tijdens de kerstdagen van 1672 sterk
had gevroren lukte het de Franse troepen om via het ijs vanuit Woerden naar
de Meije te lopen, en zo Zwammerdam aan te vallen. Maar als gevolg van
optredende dooi en verdediging van de prinselijke troepen moesten de
Franse troepen zich toch terugtrekken. Dat deden ze via Bodegraven,
waarbij het gehele dorp werd geplunderd en in brand gestoken. De bevolking
vluchtte weg of werd vermoord. Het jaar 1672 wordt niet alleen in Nederland
het Rampjaar genoemd, ook voor Bodegraven kunnen we spreken van het
grootste rampjaar van ons dorp.
Landlust
Raadsbesluit: 20 november 1997
Naam van een oude boerderij, die in het gebied van deze wijk heeft gestaan.
De benaming komt af van de lust tot werken op het land.
Le Coultrestraat, burg.
Raadsbesluit: 30 augustus 1924
Hendrik Le Coultre (geboren op 17 mei 1858 in Steenwijkerwold, overleden 23
juni 1927 in Den Haag) werd op 9 maart 1895 benoemd tot burgemeester van
Bodegraven. Voor die tijd was hij al vanaf 1884 burgemeester van Boskoop.
In zijn lange burgemeestersperiode tot september 1924 heeft hij veel
betekend voor ons dorp. Met name bij de ontwikkeling van gas, water en
riolering is hij sterk betrokken geweest. Ook hadden zijn lidmaatschap van
de gezondheidscommissie en zijn inzet voor de landbouw en de kaashandel
grote invloed op het leven in ons dorp. Hij zat tevens in het bestuur van
de tolweg Gouda-Bodegraven (zie bij de Goudseweg). Op 1 september 1924
ging hij met pensioen. Tijdens de laatste vergadering van de gemeenteraad
die hij mocht leiden (30 augustus 1924), werd door raadslid Batelaan
voorgesteld om de naam van burgemeester Le Coultre te verbinden aan het
gedeelte van de Goudscheweg vanaf de Wilhelminastraat tot aan de spoorlijn.
Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Leeuwerik
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De naam leeuwerik is eigenlijk een verzamelnaam. Twee soorten zijn bekend.
Dat is de veldleeuwerik (Latijn: Alauda arvensis) en de kuifleeuwerik (Latijn:
Galerida cristata). De leeuwerik leeft in open terrein (bijvoorbeeld weilanden).
Hij is goed herkenbaar aan het schelle geluid dat hij doorlopend laat horen.
Snel klimt hij naar de hemel, hoog boven het uitgestrekte terrein, om zich
plotseling als een steen te laten vallen en naar de grond te duiken. De
leeuwerik is gedeeltelijk een trekvogel, alhoewel dat trekken niet over
grote afstanden gebeurt. De Leeuwerik wordt ongeveer 17 cm lang.
Leidsche Poort
Raadsbesluit: 4 oktober 1988
De naam Leidsche Poort was in 1986 al voorgesteld voor de straat die nu de
Rijnpoort heet. De motivatie was toen, dat bekende Nederlandse kaassoorten
vernoemd zouden worden. Toen in 1988 opnieuw enkele woningen werden gebouwd
op de plaats van een gesloopt kaaspakhuis, liet de gemeente zich opnieuw
leiden door de namen van kaassoorten. De naam werd alsnog toegekend op 4
oktober 1988.
De eigenaar van het blok huizen, het Bouwfonds Woningbouw, liet op de huizen
de naam van de straat aanbrengen in een verticale lijn. Toen het verzoek aan
de gemeente werd gericht om deze letters goed te keuren, had dat nog wel
wat discussie tot gevolg. Het aanbrengen van reclame is immers volgens de
Algemene Politieverordening niet toegestaan. Maar aangezien er geen
commercieel belang bij was, kon de gemeente alsnog akkoord gaan met de
twee maanden eerder reeds aangebrachte letters.
Lemsteraak
Raadsbesluit: ca.2007
Een Lemsteraak is een bijzondere vorm van een aak. Het is een als
jacht uitgevoerde palingaak. Het is rond 1880 als jacht ontstaan als
recreatievaartuig. Het ontwerp voor dit type schip is ontstaan in Lemmer,
vandaar de naam Lemsteraak. Het schip De Groene Draeck dat in eigendom
is van de koninklijke familie is een Lemsteraak.
Lijster
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De lijster (Latijn: Turdus viscivorus) is één van de bekende zangvogels.
Hij wordt ongeveer even groot als de merel, zo'n 26 cm lang. De kleur is
echter wat lichter dan de vrouwtjesmerel, van boven grijsbruin en een
bijna witte borst en buik die heel duidelijk donkerbruin gespikkeld is.
De onderkant van de vleugels is wit. De lijster komt zowel in tuinen als
in weidegebieden voor. In de winter blijft de lijster gewoon op de zelfde
plaats als 's zomers; het is dus een standvogel.
Lindehof
Raadsbesluit: 27 februari 1997
De linde (Latijn: Tilia) zal men niet vaak in de vrije natuur aantreffen.
Het is in Nederland vooral een boom die aangeplant wordt voor stadsbeplanting
en in parken. De linde is een statige boom, die wel tot 30 meter hoog kan
worden. Maar dan moet wel lang worden gewacht, want het is een langzame
groeier. Daar staat tegenover dat hij wel erg oud kan worden. Er schijnen
zelfs exemplaren te bestaan die meer dan duizend jaar oud zijn. De bloesem
van de lindeboom die in juli is te zien ruikt erg lekker.
De naam Lindehof moet volgens de nieuwe spellingsregels van 1997 geschreven
worden zonder N, dit in tegenstelling tot de Beukenhof (met koppel N).
Lodewijkstraat, Graaf
Raadsbesluit: 28 juni 1962, 3 september 1964
Lodewijk van Nassau (1538-1574) was één van de broers van Willem van Oranje.
Samen met hem vocht hij in de tachtigjarige oorlog tegen de Spaanse
overheersers. Met zijn broer Adolf (zie bij Graaf Adolfstraat) was hij in
1566 betrokken bij de bekende slag bij Heiligerlee. Hij overleed in 1574 in
de strijd op de Mokerhei.
Tot 1964 (gemeentelijke herindeling) had de straat de naam Oranjestraat.
Deze naam werd door de toenmalige gemeente Barwoutswaarder in 1962 toegekend
bij de uitvoering van het uitbreidingsplan Nieuwerbrug. De naam Oranje
verwijst daarbij naar de naam van het koninklijk huis. Bij de herindeling
moest de straatnaam veranderen, omdat er ook in het dorp Bodegraven al een
Oranjestraat bestond.
Madelief
Raadsbesluit: 11 februari 2015
De madelief (Bellis perennis), familie van de Composieten, is een meerjarige weideplant met de bekende bloem ter hoogte van 5 tot 15 cm. Ze groeit op alle gronden, maar is vooral bekend uit de weidegronden. Ze komt ook voor als onkruid in gazons en in wegbermen. De bloem is bekend; een geel hart, met witte uitstaande kleine bladeren, in totaal ca. 2,5 cm groot. Het madeliefje is zo bekend, dat er in de volkstaal wel 250 gekende bijnamen voor zijn.
Mariastraat, Gravin
Raadsbesluit: 9 december 1975
Gravin Maria van Bourgondië leefde van 1457-1482. Ze werd op 19-jarige
leeftijd hertogin, gekozen door de Provinciale Statenvergaderingen. Onder
haar regering krijgen de Staten-Generaal van de Nederlanden vorm. Ze sterft
in Brugge na een val van haar paard. Haar driejarig zoontje Philips de
Schone volgt haar op. De straat had nog bijna de naam Graaf Dirk III
straat gehad. Zie hiervoor de beschrijving van de Graaf Albrechtstraat.
Margrietstraat
Raadsbesluit: 28 juni 1957
Margriet (geboren 19 januari 1943 in Canada, waar haar ouders waren
uitgeweken als gevolg van de Tweede Wereldoorlog) was de derde dochter van
koningin Juliana en Prins Bernhard. Ze trouwde in 1967 met de niet
koninklijke Pieter van Vollenhoven (geb. 1939). Ondanks zijn niet
koninklijke achtergrond werd Pieter door vele mensen gewaardeerd om zijn
sympathieke uitstraling. Pieter en Margriet kregen vier kinderen: Maurits
(1968), Bernhard (1969), Pieter-Christiaan (1972) en Floris (1975).
De straatnaam Margrietstraat werd toegekend in 1957. In een eerder stadium
was er sprake van om een deel van de Koninginneweg de naam Margrietplein te
geven. Uiteindelijk is dat er niet van gekomen. Zie bij Koninginneweg.
Marktstraat
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Tot de jaren 50 liep de Brugstraat uit op een T-splitsing met de Kerkstraat
en de Noordstraat. Bij de eerste plannen van het plan Tuinwijk was wél bekend,
dat er een doorbraak zou komen vanaf de Brugstraat, maar hoe deze precies zou
komen te lopen was nog niet bekend. In eerste instantie leek het erop, dat
deze straat rechtdoor zou gaan lopen naar de Nieuwe Markt toe. Toen B&W aan
de gemeenteraad de straatnamen voorstelde, gaven zij al blijk van enige
twijfel. Enerzijds zou de naam Raadhuisstraat gegeven kunnen worden (naar
het later te bouwen nieuwe gemeentehuis), anderzijds zou de naam Marktstraat
van toepassing kunnen zijn. Tijdens de raadsvergadering werd ook nog de naam
Verlengde Brugstraat genoemd. Uiteindelijk koos de gemeenteraad met slechts
een kleine meerderheid van 7 tegen 6 stemmen voor de naam Marktstraat.
Margarethastraat, Gravin
Raadsbesluit: 9 december 1975
Margaretha van Beieren (1311-1356), werd in 1345 in de tijd van de Hoekse
en Kabeljauwse twisten gravin van Holland en Henegouwen, nadat haar neef
Willem IV in Friesland was verslagen. Ze regeerde tot 1354. Margaretha was
de moeder van Jacoba van Beieren (zie bij Gravin Jacobastraat). Voor de
perikelen rond het uitbreidingsplan Dubbele Wiericke, zie bij de Graaf
Albrechtstraat.
Marshallweg
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Nederland werd van 1940 tot 1945 overheerst door zijn buurland Duitsland.
Kort nadat de oorlog was afgelopen tekende zich al een scheiding af in de twee
wereldmachten die Europa hadden bevrijd, de Sovjet Unie aan de oostkant en de
Verenigde Staten van Amerika aan de westkant. Om de verzwakte economie van de
westerse landen snel weer overeind te helpen kondigde de Amerikaanse minister
van buitenlandse zaken George Marchall (1880-1959) in 1947 een grootscheeps
steunprogramma aan. Dit plan, genoemd naar zijn oprichter, moest West-Europa
in staat stellen om met een betere economie meer weerstand te bieden aan het
communistische gevaar uit het oosten. Nederland kreeg daarbij 1,1 miljard
dollar hulp, een voor die tijd ongekend hoog bedrag.
Mauritsstraat
Raadsbesluit: 5 november 1909
Prins Maurits van Oranje Nassau, geboren in 1567 was één van de kinderen van
Willem de Zwijger. Hij was stadhouder van Holland en Zeeland vanaf 1585 (hij
was toen nog maar 18 jaar oud), en een aantal jaren later ook stadhouder van
andere provincies. Hij was een bekwaam veldheer. De bekendste veldtocht
waarbij hij betrokken was, en waarvan iedereen het jaartal kent, is de slag
bij Nieuwpoort in 1600. Hij overleed in 1625. De gemeenteraad besloot op 5
november 1909 aan de straat de naam Mauritsstraat te geven.
Meerval
Raadsbesluit: 13 december 1983
De meerval (Latijn: Silurus glanis) zal niet zo vaak door een visser worden
gevangen. Hij is zeldzaam in Nederland, en om die reden beschermd. Hij is te
herkennen aan de zes draden die als een sikje aan zijn bek hangen en aan de
twee antennes op zijn kop. Hij heeft een platte kop en een klein rugvinnetje.
