Vanaf eind 1892 tot half 20e eeuw werden er in heel Friesland verschillende tramlijnen aangelegd. Al deze tramlijnen in de provincie werden geëxploiteerd door de NTM (Nederlandsche Tramweg Maatschappij). Die exploitatie gebeurde met stoomlocomotieven, en later ook met motorwagens.

Naast het grote netwerk met doorgaande lijnen waren er ook nog enkele korte zijlijnen aangelegd. Uiteraard is het op een korte zijlijn duur om die ook met stoomtractie te exploiteren. Daarom koos de NTM voor paardentractie op deze korte zijlijnen. De drie paardentramlijnen van de NTM waren:

• Dokkum - Veenwouden - Suameer
• Sint Annaparochie - Berlikum
• Makkum - Harkezijl

Eén van die zijlijnen was de lijn van Sint-Annaparochie naar Berlikum. Tussen 1900 en 1917 werd door de NTM over dit korte lijntje de dienst uigevoerd als paardentram. In tegenstelling tot de andere paardentramlijn van de NTM naar Dokkum heeft de lijn van Sint-Annaprochie naar Berlikum nooit ander verkeer dan paardentrams gekend.

Het hieronder genoemde materieeloverzhict heeft betrekking op alle drie de lijnen van de NTM. Voor zover (mij) bekend, werden de wagens door elkaar gebruikt op alle drie de lijnen van de NTM die met paardentramexploitatie werden geëxploiteerd.

Spoorwijdte : 1435 mm.
Lengte : 4,1 km