In 1875 kwamen 5 zusters uit Salzkotten naar Bodegraven. Dat waren:
Franciscanen (broeders) en Franciscanessen (zusters) volgen de leefregel van Franciscus van Assisi na. De hele leefregel is te lang om hier weer te geven. Toch is het goed om er kennis van te nemen, omdat dezse leefregel inzicht geeft in de gedachtenwereld van de zusters Franciscanessen, ook van de zusters die in Bodegraven hebben gewoond en gewerkt.
Door Franciscus zijn twee leefregels vastgesteld. De eerste in 1221. Deze is nooit aan de paus ter goedkeuring voorgelegd, en heeft dus ook geen officiele status. Het is een lange en strenge tekst. Het geeft een goed beeld van de leefwijze van de eerste broeders, voordat ze zich vestigden in kloosters. Ze leefden eerder immers in de huizen van anderen. Sommigen wijdden zich aan gebed, anderen aan preken en weer anderen aan arbeid. Wie werk had, mocht niet een baan hebben als opzichter of als controleur, ze mochten niet ruzie maken over het loon, maar moesten wel voldoende thuis brengen om de ouderen en zieken te onderhouden. In de slothoofdstukken krijgen we een beeld van de prediking van de eerste broeders. Het afscheid dat Franciscus nam is een soort kopie van Jezus' afscheidswoorden in het evangelie van Johannes.
De eerste leefregel is wel voorgelegd aan de paus, maar is nooit goedgekeurd. De paus gaf aan, dat de leefregel te streng was.
Twee jaar later, in 1223, schrijft Franciscus een nieuwe regel. Deze is veel korter dan die van 1221. Het is deze leefregel, die door paus Honorius III op 29 november 1223 is goedgekeurd. De regel is gebaseerd op de drie deugden van gehoorzaamheid, armoede en kuisheid. Het gaat in de leefregel onder meer over nieuwe kerkelijke regels zoals een noviciaat. Het is eigenlijk niet meer dan een verzameling van praktische leefregels. De broeders moesten immers slechts één regel onderhouden en dat weas het naleven van het evangelie van Jezus Christus.
De leefregel geeft ons een idee van de worsteling hoe het evangelie aangepast kon worden aan de eigen tijd. Er wordt gesproken over geven en ontvangen, over kleding, over de manier waarop de broeders moesten uitgaan, hoe ze zich moesten inspannen om zich altijd te verbroederen en te vergeven; het gaat over het terugkomen naar de schuldkapittels en over de utizending naar verre missiegebieden. De leefregel benadrukt sterk dat de leiders minister, dat is dienaar moest zijn. De broeders mochten nooit overheersen over een andere broeder. Kort samengevat, de regel gaat uit van het liefdegebod dat Jezus Christus aan de Christenen heeft gegeven.
De zusters Franciscanessen in Bodegraven leven deze tweede leefregel van Franciscus na.
Deze pagina is onderdeel van de Websites van Wim Kusee