De kleur is goudachtig met daarin groene vlekken. De buik is zilverachtig
tot wit. Hij eet kleine, ongewervelde diertjes of, als hij wat ouder wordt
ook kleine visjes. De meerval kan heel oud worden. De maximale leeftijd die
bekend is, bedraagt 75 jaar. Het hengelrecord (van een in Rusland gevangen
meerval) is 5 meter lang. In Nederland is weleens een vis van 1.84 meter
gevangen.
Meij
Raadsbesluit: ??
De straat die zich in de loop van de jaren langs dit riviertje ontwikkelde
kreeg dezelfde naam. Het riviertje was nog officieel voor de scheepvaart
geschikt tot 1959; in dat jaar kwam er een eind aan een jarenlange onenigheid
tussen een schipper die in de Meije woonde (die dus graag doorvaart bleef
houden) en de bewoners (die de ophaalbruggen moesten blijven onderhouden).
Merel
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De merel (Latijn: Turdus merula) is een vogel die iedereen wel zal kennen.
Hij woont in bossen en parken, maar ook in tuinen komt hij voor. Het mannetje
heeft zwarte veren en een duidelijk opvallende gele snavel; het vrouwtje is
minder opvallend, bruinachtig met een lichtere buik en een bruine snavel. De
merel nestelt in struiken en hagen. Tegen het vallen van de avond kan een
merel heel mooi in een hoge boom of op een lantarenpaal zitten te zingen, het
is dan een genot om dat te horen. Een merel wordt zo'n 25 cm lang. De merel
is een standvogel, maar er zijn er ook die in de herfst wegtrekken naar
warmere oorden.
Molendijkerdwarsweg
Raadsbesluit: 26 januari 1995
Eén van de nieuwe ontsluitingswegen naar de nieuw gebouwde en bestaande
boerderijen werd haaks op de Molendijk aangelegd. Aan deze dwarsweg werd
daarom de naam Molendijkerdwarsweg gegeven.
Molenkade
Raadsbesluit:
Het wegmalen van overtollig (regen)water uit een polder gebeurde vroeger
uiteraard met molens. Zo moest het water uit de Broekvelder en de Reeuwijkse
polders in de Oude Rijn worden weggemalen. Dit gebeurde vroeger middels een
molendriegang. De kade waarlangs deze molens gelegen waren, had vanouds de
naam Molenkade. Iets meer naar het westen staat al sinds 1843 een gemaal.
Tegenwoordig is dat het gemaal Bulaeus Brack, gebouwd in 1935. Tot 1964 lag
de Molenkade op Zwammerdams grondgebied. Bij de gemeentelijke herindeling
van 1 februari 1964 werd dit gebied bij Bodegraven gevoegd.
Moestuin
Raadsbesluit: 20 november 1997
De boerderijen in onze streken waren vanaf het eind van de middeleeuwen
gericht op de veeteelt. De hele indeling was dan ook daarop gericht;
melkkelders, stallen met veestalling, hooibergen, enz. Maar voor eigen
gebruik werden toch ook, zij het op kleine schaal, diverse landbouwprodukten
geteeld. Dit gebeurde meestal in een aparte moestuin, gelegen naast of
vlakbij de boerderij.
Molendijk
Raadsbesluit: ??
De Molendijk lag vanouds in de gemeente Waarder. De dijk dankt zijn naam aan
de poldermolen van de polder Westeinde van Waarder, die halverwege deze dijk
heeft gestaan totdat hij in 1881 vervangen werd door het, inmiddels ook al
verdwenen gemaal "Knijff" (gesloopt in 1976). In 1964 is bij de
gemeentelijke herindeling de straat in de gemeente Bodegraven gekomen.
Monnikskap
Raadsbesluit: ca.2017
Monnikskap is een geslacht van vaste planten uit de ranonkelfamilie. Het geslacht kent wel meer dan 300 soorten. De bloemen vormen meestal trossen. Het bovenste bloemblad heeft daarbij de vorm van een helm of monnikskap, vandaar de naam. De bloembladen zijn geel, paars of blauw. De soort komt voor in gematigde streken van het noordelijk halfrond op vochtige bodems. In Nederland komt van nature alleen de gele monnikskap voor.
Nassaustraat
Raadsbesluit: 10 juni 1948
Met het huis Nassau, later Oranje-Nassau wordt ons vorstenhuis bedoeld. De
eerste maal dat het geslacht Nassau in Nederland verschijnt is in het jaar
1403, toen graaf Engelbrecht I van Nassau in het huwelijk trad met Johanna
van Polanen, vrouwe van Breda. Pas later is het geslacht Nassau meer bekend
geworden, toen de erfenis via via terecht kwam bij Willem van Nassau, later
Willem van Oranje (1533-1584). Sinds Willem werd het stadhouderschap, en
later het koningschap erfelijk. Ook onze vorstin Beatrix van Oranje Nassau
is een nakomeling van het geslacht van Nassau.
De naamgeving van de Nassaustraat heeft heel wat voeten in de aarde gehad.
Alhoewel de straat in 1905 werd aangelegd, kreeg deze pas in 1948 een naam
(zie het kader). Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Wilhelminastraat
tijdelijk de naam Nassaustraat gehad.
Nespad
Raadsbesluit: 11 december 1990
De betekenis van Nes in Nespad is dezelfde als in de Vrije Nesse in
Bodegraven. Het betreft hier een van oudsher Reeuwijkse weg, die pas bij
een gemeentelijke herindeling van 1 januari 1991 bij de gemeente Bodegraven
is gekomen. Tijdens de raadsvergadering van 11 december 1990 besloot de
gemeenteraad de naam te laten zoals hij als in Reeuwijk was. Voor een
beschrijving van het begrip Nes, zie bij de Vrije Nesse.
Nieuwstraat
Raadsbesluit: 17 februari 1893
Hoe een illegale nieuwe straat toch een gemeentelijke straat is geworden.
Zo kan de geschiedenis van deze straat worden verteld. Tussen 1880 en 1890
begonnen eigenaren van land tussen de Wilhelminastraat en het spoor met het
bouwen van huizen op hun terrein. Eerst huizen, niet eerst een straat. Dat
dat tot grote problemen zou leiden, daar dacht men toen nog niet aan. Er
volgde een aantal jaren met diverse boze brieven van bewoners aan de gemeente,
en evenzovele boze brieven van de gemeente aan de bewoners. De bewoners eisten
straatverlichting. De gemeente eiste, dat de bewoners eerst hun straat
fatsoenlijk zouden bestraten (dat was in die tijd nog een taak van de
bewoners zelf). In 1893 besloot de gemeente om de straat officieel de
naam Nieuwstraat te geven, maar de problemen waren nog niet voorbij.
Vele raadsvergaderingen met verhitte discussies waren ervoor nodig. Het
duurde nog tot april 1896 voordat de gemeente eigenaar werd van de straat.
De gemeente liet vervolgens de straat fatsoenlijk bestraten en legde er
riolering in aan.
Nieuwe Markt
Raadsbesluit: 10 januari 1925
Voor het nieuwe marktterrein werd er zowel gedacht aan een locatie ten westen
als ten oosten van de dorpskerk. Uiteindelijk is na veel discussie de Nieuwe
Markt aan de oostzijde van de kerk gekomen. In augustus 1925 werd de markt
door burgemeester Le Coultre geopend. De naam was al tijdens de
raadsvergadering van 10 januari 1925 toegekend.
Noordhof
Raadsbesluit: 3 september 1985
De bouw van 12 woningen tussen de Noordstraat en de Dirk Bavolaan leidde
ertoe, dat er een naam moest worden gegeven aan deze straat. Enige discussie
was al aan de raadsvergadering voorafgegaan. Moest er een nieuwe straatnaam
worden gegeven, of konden de 12 woningen een huisnummer krijgen, volgend op
de nummering van de Dirk Bavolaan? De gemeente koos voor het eerste, en
kende de naam Noordhof toe.
Noordstraat
Raadsbesluit: 17 februari 1893
Het gedeelte van de Noordzijde dat binnen de bebouwde kom ligt (of beter
gezegd, lag ten tijde van de eerste straatnaamgeving) heette vanouds de
Noordstraat. Deze was noordelijk van de Oude Rijn gelegen. In 1893 werd
de naam officieel toegekend.
Noordzijde
Raadsbesluit: ??
De naam heeft betrekking op de ligging evenwijdig aan de Oude Rijn.
Noordelijk van deze rivier werd de straat (vroeger al vanaf de Dorpskerk)
altijd al Noordzijde genoemd. Vanaf de 19e eeuw werd ze tevens de
belangrijkste verbinding met Woerden, toen er een Rijksstraatweg (met tol)
werd aangelegd. Samen met de Van Tolstraat, Brugstraat en Noordstraat vormde
de Noordzijde de hoofdverbinding van Den Haag naar Utrecht.
Nutspassage
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Eind jaren '70 werd het Raadhuisplein nader ingericht. De supermarkt werd
gebouwd, en tussen het Raadhuisplein en de Kerkstraat ontstonden enkele
straten, deels ter ontsluiting van de hier gelegen winkelpanden, deels als
verbinding tussen het Raadhuisplein en de Kerkstraat. Op de plaats van deze
verbinding stond vroeger een school, uitgaande van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen. De naam van deze school was de Nutsschool. Naar deze school
werd in 1981 de naam Nutspassage gegeven aan de nieuwe straat.
Oranjelaan
Raadsbesluit: 26 maart 1930, 29 oktober 1954, 28 juni 1957, 26 oktober 1962
In 1930 werd ten westen van het nieuwe marktterrein een tweetal straten
aangelegd. De Beursstraat, en iets meer naar het noorden de huidige
Oranjelaan. Deze liep toen via wat nu de Oranjelaan is, met een bocht
verder via het zuidelijke deel van wat nu de Vijverlaan is, naar de
Buitenkerk bij de watertoren. De naam kreeg, ter ere van het Koninklijk
Huis de naam Oranjestraat.
Toen in 1954 de Vijverlaan ten noorden van de Oranjestraat werd aangelegd,
achtte men het beter om het gedeelte ten zuiden van de bocht een andere
naam te geven. Dit werd de naam Vijverlaan. Het gedeelte richting Nieuwe
Markt kreeg bij raadsbesluit van 29 oktober 1954 de naam Oranjelaan (in
plaats van Oranjestraat).
In 1957 werd de straat doorgetrokken voorbij de Vijverlaan tot bij het
Westeinde. De gemeenteraad besloot om ook dit deel de naam Oranjelaan te
geven. Helaas bedacht de gemeente zich vijf jaar later, waarna dit gedeelte
een andere naam kreeg. Zie daarvoor bij het Oranjeplantsoen.
Oranjehof
Raadsbesluit: 20 augustus 1991
Toen in 1991 het besluit werd genomen om op het terrein achter het
bejaardenhuis de Vijverhof 36 woningen te bouwen, werd voor deze woningen
een aparte straatnaam gezocht. Aansluitend bij de al bestaande straatnamen
Oranjelaan en Oranjeplantsoen, werd gekozen voor de naam Oranjehof.
Oranjeplantsoen
Raadsbesluit: 26 oktober 1962
Het gedeelte ten westen van de Vijverlaan had van het begin af aan (1957)
de naam Oranjelaan. Door B&W werd deze naam toch wat onduidelijk gevonden,
gezien het feit dat dit deel van de straat niet precies in het verlengde
van de Oranjelaan ligt. In 1962 veranderde men de naam in Oranjeplantsoen.
Dat niet alle bewoners het ermee eens waren bleek wel uit de aanvraag tot
schadevergoeding die een bewoonster indiende. Maar de reactie van de
gemeente was, dat de kosten van 200 maal een adreswijziging van 4 cent
te gering waren om van een grote schade te kunnen spreken. De vergoeding
werd dan ook niet toegekend.
Oud Bodegraafseweg
Raadsbesluit: 3 september 1964
Het riviertje de Bodegrave wordt al in het jaar 1235 genoemd. Het is een
vergraving van een oorspronkelijk natuurlijk veenwatertje. Langs dit water
is in de loop van de tijd een weg ontstaan. Het riviertje vormde tot 1964
de grens tussen Bodegraven en Zwammerdam. De weg lag op het grondgebied van
deze laatste gemeente. Dat gold dus ook voor het gedeelte tussen de
spoorlijn en de Oude Rijn. Pas bij de herindeling van 1 februari 1964 kwam
het riviertje en de weg op het grondgebied van Bodegraven te liggen. In de
raadsvergadering van 3 september 1964 werd besloten om de wat ouderwetse
naam Oud-Bodegraven te veranderen in Oud Bodegraafseweg.
