De eerste uitbreidingen zijn hiervoor al beschreven; er werd een bewaarschool gebouwd. Maar er waren in de oude pastorie nog enkele kamers vrij. De zusters konden extra inkomsten goed gebruiken. In 1884 was er een kostdame die in het zusterhuis kwam wonen. Twee jaar later, in 1886 kwam er een aanvraag van een tweede kostdame om bij de zusters te komen wonen. Zij was heel rijk, maar zwakzinnig. De zusters vroegen zich af of dat geen problemen zou geven. Daarom mocht ze eerst drie maanden op proef komen wonen. Toen bleek dat haar inwoning geen problemen gaf werd besloten om de proef definitief te maken.
Er kwamen ook meer interne kinderen in het pensionaat. In 1886 was het aantal al gestegen tot 20 kinderen, en twee jaar later tot 25 kinderen. Dat aantal gaf toch wel een probleem. Maar niet getreurd. De zolder van de lagere school werd verbouwd, zodat die zolder geschikt werd voor de kinderen. De huisvesting gebeurde, zoals toen gebruikelijk was, in chambrettes (zie foto)
Meer pensionairen, meer kostdamees, meer werk, meer zusters, de ruimtenood bleef groot. Een bouwbedrijf werd benaderd om te onderzoeken of de schuur stevig genoeg was om er een verdieping boven te bouwen; dat was inderdaad het geval, zodat deze verbouwd werd. Beneden kwam er een kamer voor de naaischool en de waskeuken. Boven konden twee kostdames hun intrek nemen.
In de loop der jaren groeide het zusterhuis. Er waren zelfs meer aanvragen dan er plaatsen waren. Daarom werd er opnieuw gedacht aan uitbreiding of nieuwbouw. Niet alleen als woon- of werkgedeelte. Een eigen kapel werd ook node gemist. Tot nu toe fungeerde een klein kamertje in het zusterhuis als kapel; dat voldeed niet.
In 1894 kon worden begonnen met de bouw het nieuwe gebouw, gelegen aan de linkerkant van het oude gebouw. Op de begane grond kwam er een klaslokaal, een speelzaal en een eetzaal voor de internen. Op de bovenverdieping werd een kapel ingericht. De zolder kon worden benut als slaapzaal voor de kinderen van het pensionaat.
Tijdens de bouw deed men een vreemde vondst. Het oude gebouw was de pastorie, die stond naast de kerk die er vroeger stond. En achter die kerk was een begraafplaats gewest, iets dat niemand wist. Maar tijdens de graafwerkzaamheden stuitte men op lijkkisten en gebeenten van begraven mensen. De stoffelijk overschotten werden op de RK begraafplaats aan de andere kant van de straat herbegraven.
Op 27 december 1894 kon de nieuwbouw worden ingewijd door deken Bouwman van Nieuwkoop. Met een hoogmis in de nieuwe kapel werd de ingebruikname gevierd. De bouw had echter flink wat meer gekost (24.000 gulden) dan was begroot (18.000 gulden). Met diverse acties kon het bedrag uiteindelijk toch worden verkregen.
In 1901 kwam er bericht van de schoolinspectie dat er teveel kinderen in een te kleine ruimte aanwezig waren. Zo kon het niet verder. Gelukkig was er aan de rechterkant naast het zusterhuis nog een stukje grond in eigendom, dat voorheen in gebruik was als speelplaats. Een nieuwe gebouw kon daarop worden gebouwd. Voordat men begon te bouwen werd het stuk opgemeten, en bleek dat het terrein 32 cm te klein was voor een school. Maar dat was geen probleem. Het nieuwe gebouw werd gewoon 32 cm dichter naar de straat gebouwd. Toen de burgemeester van Zwammerdam (de gemeente waar het pensionaat onder viel) dat hoorde, gelastte hij de bouw stil te leggen. Zo gebeurde, maar omdat er na dit bevel geen bericht van de gemeente meer kwam, ging men toch maar weer verder bouwen. Over het bevel tot stoppen werd niets meer gehoord. Het nieuwe klaslokaal heeft dus 32 cm te dicht naar de straat gestaa, wat op de foto duidelijk zichtbaar is.
De congregatie in Bodegraven groeide en groeide. Dat was best fijn. Maar een negatief effect uitte zich opnieuw in ruimtenood. Er woonden inmiddels 16 zusters, 3 kostdames en 50 pensionairen. Daarnaast waren er nog kinderen op school die in Bodegraven woonden. Uitbreiding was dus hard nodig. Er moest dus een nieuwe verdieping op het bestaande huis komen. Maar wat doe je nou, als je een huis hebt met een goede onderkant en een goed dak? Het hele dak afbreken? Dat was teveel werk. Daarom werd een speciale bouwwijze uitgedacht. Op zeker moment werd het hele dak, inclusief dakbalken, dakpannen en alles wat eraan vast zat, drie en een halve meter omhoog getild. In de ruimte daaronder werd een extra verdieping gemetseld, waarna het dak op deze nieuwe verdieping bleef rusten.
Hieronder twee foto's, de ene vóór de uitbreiding, de andere na de uitbreiding. Het gaat om het gedeelte rechts naast het hoge gebouw met de puntgevel.
Buurmans huis is maar één keer te koop, zo luidt het spreekwoord. Dit spreekwoord werd waarheid voor de zusters, toen in 1907 drie kleine huisjes aan de linkerkant van het zusterhuis leeg kwamen te staan. De huisje (zie foto hiernaast) werden in 1907 aangekocht.
En weer een paar jaar later, in 1912, kwam er ook aan de oostzijde van de school een kaaspakhuis te koop te staan. Ook dit werd door de zusters aangekocht. Nu was er de mogelijkheid de school verder uit te breiden. Op 1 augustus 1912 werden de nieuwe schoollokalen ingezegend door pastoor Diekman. De school was eigenlijk wat te groot voor dat moment, maar dat duurde niet lang. In 1914 werd in het verbouwde kaaspakhuis een normaalschool gesticht, een opleiding voor onderwijzeressen.
Deze pagina is onderdeel van de Websites van Wim Kusee