gebouw franciscanessen

Franciscanessen in Bodegraven

De eerste zusters in Bodegraven

In 1875 kwamen 5 zusters uit Salzkotten naar Bodegraven. Dat waren:

Zij woonden werkten het eerste half jaar in de kleine bewaarschool in de Van Tolstraat in Bodegraven. In 1876 konden ze al verhuizen naar de oude pastorie recht tegenover de huidige RK kerk aan de Overtocht.

Het begin

De komst van de zusters

plattegrond bodegraven tijdens het begin

Het kerkbestuur was in eerste instantie niet zo enthousiast. Van de zusters

In Bodegraven was er na de reformatie geen Rooms Katholieke kerk. Pas in 1666, dus zo'n 100 jaar na de reformatie, kon men een kleine schuur kopen om daar diensten in te houden. Deze was gelegen tussen de huidige Overtoch en de Oude Rijn, weliswaar in het dorp Bodegraven, maar gemeentelijk viel dit gedeelte onder de gemeente Zwammerdam. In 1766 werd de schuur verbouwd tot een echte kerk. En in 1805 kon er naast die kerk een pastorie worden gebouwd. Omdat de kerk te klein was, werd kort na 1861 een nieuwe kerk gebouwd tegenover de toenmalige kerk, de RK kerk die ook vandaag in Bodegraven staat. De pastorie bleef nog in gebruik, maar was eigenlijk niet zo hard meer nodig.

In het voorgaande deel konden we zien, dat de zusters Franciscanessen uit Salzkotten het financiëel erg moeilijk hadden. Begin 1875 waren er al twee zusters (zuster Gregoria Korte en Adalberta Ante) tijdens een collectereis in Bodegraven geweest. Eind 1875 was de (financiële) nood in het Duitse klooster echter zo groot geworden, dat besloten werd om in Nederland in een aantal plaatsen een vestiging te stichten. Dat scheelde in Salzkotten monden om te voeden. De hierboven genoemde zusters kwamen terug naar Bodegraven met de vraag om een bewaarschool te mogen openen en op termijn ook een gewone school.

Het kerkbestuur was in eerste instantie niet zo enthousiast. Van de zusters was bekend dat ze arm waren. Bovendien spraken ze slecht Nederlands. De kerk zou dus wel wat moeten bijdragen. Maar pastoor van der Ven haalde het bestuur over om toch toestemming te geven aan de zusters om zich in Bodegraven te vestigen.

In de Van Tolstraat (dus in de gemeente Bodegraven) werd een klein huisje gehuurd. Op 15 oktober kwamen 5 zusters uit Salzkotten naar Bodegraven.

Naar de Overtocht

Het kleine huisje in de Van Tolstraat werd al snel te klein. Er zou een groter huis moeten komen. Een gelukkige bijkomstigheid was, dat er naast de nieuwe RK kerk aan de Overtocht een nieuwe pastorie werd gebouwd. De oude pastorie zou dus leeg komen te staan. In overleg met het moederhuis in Salzkotten werd het pand aangekocht, en na enige verbouwing betrokken de zusters in maart 1877 het gebouw.

Omdat dit gebouw flink groter was dan het oude huisje, kon nu ook het plan voor een internaat worden verwezenlijkt. Vanaf 1878 werden de eerste interne kinderen opgenomen.

Start van de school

Door de zusters was in 1878 al aangegeven dat er een school zou komen. Diverse ouders uit Bodegraven hadden al aangegeven dat ze hun kinderen op deze nieuwe school zouden plaatsen. Maar er was nog geen onderwijzeres beschikbaar. Eén van de zusters zou dan maar zolang onderwijs gaan geven. Maar de onderwijsinspectie stond dat natuurlijk niet toe. Daarom werd er een wereldlijke onderwijskracht aangetrokken, zodat de school per 1 augustus 1878 kon beginnen.

schoolfoto

Het internaat, de school, het zusterhuis, ze groeiden snel. Daarom werd in 1881 al besloten om naast de oude pastorie een schoolgebouw te stichten. Op 2 september 1883 kon deze worden geopend. De school werd opgedragen aan St.Jozef en kreeg dus de naam "Sint Jozefschool". Er waren twee lokalen, beide op de begane grond.

Ook een kleuterschool

In een schuurtje naast het zusterhuis was ook een bewaarschool (kleuterschool) gevestigd. De ruimte was daar eigenlijk niet geschikt voor. Er zou een nieuw gebouw hiervoor moeten komen. Maar geld was er niet. Er waren contacten met een aannemer, maar er zou ook nog een architect gevonden moeten worden. Dat was te duur. Zuster overste Salesia Brackhane krabbelde toen maar wat schetsen op papier en zei:

"Dan zal ikzelf maar de architect moeten zijn; er hoeft geen paal in de grond; een school uit hout en cement en een plat dak. Als je het zó bouwt, dan komt het wel goed".

En zo gebeurde. In 8 weken tijd had de aannemer een houten bewaarschool gebouwd die op 9 mei 1886 in gebruik genomen kon worden.

vorige     volgende

 

Deze pagina is onderdeel van de Websites van Wim Kusee