Oude Markt
Raadsbesluit: 10 januari 1925
Het centrum van het dorp wordt vanouds gevormd door de Dorpskerk en het
pleintje dat naast deze kerk is gelegen. Markt werd er al heel vroeg
gehouden, maar de echte markt kwam pas in 1882, toen er een georganiseerde
kaasmarkt kwam. De voortvarende burgemeester Van de Velde (zie bij Van de
Veldestraat) was de grote organisator achter deze kaasmarkt, die uitgroeide
tot één van de belangrijkste markten van Zuid-Holland. In 1893 werd de
naam van het plein officieel vastgesteld in Marktplein. In 1925 werd de
kaasmarkt verplaatst naar het terrein van de Nieuwe Markt. Om verwarring
met deze Nieuwe Markt te voorkomen, kreeg het marktplein in 1925 de naam
Oude Markt.
Overpad
Raadsbesluit: 27 januari 1912
Van oudsher was er tussen het centrum van Bodegraven en de Wiericker Schans
geen enkele verbinding tussen de Zuidzijde en de Oude Rijn. Zo'n verbinding
zou eigenlijk best handig zijn in verband met de aanvoer van grondstoffen
naar de nieuw aan te leggen wegen en huizen. Eerder was zoiets al bij de
Korte Nieuwstraat gebeurd. Toen in 1910 over de plannen voor bebouwing van
de Prinsenstraat werd gesproken, was F.Mak er al snel bij om een terrein
precies recht tegenover deze straat aan de gemeente te verkopen. Maar hij
vroeg er fl 1400,-- voor, een bedrag dat de gemeente niet direct wilde
betalen. Toen 2 jaar later bleek, dat het verderop gelegen terrein van J.de
Bruijn voor slechts fl 500,-- kon worden gekocht, was het besluit al snel
genomen. De naam Overpad betekent letterlijk "Het pad dat over de
bezittingen van een ander loopt", hiervan afgeleid is de term uit de
rechtspraak "Het recht van overpad".
Overtocht
Raadsbesluit: 3 september 1964
Het riviertje de Oude Bodegrave waterde vanouds af op de Oude Rijn. Dat
gebeurde op de grens van de vroegere gemeenten Zwammerdam en Bodegraven.
Bij deze afwatering was een sluisje gebouwd. Niet voor schepen, maar voor
water, een uitwateringssluis dus. Toch was er scheepvaart op de Oude
Bodegrave. Om deze schepen van de Oude Rijn in de Oude Bodegraven over
te zetten was er vroeger een Overtoom, ook wel Overtocht genoemd. De straat
(tot 1 februari 1964 gelegen in de gemeente Zwammerdam) die naar deze
overzetmogelijkheid voor de schepen liep, heette vanouds de Overtocht.
Toen deze straat in 1964 onder de gemeente Bodegraven kwam, werd de naam
gehandhaafd. In de volksmond heeft de straat ook wel de naam De Tocht.
Pastorieplein
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Bij de ontwikkeling van het centrum in 1954 werd duidelijk, dat de passage
tussen de Oude Markt en de Nieuwe Markt beter een eigen naam zou kunnen
krijgen. In de volksmond was deze plaats al bekend als Lammerenmarkt.
Vandaar dat B&W voorstelde om het gehele plein (het huidige Pastorieplein
en het huidige Voorplein gezamenlijk) deze naam te geven. Vanuit de raad
kwam weerstand tegen deze naam. Vroeger werden er weliswaar lammeren
verhandeld, maar de lammerenhandel was niet tot bloei gekomen. Een voorstel
om het gehele plein Voorplein te noemen strandde met 8 tegenstemmen in de
raad. Na een motie van de raadsleden Batelaan en Boon werd met grote
meerderheid besloten om het achterste gedeelte van het pleintje de naam
Pastorieplein te geven, genoemd naar de Nederlands Hervormde pastorie die
ernaast is gelegen.
Penningkruid
Raadsbesluit: 11 februari 2010
Penningkruid is een kruipende, groenblijvende, vast plant uit de
familie van de Wederik. Ze groeit veelal op natte en vochtige
grond langs slootkanten, grasland en loofbossen. Ze wordt 10 tot
60 cm hoog, en heeft in juni tot augustus kleine gele bloemen.
Phoenix
Raadsbesluit: oktober 2007
Halverwege het eerste decennium van de 21e eeuw werd het bedrijf Andrelon
opgeheven. Een deel van het bedrijf was gevestigd in het gebouw, dat vanaf
1917 tot de Tweede Wereldoorlog in gebruik was als oliemolen van de firma
Honig. De naam van het pand was de "Phoenix". Nadat het bedrijf Andrelon was
opgeheven is besloten dit bedrijfspand te renoveren en in te richten als
apartementgebouw. Doornummeren van de huisnummers van de Noordstraat (waaraan
het pand eigenlijk was gelegen) was niet mogelijk. Daarom werd besloten een
nieuwe straatnaam aan dit gebouw te geven.
Pijlkruid
Raadsbesluit: 15 september 1977
Pijlkruid (Latijn: Sagittaria sagittifolia) is een oeverplant met
knolachtige wortels. Het wordt zo'n 30 tot 50 cm hoog en heeft wit met
lila bloemen die steeds twee aan twee aan de stengel zitten. De bloeitijd
is in juli en augustus. Het blad is pijlvormig, vandaar de naam pijlkruid.
Het wordt ook toegepast als waterplant in vijvers, waarbij het dan
vermeerderd kan worden door de plant uit elkaar te trekken over de
wortelknol heen. Deze knollen ontstaan in het najaar onder de grond; ze
worden dan door watervogels gegeten. Pijlkruid is te vinden langs
waterkanten en in vrij diep water.
Pinksterbloem
Raadsbesluit: ca.2017
De pinksterbloem (Cardamine pratensis) is een plant uit de kruisbloemenfamilie en kan tot 50 cm hoog worden. De bloemen hebben een lila roze kleur met paarse aders. De plant bloeit ondanks haar naam met name in de periode vóór Pinksteren. Eind april is meestal het hoogtepunt. Een mogelijke verklaring voor de naam is dat ze bloeit, als de pinken (jonge koeien) voor het eerst de weide in gaan.
Polderbrink
Raadsbesluit: 2 juni 1981
De naam Polderbrink lijkt verzonnen te zijn. Een Brink is in Drenthe een
verhoging in het landschap, waaromheen een dorpje ontstond. Of met een
Polderbrink een verhoging in het polderlandschap wordt bedoeld, is niet
bekend.
Populierenhof
Raadsbesluit: 4 januari 1964
De populier (Latijn: Populus) is verwant aan de els, maar hij is groter dan
de els. Het is een gemakkelijk groeiende boom, die op vele grondsoorten
groeit. Hij kan worden gezien in groepen, maar groeit ook gemakkelijk alleen.
Hij kan wel tot 30 meter hoog worden, en heeft een stam met vaak dikke
knoesten. Het blad lijkt soms wel driehoekig. De zaden van de populier
hebben een plukje haar, en als gevolg daarvan kunnen deze over zeer grote
afstanden door de wind worden verspreid. De zaden blijven ook drijven op
het water, waardoor ze verder worden getransporteerd.
Portugalweg
Raadsbesluit: 13 april 1993
De republiek Portugal is het meest westelijk gelegen land van Europa, met
Spanje samen gelegen op het Iberisch schiereiland. Er wonen bijna 10 miljoen
mensen. De hoofdstad Lissabon ligt ongeveer halverwege de afstand van zuid
naar noord. In het binnenland zijn er bergen van bijna 2000 meter hoogte.
Dankzij de ligging aan de Atlantische Oceaan heeft Portugal een overwegend
mild klimaat. Alhoewel Portugal van oudsher sterk agrarisch gericht is (met
ook nogal wat wijnbouw, denk maar aan de Portwijn), is ook visvangst een
belangrijke bron van inkomsten. Het land is zich de laatste tijd sterk aan
het ontwikkelen. Na de revolutie van 1974 (de Anjerrevolutie) kwam meer dan
de helft van de industrie in handen van de staat. Naast deze middelen van
bestaan is ook het toerisme sterk ontwikkeld. Portugal is sinds 1986 lid van
de EEG.
Prinsendijk
Raadsbesluit: ??
De dijk tussen de Hollandse IJssel en de Oude Rijn maakte het mogelijk om
tussen de Enkele Wiericke en de Dubbele Wiericke een strook land onder water
te zetten teneinde vijandelijke troepen buiten Holland te houden. In 1672
deed deze waterlinie goede diensten, toen Willem I Holland tegen de Franse
troepen verdedigde. De prins zorgde in deze tijd voor aanleg van een weg op
de dijk. Of aan de straat ooit een officiële naam is gegeven is mij niet
bekend.
Prinsenstraat
Raadsbesluit: 3 april 1911
In 1910 komt een verzoek van dhr. Brunt om een straat aan te mogen leggen
en er huizen aan te mogen bouwen. De gemeenteraad gaat akkoord, met oplegging
van een aantal eisen waaraan de straat moet voldoen. Een jaar later besluit de
raad aan deze straat de naam Prinsenstraat te geven. Welke prins de raad bedoelt,
daarin is het archief niet duidelijk. Mogelijk is Prins Hendrik (maar die straat
bestaat al) of Prins Willem van Oranje bedoeld. Aan de zuidkant verloopt de
straat met een bocht parallel aan de spoorlijn tot aan de Goudseweg. Dit laatste
gedeelte is pas in 1954 van naam veranderd (zie bij de Spoorlaan).
Raadhuisplein
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
In het plan voor de Tuinwijk werd ruimte gereserveerd voor aanleg van een
nieuw gemeentehuis.Voor dit gebouw werd een plein aangelegd, dat in de raad
met algemene stemmen de naam Raadhuisplein kreeg. Dat het "nieuwe"
gemeentehuis geen lang leven zou hebben, was in 1954 nog niet bekend; nog
geen 30 jaar later was er al weer sprake van een nog nieuwer gemeentehuis,
op dezelfde plek gelegen.
Raaigras
Raadsbesluit: 28 november 1986
Ook het raaigras (Latijn: Lolium) is een familienaam van grassoorten.
Hieronder vallen dolik, borstelgras en als meest bekend het engels raaigras.
Deze laatste soort wordt gebruikt om blijvend grasland aan te leggen. Het
heeft een sterke verdringingskracht, zodat andere wilde grassoorten en
onkruiden minder kans krijgen om door te schieten. Alhoewel het engels
raaigras overal kan groeien, is het toch het meest geschikt voor de wat
zwaardere grondsoorten, zoals het rondom Bodegraven aanwezige veengebied.
Het gras wordt ook veel gekweekt als voedergewas.
Reigeroord
Raadsbesluit: 13 maart 1973
Wie door het poldergebied wandelt, wordt soms gekonfronteerd met de blauwe
reiger (Latijn: Ardea cinerea), naast de zilverreiger en de purperreiger één
van de meest bekende reigersoorten. Hij kan lang stilstaan, vaak op één poot
aan de kant van de sloot, om dan met een snelle hap een vis uit het water te
pakken. Overigens is een sloot niet de enige plaats waar een reiger zijn eten
haalt, want ook uit een vijver haalt hij soms zijn eten; een reiger is immers
helemaal niet zo schuw. Hij is soms ook wel in het dorp te vinden. Een reiger
kan van kop tot staart wel tot 90 cm lang worden. De reiger is een trekvogel.
Ridderspoor
Raadsbesluit: ca.2017
Ridderspoor is een geslacht van eenjarige bloeiende planten uit de ranonkelfamilie. De plant komt van nature voor in WestEuropa. De plant heeft paarse bloemen die in een losse, vertakte pluim naar beneden hangen.
Rietkraag
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Aan de zijkant van de veenplassen kon het riet gemakkelijk groeien. Er ontstond
dan na verloop van tijd vanzelf een kraag (rand) van riet, een strook riet die
een stuk land omgeeft.
Rijngaarde
Raadsbesluit: 20 januari 1987
In 1967 werd in Bodegraven de "Stichting Dienstencentrum Bejaarden" opgericht.
Deze organisatie liet in de Dronenwijk een dienstencentrum en woningen voor
bejaarden bouwen, die bij de ingebruikname in 1971 de naam Rijngaarde kreeg.
Het complex was gelegen aan de Dronensingel (deze naam was al in 1962
toegekend). Het stukje weg tussen wat vandaag de dag Dronensingel heet, en
de Salvatorkerk bij de Vrije Nesse had ook deze zelfde naam.
Toen er in 1987 nog 49 woningwetwoningen voor ouderen werden gebouwd kwam men
in de problemen voor wat betreft de huisnummers. Men besloot daarom aan het korte
stukje tussen de Dronensingel en de Vrije Nesse de naam Rijngaarde toe te kennen.
Rijnkade
Raadsbesluit: 10 januari 1925
De rivier de Oude Rijn is de oudste rivier van Nederland. De Rijn stroomde van
oudsher vanaf Wijk bij Duurstede via Utrecht en Bodegraven naar Katwijk, waar
ze uitmondt in de Noordzee. Voor de in 1632 geopende trekschuit verbinding
werd een jaagpad aangelegd. Zo ook in Bodegraven. Dit pad was jarenlang
onverhard. Pas in 1924 werd, na een verzoek van enkele bewoners, besloten
het pad te verharden. Na een voorstel van raadslid Hortensius, eigenaar van
een scheepvaartbedrijf, werd in 1925 besloten om de naam van het gedeelte
binnen de bebouwde kom te wijzigen van Jaagpad in Rijnkade.
Rijnpoort
Raadsbesluit: 30 september 1986
In 1986 werd er op de plaats waar enkele kaaspakhuizen hadden gestaan, een
aantal woningen gebouwd aan de Kerkstraat en aan de Oude Markt. Gelet op de
voormalige bestemmingen van het terrein liet de gemeenteraad zich leiden bij
de straatnaamgeving door diverse kaassoorten. Als naam werd, naast de
Waagpoort (zie aldaar) ook de straatnaam Leidsche Poort voorgesteld. Tegen
de laatste naam kwam er een amendement van raadslid M.Stolwijk, om de straat
niet Leidsche Poort te noemen, maar Rijnpoort. Er is immers geen sprake van
Leidsche kaas, maar van Rijnlandse kaas. Bovendien zou de naam Leidse Poort
dan gereserveerd kunnen blijven voor een straat die meer naar de richting
Leiden gericht zou zijn. De vergadering van 2 september kreeg een vervolg
op 30 september. Daarin werd het voorstel van Stolwijk aangenomen.
Roerdomp
Raadsbesluit: 9 december 1975
Wie een roerdomp (Latijn: Botaurus stellaris) krijgt te zien, mag zich
gelukkig prijzen. Aan de ene kant omdat de roerdomp langzamerhand een zeer
zeldzame vogel is geworden, aan de andere kant omdat de roerdomp zich overdag
meestal verscholen houdt in het riet, waar hij door zijn bruinrossige kleur
vrijwel niet te zien is. Bij het geringste onraad blijft hij doodstil rechtop
staan met de snavel recht omhoog, waardoor hij één geheel vormt met zijn
omgeving. Normaal heeft hij zijn hals ingetrokken. De roerdomp hoort tot
de steltlopers en is een standvogel. Hij wordt ongeveer 75 cm lang. Het
mannetje maakt een geluid dat nogal op een misthoorn lijkt.
Rond de Watertoren
Raadsbesluit: 12 januari 1988
In 1907 vroegen de heren Visser en Smit een concessie aan voor een
waterleiding, iets waar het gemeentebestuur maar al te graag op inging. En
zo kwam er in Bodegraven een waterleidingnet en werd er aan de Buitenkerk
een watertoren gebouwd. Overigens, het gebruik van de waterleiding viel in
de eerste jaren erg tegen. Water uit de sloot of uit de regenput was immers
gratis, dus de bevolking moest nog niet zoveel hebben van zo'n "modernigheid".
De watertoren bleef in gebruik tot in de jaren zeventig, toen elektrische
pompen de functie van drukopbouw in het leidingnet overnamen.
De toren bleef als monument staan, het omringende terrein was niet meer nodig,
zodat er een mogelijkheid kwam om 13 woningen te bouwen. Als naam voor
het nieuw aan te leggen straatje werd heel toepasselijk de naam Rond de
Watertoren gekozen. Als alternatieve naam werd ook nog genoemd de
straatnaam "Watertoren", dus zonder de toevoeging "Rond de". Maar het feit
dat de woningen zo netjes rond deze toren werden gebouwd bracht de keus op de
naam Rond de Watertoren.
Ruisvoorn
Raadsbesluit: 13 december 1983
De ruisvoorn (Latijn: Rutilus rythrophthalmus), ook wel rietvoorn genoemd is
een groen/bronskleurige vis met een goudachtige schittering op de rug en een
zilverwitte buik. De vinnen zijn oranje tot donkerrood van kleur. Na ongeveer
2 tot 3 jaar is de ruisvoorn geslachtsrijp. De ruisvoorn is gevoelig voor
watervervuiling. Maar in schoon water komt deze vis in heel Nederland voor,
met een voorkeur voor stilstaand water en kleine rivieren. Hij blijft meestal
in de nabijheid van waterplanten. De ruisvoorn wordt 35 tot 45 cm lang en kan
zo'n 20 jaar oud worden.
Ruyterlaan, de
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd geboren in Vlissingen in 1607. Tijdens
de eerste Engels oorlog (1652-1654) stond een deel van de vloot van de
Nederlanden onder leiding van admiraal De Ruyter. In deze oorlog leed
Nederland zware verliezen. Maar tijdens de tweede Engelse oorlog (1665-1667)
haalden de Nederlanden revanche. Na een moeilijk begin van deze oorlog
vernietigde De Ruyter bij Chatham in 1667 een groot deel van de Engelse
oorlogsvloot, een kentering in de oorlog tegen Engeland. Een jaar eerder,
op 4 en 5 augustus 1666 kwam De Ruyter tijdens de slag bij Duinkerken in
problemen, omdat Cornelis Tromp zonder overleg de verslagen Engelse vloot
achtervolgde. Deze ruzie was reden voor een jarenlange verwijdering tussen
Tromp en De Ruyter. Later is de ruzie in Bodegraven bijgelegd. Tijdens een
zeeslag in 1676 op de Middellandse Zee bij Elba kwam Michiel de Ruyter om het
leven.
Schumannweg
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
Robert Schumann (1886-1963), geboren in Luxemburg, vestigde zich als rechter
in Metz (na 1918 een deel van Frankrijk). Van 1919 tot 1940 was hij in
Frankrijk afgevaardigde van de Parti Démocartique Populaire. In 1940 was hij
kort werkzaam als staatssecretaris voor vluchtelingenzaken, maar in september
1940 werd hij naar Duitsland gedeporteerd. In 1942 echter kon hij ontsnappen
en sloot zich aan bij de Franse ondergrondse. Na de oorlog werd Schumann kort
minister van financiën en minister-president, om tussen 1948 en 1953 minister
van buitenlandse zaken te zijn. In deze functie werkte hij veel aan de
toenadering tussen Duitsland en Frankrijk. Hij was in 1951 de grondlegger van
het plan voor de Europese eenwording, dat in 1957 leidde tot de oprichting van
de EEG. In 1958 werd hij de eerste president van het Europese parlement.
Schoolstraat
Raadsbesluit: 21 oktober 1955, 28 juni 1962
Aan de Burgemeester Bruntstraat was één van de eerste Christelijke scholen
uit de regio gevestigd (opgericht in 1866). In de jaren '70 van de 20e eeuw
kreeg deze school de naam "De Brug". Toen er halverwege de jaren '50
evenwijdig aan deze school een straat werd aangelegd, werd heel toepasselijk
de naam Schoolstraat gegeven. Zeven jaar later werd de straat nog wat in
oostelijke richting verlengd, waarbij aan deze verlenging ook de naam
Schoolstraat werd gegeven.
Scheisloot
Raadsbesluit: 24 januari 1989
De kavels, die bij de verkaveling van het land werden aangelegd, stonden in de
lengterichting loodrecht op de rivier. Dit was gedaan, omdat de beste grond
meestal langs de rivier te vinden was. Verder naar achter was het land
meestal wat lager gelegen, zodat dat gedeelte wat moerassig, en dus slechter
van kwaliteit was. De kavels grond die zo ontstonden werden gescheiden door
een sloot, de Scheisloot, ook wel "Scheidingssloot" genoemd. Zie ook het
kader met discussie omtrent deze naam in de gemeenteraad.
Schoutendreef
Raadsbesluit: 4 januari 1962
De schout was oorspronkelijk de vertegenwoordiger van de landsheer. Later was
de schout ook hoofd van politie en bij zittingen van de schepenbank fungeerde
hij als officier van justitie. Alhoewel de schout een wat bredere macht had,
kan hij worden beschouwd als de voorloper van wat tegenwoordig de burgemeester
is.
Schouw, de
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Inspectie van de sloten en watergangen in een poldergebied. Jaarlijks moeten
de grondeigenaren die land naast een sloot hebben, ervoor zorgen, dat riet
en andere gewassen niet in de sloot gaan groeien. Deze groei zou de
afvoercapaciteit van het polderwater teveel verminderen. Eenmaal per jaar
gaan de bestuurders van het waterschap of polderbestuur onderzoeken (schouwen)
of het schoonmaken van de sloten goed is gebeurd. Is een landeigenaar nalatig,
dan kan hij hiervoor een boete krijgen. Vroeger gebeurde het ook wel, dat het
polderbestuur eerst op kosten van de grondeigenaar ging eten en net zolang in
de kroeg bleef drinken totdat de sloot was schoongemaakt; zowaar een goede
stimulans om niet te lang te wachten met het schoonmaken van de sloten.
Sleutelbloem
Raadsbesluit: ca.2010
Sleutelbloem is een verzamelnaam voor diverse bloemen uit het geslacht van de Primula. De bloem bloeit in het voorjaar (vandaar de naam Primula, eerste) en heeft een kleur die varieert van paars, geel, rood tot wit. Ze blijven laag bij de grond, worden ongeveer 15 tot 30 cm hoog.
Sloep
Raadsbesluit: okt.2007
Een sloep is een kleine boot, die werd meegevoerd op het dek van een
grotere boot. Ze werden gebouwd voor diverse functies, als hulp bij
de visserij, als reddingboot of als werkboot. De vorm kan heel
verschillend zijn. Gemeenschappelijk kenmerk is, dat het om een
kleine boot gaat. Ook vandaag de dag worden er sloepen gebouwd.
Dat zijn dan vaak boten voor de pleziervaart en worden als
zelfstandig vaartuig verkocht.
Omdat de ligging van de (bedrijfs)gebouwen in het nieuw te ontwikkelen
bedrijventerrein Rijnhoek toch wat anders werd dan in eerste
instantie gedacht, was het eind 2007 nodig nog een extra straatnaam
toe te kennen. Door de straatnamencommissie is de naam Sloep bedacht.
Snoekbaars
Raadsbesluit: 29 september 1987
Een snoekbaars (Latijn: Stizostedion lucioperca) is te herkennen aan de twee
gescheiden rugvinnen, waarvan de voorste voorzien is van harde stekels. Hij heeft
een groen/grijsbruine rug, naar de buik toe wordt de kleur lichter. Hij voedt
zich met watervlooien en (voor wat betreft de oudere snoekbaars) met kleine
visjes. De snoekbaars komt in heel Nederland voor, maar niet in al te kleine
watertjes. Het is een lange vis. Een volwassen snoekbaars kan wel meer dan een
meter lang worden en weegt dan ruim 10 kilo.
In Bodegraven is de Snoekbaars de enige straatnaam die betrekking heeft op
een roofvis, zie verder de inleiding van dit hoofdstuk.
Spanjeweg
Raadsbesluit: 13 april 1993
Spanje ligt met Portugal op het Iberisch schiereiland, en is één van de
meest zuidelijke landen van de EEG. Met ruim 500.000 vierkante kilometer
is Spanje één van de grootste landen van Europa. Spanje is bij ons vooral
bekend om zijn fraaie stranden. Maar naast toerisme is er in Spanje in de
laatste jaren ook veel industrie gekomen (met name in het noorden) en speelt
de teelt van citrusvruchten en ander fruit ook een grote rol. Meer in het
verleden speelde Spanje ook in Nederland een grote rol. De tachtigjarige
oorlog en de strijd tegen hertog Alva en koning Philips zullen bij velen wel
bekend zijn. Spanje werd in 1986 lid van de EEG; in 1999 nam Spanje ook deel
aan de europese munt, de Euro.
Speijkstraat, van
Raadsbesluit: 29 maart 1960
Jan Carel Josephus van Speijk was een Nederlandse marineofficier. Hij was
geboren in Amsterdam op 31 januari 1802, en werd in 1830 commandant van een
kannonneerboot. Hiermee nam hij op 27 oktober 1830 in het kader van het
bedwingen van de Belgische opstand deel aan het bombardement van Antwerpen.
Gedurende de daaropvolgende winter bleef hij met zijn schip op de Schelde
voor Antwerpen liggen. Maar op 5 februari 1832 werd het schip door een storm
naar de oever gedreven. Een volksoploop dreigde het schip te bestormen. Van
Speijk sprak toen de bekende woorden "Dan liever de lucht in", waarop hij de
daad bij het woord voegde en de lont in het kruit stak. Deze heldendaad hielp
het moreel van de Nederlandse strijdkrachten hoog te houden in de strijd
tegen België.
Speenkruid
Raadsbesluit: 11 februari 2010
Speenkruid (Ranunculus ficaria) is een klein, meerjarig weideplantje met een hoogte van 5 tot 25 cm. Het groeit op rijke, vochtige of natte bodems op wat beschaduwde plaatsen. De naam speenkruid schijnt te zijn afgeleid van de vorm van de knollen, die op kleine speentjes lijken. Het is deel van de Ranonkelfamilie. In siertuinen komt het ook wel voor, maar dan meestal niet gewild, maar als onkruid. Eenmaal in de siertuin aanwezig, is het moeilijk te verwijderen, omdat de kleine knolletjes na de bloeitijd in leven blijven voor het volgend jaar.
Sportlaan
Raadsbesluit: 29 oktober 1954, 28 juni 1957
Bij het ontwerp van het plan Tuinwijk was gepland om vanaf de Beursstraat een
park of plantsoen aan te leggen in de richting van het al sinds 1938 bestaande
zwembad. Hieraan zou, gezien het sportieve element van het zwemmen, de naam
Sportlaan gegeven kunnen worden. Bij nadere invulling van het plan Tuinwijk,
kwam het zwembad te liggen aan een meer oostwest gerichte straat, waaraan
men de naam Sportlaan gaf. De naam Badstraat kwam ook nog ter tafel, maar
de raad koos uiteindelijk toch voor de naam Sportlaan. Toen in 1957 de
straat in westelijke richting werd doorgetrokken (ten westen van de
Vijverlaan) kreeg deze ook de naam Sportlaan.
Spoorlaan
Raadsbesluit: 27 februari 1893, 11 oktober 1954
Om het in 1878 geopende station bereikbaar te maken, werd een weg aangelegd
vanaf de dichtstbijzijnde openbare weg. Dat was in die tijd de Goudsestraatweg.
Toen in 1893 door de gemeenteraad aan de toen bestaande straten een officiële
naam werd gegeven kreeg deze weg de naam Stationsweg. De weg werd door de
bevolking ook wel Parallelweg genoemd, omdat hij parallel liep aan de
spoorlijn. In het spraakgebruik werd deze naam al snel verbasterd tot
Prulleweg.
In 1954 vond de raad, dat de situatie van de Stationsweg nogal onduidelijk
was. Deze straat liep immers van de Oud Bodegraafseweg, voorbij het station,
tot bij de Goudseweg. De stukjes straat die ten oosten van de Goudseweg in
het verlengde van de Stationsweg lagen hadden steeds de naam van de
eerstvolgende zijstraat, te weten de Prinsenstraat, Prins Bernhardstraat
en Prinses Beatrixstraat. Om hierin meer duidelijkheid te scheppen werd in
1954 het hele gedeelte dat evenwijdig aan het spoor liep vanaf het station
tot de meest oostelijke punt van deze weg de Spoorlaan genoemd.
Of de situatie nu echter zoveel duidelijker is, moet echter betwijfeld worden.
Het ware beter geweest aan het stuk ten oosten van de Goudseweg een volledig
nieuwe naam toe te kennen.
Spoorstraat
Raadsbesluit: 22 november 1898
In 1898 komt er een verzoek van C.Costerus, bouwman alhier, om een vergunning
voor het mogen aanleggen van een straat vanaf de Dorpsstraat (bedoeld is de
Wilhelminastraat) tot aan de Stationsweg. Hij wil het terrein gaan bebouwen
en verkopen. Hij kan worden beschouwd als een vroege vorm van een
projectontwikkelaar. Hij krijgt vergunning van de gemeenteraad, die aan deze
nieuwe straat in de vergadering van 22 november 1898 de naam Spoorstraat
geeft. Logisch gezien de route die de straat volgt naar de spoorlijn.
Statenlaan
Raadsbesluit: 4 januari 1962
De staten van de verschillende gewesten in wat we later Nederland noemen,
werden vanouds gevormd door een college van afgevaardigden uit diverse
standen (adel, geestelijkheid, enz) in een bepaald gewest. Nederland bestond
uit een aantal gewesten (zoals Holland, Utrecht, Zeeland, enz). De staten
waren belast met het gewestelijk bestuur voor hun eigen gewest.
Stadhouderslaan
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Het begrip stadhouder is een algemeen begrip. Gezien de andere straten in de
omgeving, zal Willem III worden bedoeld. Geboren in 1650 was hij te jong om
zijn overleden vader Willem II op te volgen. De regenten in de Staten van
Holland besloten zonder stadhouder verder te gaan (het Eerste Stadhouderloze
tijdperk). Pas in het rampjaar 1672 werd hij tot stadhouder benoemd. Willem
III overleed in 1702. Meestal wordt er gesproken van een stadhouder van
Nederland, maar dat is fout. De stadhouder werd benoemd door ieder van de
gewesten afzonderlijk. Meestal werd een stadhouder door alle provinciën
gelijktijdig benoemd, maar bij sommige stadhouders zien we tientallen jaren
verschil tussen benoeming door bijvoorbeeld Holland en Friesland. In
Nederland kennen we de erfelijke stadhouders uit het geslacht van Oranje.
Zo kennen we diverse Willems, maar ook Frederik Hendrik (van 1625-1647) of
Maurits (van 1585-1620) waren stadhouder.
Stationsplein
Raadsbesluit: 28 januari 1970
Alhoewel het station al in Bodegraven bestaat vanaf 1878, is de officiële
naam Stationsplein nog maar zeer recent gegeven. De twee ontsluitingswegen
naar het station heten immers Stationsweg en Spoorlaan. Rond 1970 werd het
stationsplein gereconstrueerd. Hierbij zou een wat onduidelijke situatie
ontstaan. Er werd besloten om het plein dat bij de reconstructie zou ontstaan
de naam Stationsplein te geven. Omdat er aan het Stationsplein (behalve de
woning boven het station) geen woningen staan, oordeelde de raad het acceptabel
om de in het spraakgebruik al ingeburgerde naam van Stationsplein officieel te
gaan gebruiken.
Stationsweg
Raadsbesluit: 27 februari 1893
Bij aanleg van de spoorlijn langs Bodegraven (in 1878) verliep de ontsluiting
van het station in het begin vanaf de Goudseweg via wat tegenwoordig de
Spoorlaan heet. Toen in de jaren '20 de spoorput werd gedempt, konden meer
ontsluitingswegen naar het station worden aangelegd, zowel vanuit het
centrum van het dorp (Prins Hendrikstraat), als vanaf de westelijke kant,
vanaf de Oud Bodegraafseweg. Deze westelijke straat kreeg dezelfde naam als
de oostelijk van het station gelegen weg, stationsweg. Uiteindelijk is het
oostelijk gedeelte van naam veranderd; het westelijk gedeelte (uit de
jaren '20) is echter Stationsweg blijven heten.
Terrassonsingel
Raadsbesluit: 13 april 1993
Met de in Zuid Frankrijk gelegen plaats Terrasson heeft Bodegraven een
vriendschapsband (jumelage). Terrasson is gelegen in de regio Périgord ten
oosten van Bordeaux en heeft ongeveer 8500 inwoners. De voornaamste middelen
van bestaan zijn wijnbouw en toerisme. Sinds 1992 zijn tussen beide steden
diverse uitwisselingen geweest op sociaal en cultureel gebied. Ook locale
aktiviteiten, zoals de franse kerstmarkt en de Bodegraafse kaasmarkt, zijn
gelegenheden waar burgers elkaar graag ontmoeten. Doordat de deelnemers van
de uitwisselingen ondergebracht worden bij gastgezinnen krijgt men een goed
inzicht in elkaars cultuur en gewoonten.
Tjalk
Raadsbesluit: ca.2007
Een Tjalk is een zeilend vrachtschip dat werd gebruikt op binnenwateren.
De naam komt al in de 17e eeuw voor, toen vooral voor schepen met een
ronde boeg. De tjalk is lang, smal en ondiep van bouw met een volle
ronde boeg. Ze waren voorzien van zijzwaarden. Het waren echte
werkpaarden, gebruikt op binnenwateren, maar soms ook wel op de
Noord- en Oostzee.
Tolnasingel
Raadsbesluit: 13 april 1993
De eerste jumelagestad waarmee vriendschapsbanden werden aangegaan (1991) is
het in Hongarije gelegen Tolna. De plaats Tolna, met ruim 12.000 inwoners, is
gelegen aan de Donau, ongeveer 120 km ten zuiden van Budapest. Middelen van
bestaan zijn land- en bosbouw met daarnaast ook wat wijnbouw. Met diverse
uitwisselingen van schoolkinderen wordt een bijdrage geleverd aan het leren
kennen van elkaars cultuur en gewoonten. Andere uitwisselingen op het gebied
van sport en cultuur vinden ook plaats. Er is ook sprake van hulp, zoals een
Bodegraafse brandweerauto die in Tolna aan een tweede leven begon en een
aanhangwagen met Rode Kruis hulpgoederen die de locale hulpverlening kon
verbeteren.
Tolstraat, van
Raadsbesluit: 10 maart 1893
De naam Van Tol is ontleend aan een schilder uit onze streek. Dominicus van
Tol werd geboren in Bodegraven tussen 1631 en 1642. Later trok hij weg uit
ons dorp, maar hij schilderde veel werken waarin we kunnen zien hoe het leven
was op het platteland in zijn tijd. Hij schilderde vooral in het gebied dat
we nu het Groene Hart noemen. Van de schilder Van Tol hangen vier
schilderwerken in het Rijksmuseum te Amsterdam.
De naam Van Tol werd in eerste instantie toegekend aan de straat die nu
Emmakade heet (zie aldaar). Na een maand veranderde de gemeenteraad al van
inzicht. Zo werd in maart 1893 aan de huidige Van Tolstraat deze naam
gegeven.
Trompstraat
Raadsbesluit: 29 maart 1960
Wie de naam Tromp hoort, denkt meteen aan Maarten Harpertszoon Tromp. Deze
opperbevelhebber, die leefde van 1598 tot 1653, is inderdaad de meest bekende.
Door een aanval van hem tegen de Engelse vloot brak in 1652 de eerste Engelse
oorlog uit. Maar de Trompstraat in Bodegraven heeft betrekking op Cornelis
Tromp (1629-1691). Deze Cornelis Tromp is bekend geworden doordat hij na
een overwinning in de Tweedaagse Zeeslag bij Duynkerken op 4 en 5 augustus
1666 zonder overleg een deel van de Engelse vloot achtervolgde. Hierdoor
kwam de rest van de vloot, aangevoerd door Michiel de Ruyter, in grote
problemen waarna Cornelis Tromp werd ontslagen. Later zijn Michiel de Ruyter
en Cornelis Tromp (naar men zegt in Bodegraven) bij elkaar geweest, waarbij
de ruzie is bijgelegd.
Tuinstraat
Raadsbesluit: 29 oktober 1954, 14 juni 1957
Omdat in het verleden de proeftuin van Zaadhandel Turkenburg was gelegen op
het terrein dat vanaf 1954 bebouwd zou gaan worden, werd aan één van de
straten van het plan Tuinwijk de naam Tuinstraat gegeven. Ook het gedeelte
dat in 1957 Margrietstraat zou gaan heten, hoorde in eerste instantie bij de
Tuinstraat. Aangezien in 1957 de straten toch iets anders kwamen te liggen
dan men in 1954 dacht, werd in de raadsvergadering van 14 juni 1957 besloten
om de naam Tuinstraat voor het laatste gedeelte in te trekken en daaraan de
naam Margrietstraat te geven.
Turkenburg, Laan van
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Al jaren vóór de Tweede Wereldoorlog was er op het terrein waar nu de Laan
van Turkenburg ligt een proeftuin van de zaadhandel Turkenburg. De fabriek
van deze firma was gevestigd in het pand dat nu het Evertshuis is. Toen op
het terrein van de proeftuin na 1954 woningen gebouwd zouden worden, werd
voor één van de straten de naam Zaaierlaan voorgesteld, genoemd naar het
logo van de firma. Tijdens de raadsvergadering kwam raadslid Batelaan met
het voorstel om als eerbetoon aan de familie Turkenburg de straat Laan van
Turkenburg te noemen, een naam die uiteindelijk werd gekozen.
Veenrode
Raadsbesluit: 18 september 1979
Bebouwbaar of begaanbaar gemaakt land, door het rooien (vandaar de
toevoeging Rode) van bomen in het veengebied.
Veldestraat, burg.van de
Raadsbesluit: 20 november 1997
Henri Adolphe Van de Velde was één van de eerste burgemeesters van Bodegraven.
Voordat hij naar Bodegraven kwam was hij advocaat bij de Hoge Raad. Henri
was geboren op 9 september 1855 in Banjoemaas (Ned. Indië). Per 12 december
1880 werd hij benoemd tot burgemeester. Ondanks strubbelingen met de
gemeenteraad (een voorstel om ƒ 200,-- subsidie te verstrekken voor een
openingsfeest ter ere van de aanleg van de stoomtramlijn naar Gouda, werd
dat door de gemeenteraad afgewezen als te duur zijnde) heeft hij toch in
positieve zin mogen meewerken aan ons dorp. Zo was hij betrokken bij de
opening van de eerste kaasmarkt op het kerkplein op 21 maart 1882. Lang is
Van de Velde niet in Bodegraven geweest; op 31 maart 1883 werd hij benoemd als
burgemeester van Loosduinen. Later werd Van de Velde lid van de Tweede Kamer
voor de ARP. Hij is overleden op 28 mei 1919 in Wassenaar.
De straat is al veel ouder dan de straatnaam. In het uitbreidingsplan van
1957 kreeg de straat de naam Burg. van Dobben de Bruynstraat. Deze straat
liep dus met een bocht naar de Buitenkerk toe, een niet zo'n logische
situatie. In 1997 werd de naam veranderd in Burg. van de Veldestraat.
Vijverlaan
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Het zuidelijke gedeelte van deze straat, tussen Buitenkerk en de Oranjelaan had
van het begin af (1930) de naam Oranjestraat. Het handhaven van deze naam bij
het uitbreidingsplan van 1954 werd niet zo duidelijk geacht, zodat men naar
een andere naam zocht. Gezien de aanwezigheid van de in de jaren '30 gegraven
vijver lag de naam Vijverlaan al snel voor de hand. Zowel het hiervoor
genoemde zuidelijke deel (dat dus al sinds 1930 de naam Oranjestraat had),
als het nieuwe gedeelte ten noorden van de Oranjelaan, kregen beide de naam
Vijverlaan. Het achtervoegsel "Laan", dus niet straat of weg, hield verband
met het feit, dat de wijk toch wel ruim werd opgezet.
Vlietkade
Raadsbesluit: ??
De Vlietkade is gelegen langs het watertje met de naam Vliet. De naam Vliet
komt trouwens in heel veel plaatsen in het Westen voor. Via de Vliet wordt al
jarenlang het overtollige water uit de Zwammerdamse polders weggemalen in
de Oude Rijn. Sinds 1872 staat hier nu een gemaal, dat tot 1991 in gebruik
was. De functie van het gemaal is in 1991 overgenomen door het andere,
vlakbij gelegen gemaal Bulaeus Brack. Tot 1964 was de Vlietkade Zwammerdams
grondgebied. Bij de gemeentelijke herindeling van 1 februari 1964 werd dit
gebied bij Bodegraven gevoegd.
Vogelmuur
Raadsbesluit: 15 september 1977
Vogelmuur (Latijn: Stellaria media) is een eenjarige grassoort, die vooral
gedijt op luchtige, vochtige grond. Het is een lid van de familie van de
sterremuur (Stellaria) en is ook verwant aan de anjers, in die zin, dat er
bij beide sprake is van een blad dat paarsgewijs om de stengel zit. De
vogelmuur heeft een klein blad van slechts enkele centimeters. Ze komt ook
wel voor als onkruid in de tuin. In de familie van de sterremuur komen vele
soorten voor zoals de sterremuur zelf, de moerasmuur, de grasmuur, de bosmuur,
en nog andere muursoorten.
Vogelwikke
Raadsbesluit: ca.2015
De Vogelwikke is een plant uit de vlinderbloemenfamilie. De plant heeft slappe stengels die zachtbehaard zijn. De plant kan behoorlijk hoog worden, soms wel tot twee meter. De plant wordt gekenmerkt door de trossen met vele paarse bloemen. Ze komt voor in weilanden, bouwland, langs wegen en langs dijken.
G.R.Vonklaan, burg.
Raadsbesluit: 26 juni 1935, 13 november 1946
Gerrit Rokus Vonk (geboren op 8 maart 1887 in Peursum) was gemeentesecretaris
in Molenaarsgraaf van 1910 tot 1926. Daarna werd hij burgemeester van
Asperen en Heukelom en op 1 januari 1939 in Bodegraven. Helaas heeft de
oorlogssituatie ervoor gezorgd dat Gerrit Vonk slechts 5 jaar burgemeester
mocht zijn. Hij had moeite om alle regels en orders van de Duitse
overheersers te volgen. Als burgemeester wist hij tot 1944 aan toe de
Duitse bevelen om te draaien in het voordeel van de Bodegraafse bevolking.
Op 20 december 1944 vluchtte hij, maar nadat zijn vrouw en kinderen waren
opgepakt, meldde hij zich vrijwillig. Hij werd meegenomen naar een
doodlopend weggetje in Berkenwoude, waar hij is doodgeschoten. Ondanks een
verbod van de Duitse overheersers betoonde de Bodegraafse bevolking tijdens
de begrafenis massaal de laatste eer aan de burgervader. Na de oorlog is
op de begraafplaats een monumentale grafsteen geplaatst.
De Burg. G.R.Vonklaan heeft niet altijd zo geheten. Toen de straat in 1935
werd aangelegd, werd in de gemeenteraad driftig gediscussieerd over de naam.
Enerzijds kwam de naam Vijverlaan naar voren (de straat liep immers vanaf
de Oude Markt naar de vijver toe), anderzijds werd de naam Torenlaan genoemd
(omdat de straat begon bij de kerktoren van de Dorpskerk). Er was zelfs nog
even sprake van de naam Koetilang, de naam van het nieuwste KLM-vliegtuig,
wat zoiets als Oeverzwaluw betekent. Uiteindelijk koos men de naam Torenlaan.
In 1946 werd de straatnaam Torenlaan "uit erkenning voor de groote verdiensten
en zijn strijd voor vrijheid en recht gedurende de bange jaren van bezetting
door den Duitschen overweldiger" veranderd in Burg. G.R.Vonklaan.
Voorplein
Raadsbesluit: 29 oktober 1954
Het voorplein vormt eigenlijk één geheel met het Pastorieplein. In eerste
instantie was het voorstel dan ook om dit plein, samen met het Pastorieplein,
de naam Lammerenmarkt te geven. Tijdens de raadsvergadering kwam tegen deze
naam nogal wat bezwaar (zie bij het Pastorieplein). Een voorstel om het
gehele plein de naam Voorplein te geven (naar de ligging van het plein,
vooraan bij de Markt) werd afgewezen; naamgeving van alleen het voorste
deel van het plein met deze naam kon echter wél rekenen op steun van de
gemeentraad.
Voshol
Raadsbesluit: 9 december 1966
De naam Voshol komt van een voormalig baljuwschap, dat vanaf de middeleeuwen
drie heerlijkheden omvatte, te weten Zwammerdam, Ter Aar en Reeuwijk. Het
eigenlijke centrum van de heerlijkheid was gelegen tussen Zwammerdam en
Boskoop. In de zeventiende eeuw werd het gesplitst. Het deel ten noorden
van de Oude Rijn ging verder onder de naam Ter Aar; het gedeelte tussen
Zwammerdam en Boskoop bleef onder de naam Voshol bekend.
Waar de naam Voshol vandaan komt is niet geheel bekend. Wel is bekend, dat
er vroeger in het gebied een jachthuis "Het Hof" of "Het Hol" heeft gestaan.
Wellicht was dit jachthuis bestemd voor de jacht op vossen.
De naam Voshol is pas in het jaar 1966 in de gemeente Bodegraven gekomen.
In dat jaar werd het Boskoopse deel van de weg in het kader van een
ruilverkaveling doorgetrokken naar de J.C.Hoogendoornlaan. Uiteraard is
ook aan het Bodegraafse deel van de weg dezelfde naam Voshol gegeven.
Vossestaart
Raadsbesluit: 15 september 1977
Vossestaart (Latijn: Alopecurus pratensis) is een grassoort met een rolronde
of langwerpige, dichte aartjes in de vorm van een pluim. In Nederland komen
er vijf soorten in het wild voor. De vossestaart groeit vooral in weilanden
en op hooilanden. Ze bloeit van juni tot september. Het is een overblijvende
plant. Elke winter sterft ze weliswaar boven de grond geheel af, maar in de
aarde blijft ze leven om in de lente weer boven de grond te komen.
Vreekenplein, Jacob
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Tot halverwege de jaren zestig liep de Dronenhoek vanaf de Oud Bodegraafseweg
in de vorm van een U-bocht weer terug naar dezelfde Oud Bodegraafseweg. In
1967 werd de lay-out van de straten veranderd. De Dronenhoek werd een
doodlopende weg, op een deel (waar nu de bedrijfsgebouwen van Blokker en de
Schoolbegeleidingsdienst staan) werd een nieuwe orgelfabriek gebouwd. Het
korte stukje dat overbleef kreeg in de volksmond al snel de naam van de
oprichter van deze fabriek, dhr. Jacob Vreeken (geb. 1899, overl. 1976).
Hij begon in 1923 op de Overtocht een piano- en orgelhandel, welke 5 jaar
later verhuisde naar de Prins Hendrikstraat. In 1967 was het bedrijf
inmiddels uitgegroeid tot de landelijk bekende orgelfabriek Eminent, en werd
het complex in de Dronenhoek geopend. De naam was al eerder in gebruik, maar
werd pas in 1981 toegekend, op verzoek van de directie van deze fabriek. De
orgelfabriek is halverwege de jaren '80 verhuisd naar de Schumanweg, en
bestaat inmiddels niet meer. De straatnaam is echter gebleven.
Vrije Nesse
Raadsbesluit: 4 januari 1962
Een Nes is letterlijk buitendijks gelegen land aan de bocht van een rivier.
Ten zuiden van Bodegraven liep al eeuwenlang het riviertje de Oude Bodegrave,
waar in een bocht daarvan de heerlijkheid Vrije Nes is ontstaan. De toevoeging
Vrij zal ontstaan zijn omdat het een eigen heerlijkheid betrof, los van
andere eigenaren. Lange tijd heeft er (nummer 110 van de Oud Bodegraafseweg)
op een huisterp een boerderij gestaan met de naam Vrije Nes. Ook nu staat er
op nummer 114 een nieuwere boerderij, gebouwd in de jaren '30.
Vromade
Raadsbesluit: 4 augustus 1970
De naam Vromade is een verbastering van Vrone Maden of ook wel Vrouw Mades
Kampen. Beide namen komen voor op oude landkaarten, en zijn dan een
verbastering van Vrone Maden. Wat daarvan precies de betekenis is, is niet
helemaal duidelijk. Bepaalde bronnen geven aan dat het betekent "het land van
de vrije vrouw". Wellicht betrof het hier landerijen van het vrouwenklooster
uit Rijnsburg, vandaar Vrouwenmade, land van de vrouwen. Deze landerijen
waren ongeveer gelegen op de plek waar nu het alom bekende winkelcentrum
is gevestigd.
Al in 1961 in de Dronenwijk was er sprake van, om de naam Vromade te geven
aan een straat. Uiteindelijk werd dat de Heemraadslaan. Er is ook nog sprake
geweest van een Vrone Madesingel, een singel die vanaf de Goudseweg zou
lopen ongeveer op de plaats waar nu de Boesemsingel loopt. Uiteindelijk werd
de naam bewaard voor de straat rondom het winkelcentrum in de Broekvelden.
Vrouwenmantel
Raadsbesluit: ca.2017
De Vrouwenmantel is een geslacht van wel 1000 soorten vaste kruidachtige tot struikvormige planten in de rozenfamilie. De plant groeit op verstoorde en min of meer vochtige plaatsen zoals boskanten, natte graslanden en wegbermen.
Waagpoort
Raadsbesluit: 2 september 1986
Sinds jaar en dag was er in Bodegraven een gelegenheid om goederen te laten
wegen. Het wegen was geen gemeentelijke taak, maar gebeurde door derden. Maar
de gemeente was er in zoverre bij betrokken, dat er een officieel geijkte
balans en bijbehorende gewichten ieder jaar weer werden verhuurd. Het wegen
vond plaats in café Het Bonte Varken op de Oude Markt. Aan de eigenaar
hiervan werden balans en gewichten verhuurd. Dit verhuren van de
gemeentelijke weegschalen hield stand tot 1930. In dat jaar werden de
schalen verkocht toen men ging inzien, dat gemeentelijke tussenkomst niet
nodig was.
Toen in 1986 op het terrein van voormalige kaaspakhuizen een aantal huizen
werd gebouwd, greep men terug op de jarenlange traditie van het wegen.
Warmoeskade
Raadsbesluit: 24 november 1966
De naam Warmoeskade bestaat in de volksmond al heel lang. Toch is de naam pas
door de raad in 1966 officieel vastgesteld. De aanleiding hiertoe was de
ruilverkaveling die in het gebied werd uitgevoerd.
Waar de naam Warmoeskade vandaan komt is niet geheel bekend. Wellicht dat op
deze plaats vroeger moestuintjes waren gelegen. De naam warmoes heeft
betrekking op moeskruid, groente, meestal kool en bladgroente, die
geteeld werd voor menselijke consumptie.
Watermunt
Raadsbesluit: 15 september 1977
Watermunt (Latijn: Mentha aquatica) is een inheemse plant, en stamt van de
familie der lipbloemen. Ze groeit aan de oever van, of net in het water.
De bladeren zijn meestal behaard. De bloemkelk met lange spitse tanden is
dicht behaard, vooral aan de onderkant. Ze is familie van andere muntsoorten
zoals pepermunt, die meer bekend is door de snoepjes en de tandpasta. Ook
de watermunt heeft een heerlijk frisse geur en is daarom in de natuur wellicht
geliefd. De liefhebber van een vijver in de tuin moet echter ook rekening
houden met een minder fraaie eigenschap, en dat is het feit dat de plant snel
voortwoekert.
Watersnip
Raadsbesluit: 9 december 1975
De watersnip (Latijn: Gallinago gallinago) hoort net als de houtsnip en de
poelsnip tot de familie der steltlopers. Ten opzichte van de houtsnip is de
watersnip veel lichter van kleur. Hij heeft een bruine rug, en een witte
borst en buik, met daarop bruine stippen. Met een lengte die overeenkomt met
die van de lijster (kleiner dan 30 cm) is hij overigens de kleinste van de
drie snippen. De lange snavel is het meest bekend. Hij komt vooral voor in
lage drassige weilanden zoals rondom Bodegraven. Het aantal watersnippen in
Nederland is overigens beperkt, minder dan 100.000 broedparen, wat een reden
is om bezorgd te zijn om zijn voortbestaan. De snip is overigens bij veel
mensen bekend. Bekijk het briefje van 100 gulden maar eens, en u ziet
waarom.
Waterhoen
Raadsbesluit: 2 juni 1981
Een waterhoen (Latijn: Gallinula chloropus) houdt zich vaak op bij moerassen,
poelen, meren en rivieren. Zijn veren zijn zwart, met een lange witte streep
over de zijkant en onder de staart. De snavel en ook een stukje van zijn
daarbovenliggend kopje zijn rood. Het is een beweeglijke vogel; tijdens het
lopen waggelt hij steeds met de staart en onder het zwemmen knikt hij
ritmisch met de kop. Zijn nest bouwt hij in het riet en in de struiken langs
het water. We zien hem ook wel in Bodegraven in vijvers en watergangen. Het is
een standvogel. Hij wordt iets meer dan 30 cm lang.
De naam Waterhoen was al vaak genoemd in de gemeenteraad. In 1970, 1974, 1975
en 1978 werd de naam al genoemd bij de naamgeving. Pas in 1981 werd de naam
waterhoen bij de invulling van het tot dan leeggebleven gebied rond het
winkelcentrum Vromade gekoppeld aan een straatnaam.
Weegbree
Raadsbesluit: 11 februari 2010
De weegbree (Plantago) is een familie (Plantaginaceae) van meerjarige, vaste planten. Ze heeft vlezige bladeren. Als gevolg daarvan groeit ze ook op plaatsen waar ook wel gelopen wordt, zoals een onverhard pad naar of in een weiland. Er zijn diverse soorten weegbree bekend. De bloem is paarsgekleurd met dunne uitlopende bladeren.
De straatnaam was in 2010 toegekend. Maar toen op 1 jan 2011 de gemeente Bodegraven en de gemeente Reeuwijk werden samengevoegd, ontstond er een probleem. In Reeuwijk was er namelijk ook een straat met de naam Weegbree. Omdat de straat in Bodegraven nog maar amper bewoond was, werd de naam in 2011 veranderd in Korenbloem. Zie aldaar. (p.s. deze wijziging is voor mij niet zeker. Weet u er meer van, dan hoor ik dat graag)
Weeshuisbaan
Raadsbesluit: 2 juni 1981
In 1748 werd door de diaconie van de toenmalige Gereformeerde Kerk een huis
aangekocht van dorpschirurgijn Casparus Parasier, waarin wezen konden worden
opgevangen. De taken van het weeshuis gingen verder dan alleen maar het
opvangen en opvoeden van wezen (kinderen zonder ouders). Ook het begraven
van overleden armen was een taak van de weeshuismeesters. Voor een verhaal
over deze weeshuismeesters, waarbij zelfs spoken aan te pas kwamen, zie het
kader bij de Goudseweg. Het weeshuis bleef in deze functie tot halverwege de
19e eeuw, waarna het een rusthuis voor ouderen van de Hervormde Gemeente werd.
In 1960 werd het huidige Vijverhof geopend; gelijktijdig werd het rusthuis in
de Kerkstraat gesloten. Toen in 1981 op het terrein een doorbraak naar het
Raadhuisplein werd gecreëerd, gaf men de naam Weeshuisbaan aan deze doorbraak.
Voor het nieuwe marktterrein werd er zowel gedacht aan een locatie ten westen
als ten oosten van de dorpskerk. Uiteindelijk is na veel discussie de Nieuwe
Markt aan de oostzijde van de kerk gekomen. In augustus 1925 werd de markt door
burgemeester Le Coultre geopend. De naam was al tijdens de raadsvergadering van
10 januari 1925 toegekend.
Weijland
Raadsbesluit: ??
De straatnaam Weijland is afgeleid van de polder waarin deze straat is
gelegen, de Weilandsche Polder. Het is niet bekend, waar de naam van afgeleid
is. Wellicht heeft deze een relatie met de heerlijkheid Wiltenburg (zie bij
Weijpoort), maar de naam zou ook net zo goed kunnen zijn afgeleid van wei,
weiland.
Vroeger liep de straat officieel verder door. Wat nu Bruggemeesterstraat heet
(zie aldaar), had tot 1964 de naam Weijland. Bijna had het gedeelte van de
oude Rijksstraatweg ten oosten van het dorp ook de naam Weijland gekregen. Er
lag een voorstel om bij de gemeentelijke herindeling het Weijland te laten
doorlopen tot aan de nieuwe grens met Woerden. Uiteindelijk koos men daar
voor een andere naam (zie bij De Bree).
Weijpoort
Raadsbesluit: ??
De naam Weijpoort is volgens de Bodegraafse historicus Cees Beunder afkomstig
van "Wi-Portus", dat is "haven van Wiltenburg". Enkele kilometers naar het
zuiden ligt bij Oucoop (in de gemeente Reeuwijk) de voormalige "hooge
heerlijkheid" Wiltenburg, nu een boerderij, vroeger een heerlijkheid. Deze
Wiltenburg zou een haven, portus, hebben gehad aan de Oude Rijn. Aan de
juistheid van de verklaring wordt echter getwijfeld. Wellicht is de naam
gewoon ontstaan uit het weiland dat in de polder was gelegen.
Werf, de
Raadsbesluit: 20 november 1997
Benaming van het meestal bestrate terrein rondom de boerderij. Op de werf
werden kleine werkzaamheden uitgevoerd, en in de zomer werd er het vee gemolken.
De werf was ook de plaats waar de woningen van de landarbeiders stonden. Deze
hadden vaak een aparte naam. Zo vonden we op de Noordzijde de Oude Werf en
de Zwarte Werf, en op de Dammekant de Ezelenwerf.
Westeinde
Raadsbesluit: 28 juni 1957
Al heel vroeg in de geschiedenis van Bodegraven was er al een straat met de
(toen niet officieel toegekende) naam Westeinde. In oude akten is vaak sprake
van het Westeinde van het dorp. Daarmee wordt dan het westelijk deel van de
Kerkstraat bedoeld, in de volksmond ook wel "Het Ambacht" genoemd. Ook de
naam Oosteinde kwam voor; deze naam werd gegeven aan een deel van de
Noordzijde. De herkomst van de naam Westeinde is al even simpel als de naam
zelf; het meest westelijk gelegen deel van het dorp. Toen in 1957 het plan
voor de Vijverwijk ter tafel lag, was de naam als westgrens van het
uitbreidingsplan al snel gevonden.
Wetering
Raadsbesluit: 24 januari 1989
Gegraven watergang, groter dan een sloot. Meestal wordt bedoeld de
achterwetering in een verkaveld weidegebied zoals dat rondom Bodegraven is te
vinden. Bij de verkaveling in de dertiende eeuw werden landbouwkavels gemaakt
van 60 bij 1250 meter grootte. Deze kavels werden aan de zijkant gescheiden
door een scheisloot, en aan de achterkant door de achterwetering. Deze
wetering liep dus evenwijdig aan de rivier op zo'n 1250 meter evenwijdig
ervan.
Weiweg
Raadsbesluit: ??
Waar de naam Weiweg vandaan komt is niet zeker. Er gaan stemmen op, dat de
naam zou zijn afgeleid van de heerlijkheid Wiltenburg, zijnde de weg van de
Wiltenburg naar de haven aan de Oude Rijn (zie verder bij de Weijpoort). Maar
wellicht is de naam gewoon afgeleid van wei, weiland.
Weideveldselaan
Raadsbesluit: ca.2010
De Weideveldselaan vormt de ontsluiting voor het zuidelijk deel van de wijk Weideveld. De naam is ontleend aan de naam van de wijk. De weg is al in een vroeg stadium van Weideveld aangelegd, nog voordat er huizen in deze omgeving werden gebouwd. Dat was het geval, omdat deze weg tevens dienst doet als ontsluitingsweg van de Brandweerkazerne aan de Portugalweg naar de Broekveldselaan. In 2020 was de weg al wel opgengesteld voor bouwverkeer naar het zuidelijke deel van Weideveld, maar nog niet als toegang voor bewoners en bezoekers.
Wielewaal
Raadsbesluit: 21 maart 1978
De wielewaal (Latijn: Oriolus oriolus) hoort thuis bij de zangvogels. Het is
een sierlijke vogel. Met name het mannetje heeft mooie gele en zwarte kleuren,
het vrouwtje daarentegen is minder fraai en wat groenig van kleur en wat meer
gevlekt. Om hem te zien moeten we wat meer ons best doen, want het is een
schuwe vogel. Hij zit veel in de toppen van hoge bomen. Hij bouwt daarboven
in de boom ook zijn nest in de vorm van een soort hangmat. Vliegen doet hij
in een wat golvende beweging. Het is een trekvogel, die bij ons alleen in
de zomer verblijft. Hij wordt ongeveer 23 cm lang.
Wilhelminastraat
Raadsbesluit: 17 februari 1893, 10 maart 1893
Wilhelmina (geboren 1890 met de doopnamen Wilhelmina Helena Pauline Marie) was de enige dochter van Willem III, koning der Nederlanden, en Emma van Waldeck-Pyrmont. Toen zij 10 jaar oud was overleed haar vader. Aangezien ze de enige troonopvolgster was, moest ze koningin worden. Tot de leeftijd van 18 jaar nam haar moeder, Emma, deze taak als regentes waar. In 1898 werd Wilhelmina oud genoeg gevonden om het land te regeren. Zij heeft dat 50 jaar lang gedaan, en is daarmee de langst regerende vorst van ons koninkrijk geweest. Wilhelmina trouwde in 1901 met Hendrik van Mecklenburg-Schwerin; zij kregen in 1909 één dochter, de latere koningin Juliana. In 1948 trad Wilhelmina af als koningin ten gunste van haar dochter Juliana. Zij overleed in 1962.
Tot 1893 had de straat in het spraakgebruik de naam Zuidzijde. In 1893 is de straatnaam Wilhelminastraat toegekend aan de hele straat, vanaf de Oud Bodegraafseweg tot bij de Prinsenstraat. Een maand later achtte de gemeenteraad het niet geschikt om vanuit het centrum (de Hoek) in twee richtingen eenzelfde straatnaam te hebben. Op 10 maart 1893 werd daarom het westelijke gedeelte hernoemd in Van Tolstraat.
Met andere straten is in de Tweede Wereldoorlog ook deze straat (tijdelijk) hernoemd. De naam Wilhelmina mocht op last van de Duitse bezetting vanaf maart 1942 niet meer worden gebruikt. De naam werd toen Nassaustraat. Na de oorlog werd de oude situatie uiteraard weer gewoon teruggedraaid.
Willemstraat
Raadsbesluit: 8 augustus 1903
Willem III, geboren 1817 was koning van het koninkrijk der Nederlanden en
groothertog van Luxemburg van 1849 tot 1890, het jaar van zijn overlijden.
Zijn eerste huwelijk was met zijn nicht Sophia van Württemberg (geb. 1818).
Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, die alle op jonge leeftijd
kwamen te overlijden. Na het overlijden van de eerste vrouw van Willem trad
hij in het huwelijk met de 41 jaar jongere Adelheid Emma van Waldeck-Pyrmont,
beter bekend als Emma. Uit dit tweede huwelijk werd in 1880 Wilhelmina Helena
Pauline Marie geboren, de latere koningin Wilhelmina.
Aan de nieuw aangelegde straat wordt in 1903 op voorstel van de burgemeester
de naam Willemstraat gegeven. Het betreft dan de straat lopend vanaf de
Ontmoetingskerk (hoek Spoorstraat), eerst in westelijke richting, en daarna
verder in zuidelijke richting tot bij de Oud Bodegraafseweg nabij de
spoorlijn. Het laatste stuk is later hernoemd in Nassaustraat. zie aldaar.
Winde
Raadsbesluit: 13 december 1983
De winde (Latijn: Leuciscus idus) is een vis die op de blankvoorn, ruisvoorn
en kopvoorn lijkt. Hij heeft echter een iets hol ingesneden achterste vin
en een minder ronde rug en buik. De schubben op de zijlijn voelen wat ruw
aan. Hij heeft een zilver/ tot geelwitkleurige buik en een groenzwarte rug.
De winde komt in heel Nederland voor, meestal in wat grotere wateren. Hij
kan zo'n 18 jaar oud worden en kan 35 tot 45 cm lang worden.
Wilgenoord
Raadsbesluit: 4 januari 1964
De naam wilg (Latijn: Salix) is eigenlijk een soortnaam. Er zijn verschillende
soorten wilgen, de schietwilg, de katwilg, de waterwilg, de treurwilg, en nog
andere soorten. De wilg is een boom die op vele plaatsen voorkomt, mits er
maar water in de buurt is. De bekendste wilg is de knotwilg, die vaak aan de
rand van de wegberm langs de sloot voorkomt, en vaak geknot wordt door
vrijwilligers. De krulwilg is ook wel bekend in tuinen, waar de sierlijk
gedraaide takken een fraai aanzien aan een tuin geven. De wilg is een
snelgroeiende boom. Wilgentenen werden vroeger veel gebruikt voor zinkstukken
in de waterbouw om dienst te doen bij de oeververdediging van dijken.
In het eerste voorstel werd de naam Wilgendreef genoemd. Raadslid van
Veldhuizen stelt tijdens de vergadering echter voor om de naam te wijzigen
in Wilgenoord. Een dreef is maar een heel klein weggetje, zo stelt hij, niet
in overeenstemming met deze straat.
Wittstraat, Johan de
Raadsbesluit: 27 mei 1966
Nederland bestond in de 16e eeuw uit een aantal gewesten, die ieder zeer
autonoom waren. Ieder gewest had daarbij een betaalde juridische raadsman,
ook wel pensionaris genoemd. De raadpensionaris van Holland werd ook wel
landsadvocaat genoemd, aangezien hij ook namens alle gewesten gezamenlijk
de correspondentie met de vreemde mogendheden verzorgde. Van 1653 tot 1672
was Johan de Witt (geboren 1625) raadpensionaris van Holland. In deze functie
had hij veel kontakt met Engeland (waarmee Nederland in oorlog was tot 1666)
en met Frankrijk. Zijn anti-oranjegezinde instelling leidde er uiteindelijk
toe, dat hij in 1672 werd gevangen genomen en vermoord in Den Haag.
S
Zeelt
Raadsbesluit: 13 december 1983
De zeelt (Latijn: Tinca tinca) is een groenbruin gekleurde vis, naar de kop
toe zelfs naar zwart neigend. Hij voelt zich thuis in stilstaande en langzaam
stromend water met een modderige bodem. Hij voedt zich met watervlooien,
kleine bodemorganismen en waterplanten. Een grote zeelt kan wel tussen de 40
en 60 cm lang worden en weegt dan bijna 5 kg. Hij komt in vrijwel heel
Nederland voor.
Zomerhuis
Raadsbesluit: 20 november 1997
In de winter stond het vee binnen op stal, en woonde de boerenfamilie in de
woonruimte waar gestookt kon worden. Maar 's zomers, als het vee buiten in de
wei stond, was het mogelijk om een deel van de stal af te scheiden, zodat men
daar kon wonen, dichter bij het vee. Enkele eeuwen geleden bleef dit zomerhuis
beperkt tot een deel van de stal. Vanaf de negentiende eeuw werden (vooral bij
grote boerderijen in Utrecht en in onze streken) ook vrijstaande zomerhuizen
gebouwd. Wie goed oplet kan van deze vrijstaande zomerhuizen nog fraaie
exemplaren zien.
Zonneweide
Raadsbesluit: 20 november 1997
De naam zonneweide was op een boerderij een andere naam voor de bleek. Een
stukje weide (waar uiteraard geen koeien mochten grazen), dat werd gebruikt
om de was te bleken en voor andere recreatieve zaken.
Zuidzijde
Raadsbesluit: ??
De naam Zuidzijde ontleedt zijn naam aan het feit dat de straat evenwijdig
aan de rivier de Oude Rijn loopt, en wel aan de zuidkant daarvan. Het is een
oude straat. Nu niet meer de belangrijkste verbinding richting Woerden, maar
tot de 19e eeuw was dit de hoofdverbinding. Pas later, toen de Noordzijde een
bestrate rijksstraatweg werd, ging de Zuidzijde meer als locale ontsluitingsweg
fungeren. De naam Zuidzijde werd tot 1893 ook gebruikt voor het gedeelte, dat
nu Wilhelminastraat heet, en zelfs voor het deel dat nu Van Tolstraat heet.
Zuwe
Raadsbesluit: 18 september 1979
Een Zuwe is een geringe natuurlijke verhoging in het overigens lage
veenlandschap. Aangezien zo'n verhoging het minst drassig was, ontstond op
zo'n verhoging dan meestal vanzelf een looppad door het moeras.
Zwanebloem
Raadsbesluit: 15 september 1977
De zwanebloem (Latijn: Butomus), van de familie van de waterweegbree, is een
oeverplant die groeit naast ondiep water. Ze heeft stijve, bajonetachtige
lange bladeren en een ronde stengel. De plant die iets minder dan een meter
hoog kan worden, bloeit in juli en augustus. Ze heeft dan fraaie roze
bloemschermen. De zes stampers van de bloem scheiden aan hun voet honing af,
reden waarom de zwanebloem veel wordt bezocht door graafwespen. In Nederland
is de verspreiding steeds meer afgenomen. Ze komt voor op leem- en kleigronden,
op veen en bij dit alles in ondiepe, voedselrijke zoete wateren.
Zwenkgras
Raadsbesluit: 28 november 1986
Binnen het geslacht van de zwenkgrassen (Latijn: Festuca) komen diverse
ondersoorten voor. Het meest bekend is het rietzwenkgras. Dit gras, dat zowel
tegen droogte als tegen vocht is bestand groeit niet zo snel, maar geeft toch
een hoge produktie. Dit is de reden, dat het gebruikt wordt voor voedergrassen.
Het is goed bestand tegen ziekten. Andere soorten zwenkgras, zoals het
rood-zwenkgras, worden vooral gebruikt voor gazongrassen, dit omdat het goed
tegen droogte kan.
Willem de Zwijgerstraat
Raadsbesluit: 29 maart 1933
Willem de Zwijger is de bijnaam van Willem van Oranje, graaf van Nassau. Hij leefde van 1533 tot 1584. Hij kan worden beschouwd als de grondlegger van de Republiek der Nederlanden, die de 7 Verenigde Provinciën op een gegeven moment gingen vormen. Achtereenvolgens was hij 4 maal getrouwd. Willem stond aan het hoofd van de toen nog ongeorganiseerde strijdkrachten die de Water- en Bosgeuzen vormden, en die tegen de Spaanse overheersing van de Nederlanden vochten. In 1584 is Willem van Oranje door Balthasar Gerards in Delft vermoord. Ten noorden van de Oranjestraat, achter de Nieuwe Markt, zou een doodlopende straat in noordelijke richting komen. B&W stelde voor om deze straat bij de 400e geboortedag van Willem de Zwijger naar hem te vernoemen. Gemeenteraadslid Boer vond het beneden de waardigheid van de "Vader des Vaderlands" om zo'n doodlopend straatje naar hem te vernoemen. Maar ondanks zijn protest is het er toch van gekomen.
Zevenster
Raadsbesluit: ca.2015
De zevenster is een plant uit de sleutelbloemfamilie. De plant groeit in bossen en op vochtige, zure en humeuze grond, zoals de veengronden in het groene hart. De plant wordt 5 tot 20 cm hoog en heeft kruipende wortelstokken. De zevenster bloeit in mei tot juli met witte langgestrekte bloemen met zeven kelkbladen, vandaar de naam.
Zilverschoon
Raadsbesluit: ca.2015
Zilverschoon is een plant uit de rozenfamilie. De naam van de plant komt door het zilverig uiterlijk dat ontstaat door zijdeachtige haartjes waarmee de plant is bedekt. Zilverschoon komt voor op vochtige plekken langs wegen en in het weiland. De plant is giftig voor paarden, vooral bij het eten van grote hoeveelheden. De bloem is geel.
Zwaluw
Raadsbesluit: 21 maart 1978
Zwaluwen zijn er in diverse soorten. Allen bezitten ze de bekende zwaluwstaart,
bestaande uit twee uit elkaar gaande staartdelen. De bekendste zwaluw is wel
de huiszwaluw (Latijn: Delichon urbica) met een lengte van ca. 14 cm, die
zijn nest vaak onder overstekende delen van huizen maakt. Daarnaast is er
ook de boerenzwaluw (Latijn: Hirundo rustica) die enkele centimeters langer
wordt. Het kwetteren van zwaluwen is een bekend geluid in de zomer. Een
andere zwaluwsoort die langzamerhand bij de bedreigde vogels hoort is de
oeverzwaluw.